Hoe om te gaan met prijs bezwaren

Wat doe je met
tegenwerpingen
1 / 33
volgende
Slide 1: Woordweb
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 110 min

Onderdelen in deze les

Wat doe je met
tegenwerpingen

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kosten
Vanuit het bedrijfsleven heb je te maken met meer dan alleen het bedrijfspand, de machines of de ingrediënten die je nodig hebt. Het gaat erom dat je je bedrijf gezond kunt houden. Denk aan het onderhouden van het machinepark, het aankopen van schoonmaakmiddelen en de kosten van medewerkers.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kosten
Naast je bedrijf moet je natuurlijk ook jezelf kunnen blijven onderhouden. Je werkt immers om je privé leven te kunnen betalen. Een dak boven je hoofd, het plakje kaas op je boterham of het lidmaatschap van de sportclub. Werk je voor een bedrijf en ontvang je salaris, dan betaal je alles daarvan. Ben je eigen baas, dan haal je dit uit de opbrengsten van je bedrijf. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afzet
Bij een dierenspeciaalzaak gaat het om de producten die verkocht worden, bij een hondentrimsterkan dat de gedeclareerde uren zijn. 

 Het aantal verkochte eenheden (stuks, uren, etc.) noemen we afzet. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omzet
Als we de afzet in geld uitdrukken noemen we dit: omzet of opbrengst verkopen.
De omzet bereken je door de volgende formule te gebruiken:
omzet = verkoopprijs x afzet (aantal verkochte eenheden)



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kosten
Zoals gezegd moet iedereen zijn bedrijf gezond kunnen houden en zelf eten op de plank hebben en houden. Met alleen zoveel mogelijk afzetten ben je er niet. Je kosten moeten ook nog van je gemaakte omzet afgehaald worden. Je kunt je gemaakte omzet namelijk niet helemaal zelf opmaken aan nieuwe kleding of andere leuke privé dingen.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kosten
Van de omzet moet dus nog geld af, maar over wat voor soort geld hebben we het dan? We praten in dit geval over kosten. De kosten bestaan uit de prijs die je betaald voor het maken van een product, gebruik van productiemiddelen en/of dienst. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met welke kosten heeft een bedrijf te maken?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke kosten zijn hiervan variabel?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Brutowinst
Wanneer je van je omzet je gemaakte kosten afhaalt, dan houdt je als je het goed doet een bedrag over. Dat noem je de winst.

De brutowinst bereken je als volgt : winst = omzet – kosten


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nettowinst
Als je van de brutowinst de vaste kosten afhaald, blijft de nettowinst over

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kostprijs bepalen:
Je begint met het bepalen van de Inkoopprijs. 

Dit is  de inkoopwaarde van diervoer, dierbenodigdheden of overige zaken die je aan de klant wilt verkopen. .
(Het gaat hierbij om de inkoopprijs, zonder de BTW)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opslag
Daarna bepaal je met welk percentage je de inkooprijs moet verhogen om de vaste lasten (zoals huur, lonen van medewerkers, gas, water, licht ,verpakking, derving, en natuurlijk de winst van de ondernemer), moet verhogen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opslag
Vaak hoor je hiervoor, dat de inkoopprijs x 2,5 gedaan wordt, maar dat kan afhankelijk van de werkelijke vaste kosten hoger of lager zijn.

Daarnaast speelt bijvoorbeeld bij diervoer ook een  bedrag aan derving een rol.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkoopprijs
De verkoopprijs, is de optelsom, van de inkoopprijs en het opslagpercentage

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Consumentenprijs
De uiteindelijke verkooprijs verhoog je nog met BTW. Dit noemen we de consumentenprijs, omdat consumenten (particulieren) de BTW niet terug kunnen vragen bij de BTW aangifte en bedrijven die bloemwerk inkopen wel. Bedrijven moeten de BTW uiteraard wel eerst betalen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

samengevat
kostprijs
+ opslagpercentage
 verkoopprijs
+ btw
 Consumentenprijs

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De commerciële verkoopprijs
De commerciële verkoopprijs, bereken je in ieder geval door de bovenstaande methode toe te passen, maar je neemt nog wel een aantal extra zaken mee bij het bepalen van de uiteindelijke verkoopprijs:
 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is duur?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De commerciële verkoopprijs 
  • Wat kost een vergelijkbaar product bij een andere leverancier (klanten zullen hier in principe vaak naar kijken, zeker nu dat via internet vaak erg gemakkelijk kan)! 
  • Wat wil de klant voor jouw product betalen? We noemen dit prijs-kwaliteitverhouding.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De commerciële verkoopprijs
Kijk naar het segment waarin de winkel zich bevind:
• In een hoog segment zijn klanten bereid om meer te betalen voor de producten die zij kopen. Geeft de ondernemer extra ruimte om meer aandacht aan de kwaliteit te schenken en daarvoor een hogere verkoopprijs te vragen.
• In een laag of middensegment is hier geen of weinig ruimte voor.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Er komt een klant bij jou in de winkel:
deze is van mening dat het product te duur is.

Wat ga je doen?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Creëer waarde
In plaats van korting te geven, maak waarde duidelijk (prijs-kwaliteitverhouding).

Wat is waarde in de dierenwinkel?
Wat is waarde bij een ......

Slide 24 - Tekstslide

Leg uit dat de studenten moeten leren hoe ze de waarde van hun producten kunnen benadrukken en hoe ze deze waarde kunnen verbinden met de prijs.
Hoe laat je zien dat een dure prijs zich uiteindelijk terugverdient?
A
Door te kijken naar de kwaliteit van het product
B
Door te kijken naar de kleur van het product
C
Door te kijken naar de populariteit van het product
D
Door het berekenen van het rendement

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik sociale bewijskracht
Mensen kijken naar anderen om te bepalen wat een redelijke prijs is.


Slide 26 - Tekstslide

Leg uit dat de studenten moeten leren hoe ze sociale bewijskracht kunnen gebruiken om de prijs van hun producten te rechtvaardigen.
Wat is sociale bewijskracht?
A
Mensen kijken naar anderen om te bepalen wat een redelijke prijs is.
B
Mensen bepalen zelf wat een redelijke prijs is.
C
Mensen vragen altijd korting aan bij de verkoper.
D
Mensen kijken alleen naar hun eigen financiële situatie.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kijken mensen naar anderen bij het bepalen van een prijs?
A
Om te weten hoeveel geld anderen kunnen uitgeven.
B
Om te bepalen wat een redelijke prijs is.
C
Om te weten hoeveel geld ze moeten uitgeven.
D
Om te weten hoeveel geld ze kunnen besparen.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het belangrijk om de concurrentie te kennen?
A
Om te weten hoe u uw prijzen kunt verhogen
B
Om te weten hoe uw product zich onderscheidt
C
Om te weten hoe uw product zich niet onderscheidt
D
Om te weten hoe u uw product kunt kopiëren

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag waarom
Als iemand klaagt over de prijs, vraag dan waarom.

of de vraag van vorige week:

Hoe bedoel je ?!

Slide 30 - Tekstslide

Leg uit dat de studenten moeten leren hoe ze de reden achter het prijs bezwaar kunnen achterhalen om zo beter te kunnen reageren.
Bied verschillende opties
Bied verschillende opties aan met verschillende prijspunten.

Dit voorkomst een groot deel van de bezwaren

Slide 31 - Tekstslide

Leg uit dat de studenten moeten leren hoe ze verschillende opties kunnen aanbieden om de klant meer keuze te geven en zo de kans op prijs bezwaren te verkleinen.
Opdracht: voorbereiden rollenspel (5 min)
We gaan oefenen  met het omgaan met prijs bezwaren in een rollenspel.
lees hoofdstuk 2.7 en bedenk een (dier)product wat je gaat verkopen en de klant, ja je raad het al! zegt dat het te duur is:

Slide 32 - Tekstslide

Laat de studenten oefenen met het omgaan met prijs bezwaren in een rollenspel om hun vaardigheden te verbeteren.
Opdracht: uitvoeren rollenspel ( 10 min)
We maken groepjes van 3:
Klant
Verkoper
Observator
Je voert nu 3 verkoopgesprekken, waarbij je iedere keer van rol wisseld (en maakt daarbij gebruik van de voorbereiding)
(uiteindelijk 1 voor de klas)

Slide 33 - Tekstslide

Laat de studenten oefenen met het omgaan met prijs bezwaren in een rollenspel om hun vaardigheden te verbeteren.