Logistiek 1 module 19

Welkom in de les :)
  • Ik ben startklaar met de juiste materialen voor de les.
  • Ik let op want 'straks ben ik aan de beurt'.
  • Wij werken met iedereen samen.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie en OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom in de les :)
  • Ik ben startklaar met de juiste materialen voor de les.
  • Ik let op want 'straks ben ik aan de beurt'.
  • Wij werken met iedereen samen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda 
  • Even herhalen...boekje 17 en 18
  • Start boekje 19 - Voorraad beheren. LET OP! Extra uitdagend boekje > Excel + rekenen. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
Jij bent manager van JD sports.
Het is de laatste maand enorm druk en vooral de Air force 1 vliegt de deur uit.
Om te voorkomen dat je nee moet verkopen moet er altijd een minimumvoorraad aanwezig zijn van 20 stuks. Vanwege de ruimte mag je er niet meer dan 35 op voorraad hebben.
Voor het weekend had je er 25 op voorraad, vandaag heb je er 10 verkocht.
Hoeveel moet je er bijbestellen? Je besteld altijd tot de maximumvoorraad bij!

Slide 3 - Tekstslide

Uitwerking
Maximum 35 
Minimum 20
Werkelijk 25 - 10 = 15
Bijbestellen: 35 - 15 = 20 stuks
Leerdoelen taak 1 
 De voorraad beheren
In deze taak leer je:

wat voorraadbeheer is
wat voorraadkaarten zijn
wat minimum- en maximumvoorraad zijn
hoe je bestelhoeveelheden berekent.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht JD sports 2 
Net als je de bestelling van de Air Force 1 wil plaatsen, worden er nog 18 online gekocht door klanten. Gelukkig had je er nog wel 15 op voorraad, maar die voorraad is nu op.
Hoeveel paar moet je bijbestellen?
Gebruik onderstaande gegevens
Maximum 35
Minimum 20
Werkelijk voorraad 15 (-18)= -3

Slide 8 - Tekstslide

Uitwerking
Maximum 35
Minimum 20
Werkelijk voorraad: 15 - 15 = 0
Aantal verkocht maar nog niet geleverd = 3 (backorder)
Aantal te bestellen: 35 + 3 = 38
Aan de slag  boekje 19 
Taak 1
Zelfstandig opdracht 2, 3 en 4
LET OP! Klassikaal opdracht 5

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernbegrippen taak 1
Minimum en maximum voorraad
Werkelijke voorraad
Backorder
Bestelfrequentie
Bestelgrootte
Omzetsnelheid (omloopsnelheid)
WMS

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom in de les :)
  • Ik ben startklaar met de juiste materialen voor de les.
  • Ik let op want 'straks ben ik aan de beurt'.
  • Wij werken met iedereen samen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda
- Even herhalen... Som van Emirhan :)
- Verder met taak 2 de bestelhoeveelheid controleren.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen taak 2

De bestelhoeveelheid controleren
In deze taak leer je:
verschillende soorten voorraad kennen
hoe je formules in Excel maakt.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Link

Deze slide heeft geen instructies

De verschillende voorraden
1. Technische voorraad = de voorraad die in het bedrijf aanwezig is. Dit noemen we ook wel de werkelijke voorraad.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verschillende voorraden
2. Economische voorraad = de voorraad die beschikbaar is voor verkoop. 

economische voorraad = technische voorraad + bestelde (maar nog niet binnengekomen) artikelen - verkochte (maar nog niet afgeleverde) artikelen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verschillende voorraden
3. Administratieve voorraad = de voorraad zoals die geregistreerd staat in de administratie. Deze kan groter of kleiner zijn dan de werkelijke voorraad door bv  diefstal.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verschillende voorraden
Daarnaast moet je rekening houden met:
3. Maximumvoorraad = de voorraad van een artikel mag niet groter zijn dan de maximumvoorraad. Dit is dus de maximaal aanwezige voorraad van een artikel.
4. Minimumvoorraad = de voorraad van een artikel die minimaal aanwezig moet zijn. Komt de voorraad van een artikel onder het minimum, dan moet je bijbestellen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Kernbegrippen taak 2
Technische voorraad (werkelijke voorraad)
Economische voorraad
Administratieve voorraad
Bestelgrootte



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag  boekje 19 
Taak 2
Zelfstandig opdracht 2 en 3
Klassikaal opdracht 4

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda
  • Even herhalen...
  • Taak 3: Inventariseren en afronden boekje 19
  • Aan de slag :)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen taak 3 
Inventariseren
In deze taak leer je:
wat voorraad inventariseren betekent
waarom je moet inventariseren
wat er in een inventarisatieplan staat.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag  boekje 19 
Taak 3
Maak opdrachten 2, 3, 4, 6 en 7

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernbegrippen taak 3
Inventariseren
Inventarisatieplan
Wettelijke verplichting
Teleenheid - per stuk of per collo
Mutaties - beginvoorraad - eindvoorraad (derving)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taak 4 de toekomst
Zelfstandig aan de slag met opdracht 2, 3 en 4 of 5
Klaar? Oefentoets en begrippentrainer

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies