In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
2.2 stoffen zuiveren
Slide 1 - Tekstslide
Adsorberen
adsorptiemiddel:
Hieraan hecht de stof die je wilt verwijderen.
Je kunt het vervolgens samen met het adsorptiemiddel eruit filteren.
Slide 2 - Tekstslide
Indampen
Bij indampen verdampt de vloeistof en de vaste stof blijft over.
Slide 3 - Tekstslide
Destilleren
Destilleren is eigenlijk hetzelfde als indampen, alleen hier koel je de damp weer af en vang je het op.
Slide 4 - Tekstslide
Destilleren
Wat acherblijft in de kolf is het residu
wat door de koeler heen gaat het destillaat.
Slide 5 - Tekstslide
Bij adsorptie hechten stoffen zich aan het
A
adsorptiemiddel
B
extractiemiddel
C
filter
D
oplosmiddel
Slide 6 - Quizvraag
Bij adsorberen kun je stoffen scheiden door een verschil in
A
aanhechting
B
deeltjesgrootte
C
dichtheid
D
oplosbaarheid
Slide 7 - Quizvraag
Je kunt de kleurstof uit cola halen door adsorberen. Wat is de juiste volgorde?
1
2
3
Slide 8 - Sleepvraag
Na adsorberen moet je filtreren. Welke stof wordt dan verwijderd uit de suspensie?
A
alleen de ongewenste stoffen
B
alleen het adsorptiemiddel
C
de ongewenste stoffen en het adsorptiemiddel
D
geen enkele
Slide 9 - Quizvraag
Welk mengsel scheid je door indampen?
A
emulsie
B
legering
C
oplossing
D
suspensie
Slide 10 - Quizvraag
Bij indampen maak je gebruik van de eigenschap dat stoffen verschillen in
A
deeltjesgrootte
B
oplosbaarheid
C
aanhechting
D
kookpunt
Slide 11 - Quizvraag
Chantal wil de geurstoffen uit rozenblaadjes halen om er parfum van te maken. Theo wil gifstoffen uit het aquarium halen. Aref wil suiker uit een suikeroplossing halen. Wie gebruikt de scheidingsmethode indampen?
A
aref
B
chantal
C
theo
D
niemand
Slide 12 - Quizvraag
indampen is het scheiden van een
A
emulsie
B
suspensie
C
oplossing
Slide 13 - Quizvraag
Je kunt zeewater scheiden in water en zout doordat de stoffen verschillen in
A
deeltjesgrootte
B
dichtheid
C
kookpunt
D
oplosbaarheid
Slide 14 - Quizvraag
Bij indampen verdampt de stof met het ---- kookpunt
A
hoogste
B
laagste
Slide 15 - Quizvraag
Welke situatie heeft te maken met indampen?
Wel indampen
geen indampen
Verf uit je kleren halen
Het roeren van suiker in je thee
het drogen van de was
Het maken van oploskoffie
Het verwijderen van blaadjes uit de sloot
Het droogkoken van rijst
Slide 16 - Sleepvraag
In zeewater is zout
A
de opgeloste stof
B
het oplosmiddel
Slide 17 - Quizvraag
De vloeistof die je opvangt bij destilleren, heet:
A
residu
B
destillaat
Slide 18 - Quizvraag
De stof in de destilleerkolf is het:
A
residu
B
destillaat
Slide 19 - Quizvraag
Welk mengsel kun je door destillatie scheiden?
A
een legering
B
een mengsel van 2 gassen
C
een mengsel van 2 vaste stoffen
D
een mengsel van 2 vloeistoffen
Slide 20 - Quizvraag
Je wilt een mengsel van twee vloeistoffen van elkaar scheiden. Door welk verschil in stofeigenschap lukt dat?
A
verschil in dichtheid
B
verschil in kleur
C
verschil in kookpunt
D
verschil in oplosbaarheid
Slide 21 - Quizvraag
Waardoor kun je een mengsel destilleren?
A
omdat 1 stof beter blijft vastzitten aan het oplosmiddel
B
omdat 1 stof eerder kookt dan de andere
C
omdat 1 stof klein genoeg is en door het buisje past.
Slide 22 - Quizvraag
Het opvangen van het oplosmiddel gebeurt bij
A
indampen
B
destilleren
Slide 23 - Quizvraag
De opgelost stof blijft als enige stof over. Dat is bij
A
indampen
B
destilleren
Slide 24 - Quizvraag
Het scheiden van een oplossing van een vaste stof met een oplosmiddel gebeurt vooral bij
A
indampen
B
destilleren
Slide 25 - Quizvraag
Het scheiden van een oplossing van twee oplossingen met een oplosmiddel gebeurt vooral bij
A
indampen
B
destilleren
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Welke kleur heeft spiritus
Slide 28 - Open vraag
Welke kleur heeft spiritus na adsorberen en filtreren.