4.7 grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Stillezen!

Lesdoelen

Vandaag leren jullie aanwijswoorden en vragend voornaamwoorden te herkennen en aanwijzen

Wat zijn
voornaamwoorden?
Je mag ook een
voorbeeld geven

Persoonlijk voornaamwoorden

ik 

jij

hij/zij/hen 

wij 

jullie 

zij

Bezittelijk voornaamwoorden

mijn 

jouw

zijn/haar/hun

ons

jullie

hun

Iets nieuws: 

Verwijst naar een zelfstandig naamwoord:

Dat meisje

Zo'n hondje

Maar kan ook alleen in een zin: 

Dat was leuk! 

Het aanwijzend  voornaamwoord

Aanwijzend voornaamwoorden

               Aanwijzend voornaamwoord      

Een aanwijzend voornaamwoord...

1. wijst een bijvoeglijk naamwoord aan
2. wijst een zelfstandig naamwoord aan
3. wijst een lidwoord aan
4. wijst een werkwoord aan

Wat doet een
aanwijzend voornaamwoord?

1. het wijst nooit iets of iemand aan
2. het wijst altijd iets of iemand aan
3. het wijst naar het noorden
4. het wijst naar een werkwoord

Wat is GEEN aanwijzend voornaamwoord

1. Zo'n
2. Daar
3. Dit
4. Deze

Wat is een aanwijzend voornaamwoord?

1. die, dit
2. jouw, mijn
3. ik, jij

Wat is geen aanwijzend voornaamwoord?

1. dat
2. die
3. wat
4. deze

Nog iets nieuws: 

het vragend voornaamwoord

wie, wat, welke, wat voor (een)

(Ze verwijzen altijd naar iets of iemand)

Wie gaat er mee?

Welk liedje was op de radio? 

Wat is er gebeurd?

Wat voor een hond heb je?

En dus niet: 

hoe ga je er naartoe? Want dat verwijst niet naar iets/iemand

Aan de slag!

Maken 4.7 grammatica

GL: opdracht 3, 4, 5, 7, 8 + 10

Kader: 3, 4, 6, 7, 8 + 9

Extra uitleg in de filmpjes!

Klaar? Heb je Test Jezelf 4.3 en 4.5 al af?