kgt 1 - chapitre 2- voca F + getallen + herh. ontkenningen

• Frans
• Middelbare school
• vmbo k, t, mavo
• Leerjaar 1

BIENVENUE

Wat kun je nu al doen?

- Login op lessonup, voer de code in en voer je voornaam + achternaam in.

- Pak je boeken erbij!

- Houd pen en papier in de buurt.

CHAPITRE 2 - On mange quoi?

• Absentie
• Overhoring vocabulaire F
• Terugblik ontkenningen
• Getallen t/m 69
• Huiswerk: bron H maken

Rappel:

• Blijf de vocabulaire goed herhalen!
• Lees de samenvatting achterin je boek regelmatig en goed door.
• Oefen op quizlet!
• Begin op tijd met leren!

DOEL VAN DE LES

• Ik ken de woorden van vocabulaire F
• Ik kan een zin ontkennend maken
• ik ken de getallen 1 t/m 69

Wat betekent:
la boulangerie
l'argent
la baguette

Wat betekent:
beaucoup
marcher
le magasin

Hoe zeg je: ik begrijp het niet.

Hoe zeg je: bedankt, tot ziens!

Wat betekent:
Je voudrais une baguette.

Wat betekent:
Ça coute combien?

Ça coute combien?
Hoe zeg je:
Dat kost drie euro twintig.

De ontkenningen

Uitleg + oefenen 

DE ONTKENNINGEN

niet vertaal je naar het Frans met: ne .... pas 

Op de puntjes komt het werkwoord te staan.

Als het werkwoord begint met een klinker, schrijf je n'.

Bijvoorbeeld: je ne parle pas français = ik spreek geen Frans.

NIET/GEEN = NE .... PAS

Bijvoorbeeld: je ne parle pas français = ik spreek geen Frans.

'ne' komt vòòr het werkwoord.

'pas' komt achter het werkwoord. 

Je cherche mes parents.

Je ne cherche pas mes parents.

Welke 2 franse woordjes gebruik je om de ontkenning te maken? Met welke woorden vertaal je: niet/geen?

Op welke plaats in de zin komen de woordjes 'ne' en 'pas'?

1. voor en na het onderwerp
2. voor en na het lijdend voorwerp
3. voor en na de persoonsvorm

Wanneer schrijf je 'ne' voluit en wanneer schrijf je 'n'?

Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Je parle français.

1. je
2. parle
3. français

Maak de zin ontkennend:
Je parle français.
met: ne ..... pas

Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Je déteste le coca.

1. je
2. le coca
3. déteste

Maak de zin ontkennend:
Je déteste le coca.
met: ne ..... pas

Wat is de persoonsvorm in deze zin:
J'habite á Paris.

1. j'
2. á
3. habite
4. Paris

Maak de zin ontkennend:
J'habite à Paris.
met: n' ..... pas

De getallen

Herhalen 

DE TIENTALLEN

Sleep blauw naar rood.

10

20

30

40

50

60

Cinquante

soixante

dix

vingt

trente

quarante

31

1. trente-un
2. trente et un

64

1. six-quatre
2. soixante-quatre

quarante-huit

1. 24
2. 48
3. 18
4. 14

vingt-neuf

soixante-six

trente-deux

vingt-six

dix-huit

vingt-deux

quatorze

Vertaal naar het Frans
7

Vertaal naar het Frans
19

Vertaal naar het Frans
35

HUISWERK

Leren: 

vocabulaire A bladzijde 90 + getallen t/m 69 (quizlet!)

Maken: 

bron H opdracht 30 t/m 33 bladzijde 86-89