4h T1 Osmose/celorganel en T2 Voortplanting/celdeling oefenen

Oefenen met 
T1&T2
4 havo
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Oefenen met 
T1&T2
4 havo

Slide 1 - Tekstslide


Wat is onderdeel B?
A
Bladgroenkorrel
B
Ribosoom
C
Celkern
D
Mitochondrium

Slide 2 - Quizvraag


Wat is onderdeel E?
A
Golgi-systeem
B
Endoplasmatisch reticulum
C
Celmembraan
D
Schijfjesstapel

Slide 3 - Quizvraag

In welk organel vindt fotosynthese plaats?
A
Mitochondrium
B
Chloroplast
C
Celkern
D
Cytoplasma

Slide 4 - Quizvraag

Welk celorganel controleert de cel processen?
A
Chloroplast
B
Mitochondrium
C
Celkern
D
Celmembraan

Slide 5 - Quizvraag

Tijdens diepe slaap worden eiwitten in zenuwcellen aangemaakt.
Welk organel zorgt of welke organellen zorgen voor transport van deze eiwitten in een zenuwcel?
A
Ribosoom
B
Mitochondrium
C
ER
D
Chromosoom

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet een blaasje waar enzymen in vervoerd of opgeslagen worden?
A
Golgi
B
Lysosoom
C
Vesicle
D
Vacuole

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Er vindt diffusie plaats van de rode stof, welk van de twee afgebeelde stadia komt eerst?
A
A
B
B

Slide 9 - Quizvraag

Wat gebeurt er altijd bij diffusie?
A
deeltjes trekken elkaar aan
B
deeltjes verspreiden zich zo goed mogelijk
C
deeltjes verplaatsen zich door een celwand
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quizvraag

Hoe zat dat ook alweer met osmose? Dat is verplaatsing van...
A
water van een plek met een hoge naar een lage concentratie
B
water van een plek met een lage naar een hoge concentratie
C
stoffen van een plek met een hoge naar een lage concentratie
D
stoffen van een plek met een lage naar een hoge concentratie

Slide 11 - Quizvraag

Osmose: (A) beweegt altijd naar de plek met de (B) opgeloste stoffen.

A
A:water B: meest
B
A:water B:minste
C
A:opgeloste stoffen B:meeste
D
A:opgeloste stoffen B:minste

Slide 12 - Quizvraag

Water moleculen (blauw) bewegen naar links door:
A
diffusie
B
osmose

Slide 13 - Quizvraag

Hier zie je plasmolyse

Slide 14 - Tekstslide

Waar bevindt zich de hoogste concentratie aan stoffen?

Slide 15 - Open vraag

Hier zie je turgor

Slide 16 - Tekstslide

Hoe ontstaat turgor bij een plantencel?

Slide 17 - Open vraag

Ik kan uitleggen hoe osmose werkt
A
Zeker!
B
Een beetje
C
Ik snap er niks van

Slide 18 - Quizvraag

Voortplanting

Slide 19 - Tekstslide

Een teler heeft twintig
aardbeienplanten gepoot op een proefveld. In de zomer komen aan deze planten
heerlijke aardbeien. Er is één plant waarvan de aardbeien zo lekker zijn, dat
hij ze graag in zijn winkel wil verkopen. 

Een aardbei

Slide 20 - Tekstslide



Wat moet de kweker doen om meer planten te verkrijgen waaraan deze lekkere aardbeien groeien?

Een aardbei
A
Hij moet de planten die ontstaan uit de uitlopers verder opkweken.
B
Hij moet deze plant kruisen met een andere plant die ook lekkere aardbeien draagt
C
Hij moet zelfbestuiving toepassen bij de bloemen van de betreffende plant.

Slide 21 - Quizvraag



Hoe heet het embryo van een nieuw plantje?
Een aardbei
A
eicel
B
follikel
C
kiem
D
zygote

Slide 22 - Quizvraag

Stekken is een vorm van ...
A
geslachtelijke voortplanting
B
ongeslachtelijke voortplanting

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van de fases van de celcyclus?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

In welke fase van de celcyclus vindt de DNA-replicatie plaats?
A
G1-fase
B
S-fase
C
G2-fase
D
M-fase

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video

Welk type celdeling zag je in de video?
A
Mitose
B
Meiose

Slide 28 - Quizvraag

Zet in de goede volgorde

Slide 29 - Sleepvraag

Er vindt celdeling plaats om spiercellen te maken. Is dit mitose of meiose
A
Mitose
B
Meiose

Slide 30 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen zijn er aanwezig in een lever cel?
A
46
B
23
C
48
D
10000

Slide 31 - Quizvraag

MITOSE
MEIOSE I 
MEIOSE II
2n --> 2n + 2n 
2n --> n + n 
n --> n + n 

Slide 32 - Sleepvraag

Wat is het resultaat van een meiosedeling van een cel?

A
twee diploide geslachstcellen
B
twee haploide geslachtscellen
C
vier diploide geslachtscellen
D
vier haploide geslachtscellen

Slide 33 - Quizvraag

Tijdens welke fase splitsen de chromosomen paren en wordt de cel daarmee haploïd?
A
mitose
B
meiose 1
C
meiose 2
D
Interfase

Slide 34 - Quizvraag

Tijdens de embryonale ontwikkeling vinden klievingen plaats.
Waar vinden de eerste klievingen bij de mens plaats? Wordt het embryo door deze klievingen duidelijk groter?
A
Klievingen vinden plaats in de eileider en het embryo wordt niet groter.
B
Klievingen vinden plaats in de baarmoeder en het embryo wordt groter.
C
Klievingen vinden plaats in de eileider en het embryo wordt groter.
D
Klievingen vinden plaats in de baarmoeder en het embryo wordt niet groter.

Slide 35 - Quizvraag

Hormonen

Slide 36 - Tekstslide

Zwangerschapstesten berusten op het aantonen van een hormoon, dat alleen aan het begin van zwangerschap gemaakt wordt.
Welk hormoon is dat?
A
Progesteron
B
HCG
C
Oxytocine
D
Oestrogeen

Slide 37 - Quizvraag

Welke hormonen moeten worden geremd om nog een ovulatie te voorkomen tijdens een zwangerschap?
A
LH en FSH
B
LH en oestrogeen
C
LH en progesteron
D
FSH en progesteron

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Tekstslide

Waardoor blijft de menstruatie weg tijdens de zwangerschap?

Slide 40 - Open vraag

Stamcellen zijn:
A
Cellen die niet meer kunnen delen
B
Cellen die niet goed meer functioneren
C
Ongedifferentieerde cellen die kunnen blijven delen
D
Ongedifferentieerde cellen die niet meer kunnen delen

Slide 41 - Quizvraag

Welk hormoon wordt met 2 aangegeven?
A
LH
B
FSH
C
Oestrogeen
D
Progesteron

Slide 42 - Quizvraag

Hiernaast is de hormonale regeling van de voortplanting bij de vrouw schematisch weergegeven. De pijlen geven een stimulerende of een remmende invloed weer.
In welk van de volgende organen wordt hormoon C gemaakt?
A
Eierstokken
B
Baarmoeder
C
Testes
D
Hypofyse

Slide 43 - Quizvraag

Welk hormoon wordt met 3 aangegeven?
A
LH
B
FSH
C
Oestrogeen
D
Progesteron

Slide 44 - Quizvraag

Ik heb vertrouwen in mijn kunnen voor de toets
Ja!
Nou.. moet nog wel leren
Help!

Slide 45 - Poll

Hoe te leren
Lees elke samenvatting
Iets niet helder? Lees dan pas de basisstof

Doe de examentrainer
Kijk je werk na en oefen eventueel extra op biologiepagina

Slide 46 - Tekstslide