Kinderen met een uitdaging

Kinderen met een uitdaging......
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kinderen met een uitdaging......

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
  1. Kinderen met heimwee
  2. Teruggetrokken kinderen 
  3. Kinderen die pesten/ gepest worden
  4. Kinderen  met AD(H)D 
  5. Kinderen met autisme 
  6. Overige uitdagingen 

Slide 2 - Tekstslide

Kinderen met heimwee 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe herken je heimwee bij kinderen?

Slide 4 - Open vraag

Wat is belangrijk? 
  • Laat merken dat je begrijpt dat het kind heimwee heeft.  
  • Ga met het kind in gesprek en probeer samen tot een oplossing te komen. Vragen die je kan stellen zijn: Wat helpt jou om je prettiger te voelen? Wanneer is de heimwee heel erg en wanneer wat minder? Wat kun je zelf doen om het prettiger te maken? Wat kunnen wij doen om het prettiger te maken?
  • Bespreek met het kind het programma wat uitgebreider door. Zo is er minder spanning en angst voor het onbekende. 
  • Bespreek het altijd met ouders. 
  • Soms is het gewoon zo erg dat het kind naar huis moet gaan. 

Slide 5 - Tekstslide

Teruggetrokken kinderen 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kan je teruggetrokken kinderen toch bij de groep betrekken?

Slide 7 - Open vraag

Soms is een kind om andere, persoonlijke, redenen wat stiller. Het kind loopt ergens mee rond en probeert dat te verbergen, maar valt daardoor juist op.  Wat kan je dan doen?
  • Ga met het kind in gesprek als je het gevoel hebt dat je een opening bij het kind kunt vinden of hebt gevonden. Koppel dit wel altijd terug aan je kadergroep.
  • Luister goed naar het kind en laat het vertellen. 
  • Probeer het kind op een positieve manier bij de groep te betrekken. 
  • Overleg in ernstige gevallen met het kader of jullie contact willen met de ouders.  

Slide 8 - Tekstslide

Kinderen die pesten/ gespest worden 

Slide 9 - Tekstslide

Wat doe je als je merkt dat het gepest wordt op kamp?

Slide 10 - Open vraag

Wat doe je?
  • Spreek in vertrouwen met het gepeste kind. 
  • Probeer het kind er wel van te overtuigen dat er iets moet gebeuren. 
  • Neem het kind serieus. 
  • Bespreek met het kind wat voor hem of haar de oplossing is. 
  •  Spreek af dat het kind naar je toe moet komen om te vertellen wat er aan de hand is. 
  • Praat ook met de pester, spreek over hoe het gepeste kind zich voelt. 
  • Geef aan dat je wil dat het stopt. 
  • Bespreek de consequenties. 
  • Bespreek het met de gehele groep. Zeg dat het geen klikken is. 

! Probeer de veilige sfeer te behouden voor alle kinderen. 

Slide 11 - Tekstslide

Kinderen met AD(H)D

Slide 12 - Tekstslide

Wat is AD(H)D?
  • Aandacht en concentratie 
  • Hyperactiviteit 
  • Impulsiviteit 
  • Regelfuncties 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe ga je zo goed mogelijk om met deze kinderen (zonder dat je geïrriteerd raakt)?

Slide 14 - Open vraag

Tips: 
  • Ze hebben baat bij structuur en dat ontbreekt. Houdt hier rekening mee. 
  • Geef niet te veel opdrachten tegelijk. 
  • Positief benaderen. 
  • Duidelijke afspraken maken. 
  • Medicijnen op het juiste moment geven. 
  • Geef eventueel taken tijdens de uitleg.  

Slide 15 - Tekstslide

Kinderen met autisme 

Slide 16 - Tekstslide

Wat zie je terug op kamp?
  • Moeite met aangaan en onderhouden van contacten. 
  • Moeite met recht in de ogen kijken. 
  • Moeite met uiten van emoties. 
  • Gebrek aan inlevingsvermogen. 
  • Moeite met begrijpen van sociale regels. 
  • Zich afsluiten van de buitenwereld. 
  • motorische onhandigheid. 
  • overgevoeligheid voor geluiden en aanraking. 
  • vasthouden aan bepaalde routines. 
  • driftig uiten. 
  • Uitspraken persoonlijk opvatten of te letterlijk nemen. 

Slide 17 - Tekstslide

Wat is belangrijk op kamp voor deze kinderen?

Slide 18 - Open vraag

Duidelijkheid en overzicht is heel belangrijk. 
  • Programma doorspreken 
  • Vertel een verandering in het programma eerst aan dit kind en dan pas aan de gehele groep. 
  •  Let op je taalgebruik. 
  • Geef het kind een afkoelperiode en plek. 
  • Probeer ze zo min mogelijk fysiek te benaderen. 
  • Blijf met het kind in gesprek gaan. 
  • Schroom niet om ouders om hulp te vragen. 

Slide 19 - Tekstslide

Waar kan je nog meer mee te maken krijgen op kamp?

Slide 20 - Open vraag

Tip: Bespreek alles met je kader, zodat je hele kader op de hoogte is. 


Betrek ook de ouders er goed bij. Liever een keer te veel gebeld dan een keer te weinig en een hoop gedoe achteraf. 

Slide 21 - Tekstslide