1.4 Zouten

Atoombouw en binding
1.4 Zouten
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Atoombouw en binding
1.4 Zouten

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Huiswerk
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Vragen
  • Nabespreken
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Welke vragen van het huiswerk willen jullie dat ik bespreek?

Slide 3 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je leert over ionen en ionbinding.
  • Je leert over de elektronenconfiguratie van ionen.
  • Je leert de verhoudingsformule van een zout opstellen.


Slide 4 - Tekstslide

Van atoom naar ion




Metaal ion is ALTIJD positief geladen.

Slide 5 - Tekstslide

Van atoom naar ion




Niet-metaal ion is ALTIJD negatief geladen

Slide 6 - Tekstslide

Welke elektrovalentie?




Verschillende elektrovalenties mogelijk? Elektrovalentie aangeven in zout!
Fe(III) = Fe3+ en Fe(II) = Fe2+


Slide 7 - Tekstslide

Zouten
  • In een vaste zout zijn de ionen gerangschikt in een ionrooster.
  • In een vast zout houdt de ionbinding de ionen op hun plaats in het rooster.
  • In vaste toestand is een zout altijd neutraal geladen.



Slide 8 - Tekstslide

Ionrooster van NaCl

Slide 9 - Tekstslide

Geleiding
Voor geleiding is nodig:
  • Lading
  • Beweging van elektronen

Welke stoffen geleiden stroom?
  • Metaal
  • Zout in oplossing
  • Gesmolten zout


Slide 10 - Tekstslide

Demo 5
De docent demonstreert de stroomgeleiding van vast, vloeibaar en opgelost zinkchloride, en van opgelost koperbromide.

  1. De docent bepaalt met een voeding en een lampje de stroomgeleiding van vast zinkchloride.
  2. Hij smelt het zinkchloride en bepaalt opnieuw de stroomgeleiding.
  3. De docent maakt een oplossing van zinkchloride en leidt daar enkele minuten stroom doorheen.
  4. Noteer wat er aan de positieve en negatieve elektrode gebeurt.
  5. Hij herhaalt stap 3 met koperbromide.
  6. Tot slot herhaalt hij stap 3 met gedestilleerd water.
  7. Schrijf op of er wel of geen stroomgeleiding plaatsvindt bij stap 1, 2, 3, 5 en 6.









Slide 11 - Tekstslide

Welke waarneming wijst erop dat er tijdens stroomgeleiding een reactie plaatsvindt in de oplossing van zinkchloride?

Slide 12 - Open vraag

Leg uit waarom de docent onderzoekt of gedestilleerd water de stroom geleidt.

Slide 13 - Open vraag

Welke conclusie trek je over de stroomgeleiding van een vast, gesmolten en opgelost zout?

Slide 14 - Open vraag

Verhoudingsformules bij zouten
  • De verhoudingsformule van een zout is de verhouding tussen het aantal metaalionen en niet-metaalionen.
  • In een zout moet de positieve lading gelijk zijn aan de negatieve lading.
  • Een zout moet dus neutraal zijn.
  • Voorbeeld: Na+Cl- (1+ en 1- dus neutraal)




Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Leren en maken 1.4

Slide 16 - Tekstslide