Herhaling lidwoorden: der, die & das
Wanneer gebruik je der, die & das?
der > mannelijke personen en dieren. Bijvoorbeeld: der Mann, der Stier
die > vrouwelijke personen en dieren. Bijvoorbeeld: die Frau, die Kuh
Woorden die eindigen op -e. Bijvoorbeeld: die Toilette, die Straße
Woorden die eindigen op -heit, -keit, -schaft, -ung. Bijvoorbeeld: die Einheit, die Möglichkeit, die Freundschaft, die Zeitung
En in het meervoud. Bijvoorbeeld: die Kinder, die Männer
das > als ik in het Nederlands 'het' gebruik. Bijvoorbeeld: het paard - das Pferd, het huis - das Haus