7.3 het verhaal van fossielen

7.3 Het verhaal van fossielen
-fossilisatie
-relatieve en absolute leeftijd
-halveringstijd (isotoop)
-homologe en analoge structuren
-rudimentaire organen 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

7.3 Het verhaal van fossielen
-fossilisatie
-relatieve en absolute leeftijd
-halveringstijd (isotoop)
-homologe en analoge structuren
-rudimentaire organen 

Slide 1 - Tekstslide

Fossilisatie
5 mogelijke manieren:
  1. Verstening
  2. Verdroging
  3. Lage temperaturen
  4. Lage pH + zuurstofgebrek
  5. Opsluiten in barnsteen.

Slide 2 - Tekstslide

Relatieve ouderdomsbepaling fossiel
gidsfossielen in aardlagen --> hebben kort op aarde geleefd & groot verspreidingsgebied

Ouderdom gidsfossiel is exact bepaald, dus alle andere soorten fossielen die in dezelfde aardlaag zijn gevonden, zijn dan ook ongeveer zo oud.



Slide 3 - Tekstslide

Trilobiet
Gidsfossiel voor het Cambrium

Slide 4 - Tekstslide

absolute ouderdomsbepaling
Koolstofatomen in de atmosfeer bestaan uit een vaste percentage  radioactieve 14C isotopen. (rest = 12C)

fotosynthese-> CO2 -> glucose -> voeding -> bouwstof
Een organisme is opgebouwd uit hetzelfde  percentage 14C atomen (rest is 12C)

Slide 5 - Tekstslide

Absolute ouderdomsbepaling fossiel
Absoluut: wordt vastgesteld met behulp van radioactieve isotopen waarvan halveringstijd bekend is.

Isotopen: verschillende vormen van een element, elk met een andere atoommassa: 14C = radioactief isotoop, 12C = gewoon isotoop

Verhouding van 14C/12C meten in fossiel: na 5736 jaar is de helft van de radioactieve 14C-atomen verdwenen 



Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Radioactieve isotopen
14C: voor bepalen ouderdom van fossielen t/m 60.000 jaar oud

Voor oudere fossielen worden de isotopen van uranium of kalium gebruikt, omdat de halveringstijd langer duurt. (BINAS 25A)

Slide 8 - Tekstslide

overeenkomsten bouw
Homologe organen vertonen een overeenkomst in bouw die voortkomt uit eenzelfde embryonale ontstaanswijze. Verschillende functies zijn ontstaan als aanpassing aan een verschillend milieu. 
Analoge organen hebben eenzelfde functie, maar een totaal verschillende bouw. Deze is ook niet terug te vinden in een gemeenschappelijke voorouder.

Slide 9 - Tekstslide

rudimentaire organen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

missing link
Coelacanth


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video