Par. 12.5 celdeling

Herhaling 12.5 
Mitose en Meiose 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 12.5 
Mitose en Meiose 

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen 
Onderdelen Cel:
Celkern
Celmembraan
Cytoplasma
DNA
Chromosoom
Genen
Alelen 

Slide 2 - Tekstslide

Wat waren Genen?
A
Een random stuk DNA
B
Een stukje DNA met voor een specifieke eigenschap
C
Een variatie van een eigenschap
D
de buitenkant van de cel

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel chromosomen heeft een mens
A
12
B
32
C
64
D
46

Slide 5 - Quizvraag

cellen van de mens
23 chromosomen paren
23 van vader en 23 van moeder
23 x 2 = 46 chromosomen in totaal

Slide 6 - Tekstslide

Welk chromosomen paar bepaald het geslacht
A
1
B
15
C
17
D
23

Slide 7 - Quizvraag

X en Y chromosomen zijn geslachtschromosomen

XX  =   meisje

XY = jongen

Slide 8 - Tekstslide

chromosomen komen steeds in paren voor

Slide 9 - Tekstslide

gen  voor oogkleur
Een gen is een stukje DNA met de code voor 1 eigenschap
Een variant van een gen noem je allel (allelen)

Slide 10 - Tekstslide

Gen voor oogkleur

Er zijn 2  allelen mogelijk: Bruin, blauw 

Slide 11 - Tekstslide

genotype
 = Informatie op al je genen.
bloedgroep, oogkleur, oren staand/liggend, lengte, huidskleur, dyslectie, aanleg voor piano spelen, ..............................

Slide 12 - Tekstslide

fenotype
= hoe je eruit ziet en hoe je functioneert
= voor een deel bepaald door je genotype
+ voor een deel door de omgeving

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen genotype en fenotype?

Slide 14 - Tekstslide

aangeboren aandoeningen
"fout" in chromosomen of genen
- te veel chromosomen: syndroom van Down
- genen zijn beschadigd.


Slide 15 - Tekstslide

pre-nataal onderzoek
pre-nataal = voor de geboorte
- vruchtwater punctie
-vlokkentest

cellen van het kind worden onderzocht
onderzoek naar fouten in de chromosomen

Slide 16 - Tekstslide

Geslachtscellen
Bevatten maar de helft van het aantal chromosomen.
Van allemaal maar 1 in plaats van 2.

Een cel met van elk chromosomenpaar een chromosoom = haploide cel

zaadcel, eicel

Slide 17 - Tekstslide

Sleep de naam naar de goede cel:
Haploide cel 

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Tekstslide

leerdoelen
meiose = reductie deling, nodig voor het maken van geslachtscellen  (46 -> 23)

mitose = gewone celdeling
(46 -> 46)


Slide 20 - Tekstslide

geslachts cellen
ontstaan in de eierstok, teelbal,
celdeling waarbij geslachtscellen ontstaan

reductie deling = meiose

46  chromosomen -> 23 chromosomen

Slide 21 - Tekstslide

Mitose (gewone celdeling)

Slide 22 - Tekstslide

Maak aantekeningen 
Maak per fase een aantekening in je schrift:
Maak een tekening hoe de cel er uit ziet en wat er gebeurd .

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Waarvoor gebruikt ons lichaam mitose?
A
Voor het maken van zaadcellen
B
Voor het maken van normale cellen
C
voor het maken van afvalstoffen

Slide 25 - Quizvraag

Filmpje Meiose
Voor jullie zijn de namen van de fases niet belangrijk.
Ook het verhaal over N is niet voor jullie

Slide 26 - Tekstslide

Maak aantekeningen 
Maak per fase een aantekening in je schrift:
Maak een tekening hoe de cel er uit ziet en wat er gebeurd .

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Waar gebruikt je lichaam de Meiose voor
A
Het repareren van cellen
B
Het maken van normale cellen
C
Het maken van zaadcellen en eicellen

Slide 30 - Quizvraag

Opdrachten
Maak de opdrachten in je werkboek
Maak opdracht 1 t/m 6 op blz. 81 t/m 83

Slide 31 - Tekstslide