P4, les 2 - NED FORM 2F+3F

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Periode 4, les 2 (NED 2F+3F)

Hoofdstuk 1: Samenhang in je tekst 

§ 1.2 Signaalwoorden

Online terug te vinden onder het kopje ‘FORM1' 

Lesdoelen: 

§ 1.2 - Je maakt het verband tussen je zinnen duidelijk met signaalwoorden.

Goedgebekt

De student breidt zijn/haar woordenschat verder uit.
 

Venijnige woordendictee

De student oefent met de spelling van moeilijke horeca gerelateerde woorden.

    

Hoe goed is jouw woordenschat?
Laten we dat eens bekijken!

Wat betekenen de volgende uitdrukkingen, gezegdes, etc.?

Antwoord zo goed en snel mogelijk.
Succes!

    

1. De docent is niet tevreden over de attitude van de student.

1. oplettendheid
2. resultaten
3. houding/instelling

2. Die snob nodigen wij niet graag uit.

1. Iemand die zich beter/rijker voordoet.
2. Een persoon die bijzonder onbetrouwbaar blijkt te zijn.
3. Een persoon die plotseling over veel geld beschikt.

3. De ceremonie vindt om 15.00 uur plaats.

1. plechtige handeling
2. opening
3. verkiezing

4. In brieven moet je zo min mogelijk clichés gebruiken.

1. moeilijk woorden
2. technische woorden
3. veelgebruikte (afgezaagde) formuleringen

5. U treft de specificatie aan in de bijlage.

1. toelichting met alle onderdelen apart vermeld
2. conclusie
3. beknopt overzicht

6. Na de aardbeving sprak men van een catastrofe.

1. onbegrijpelijke situatie
2. grote ramp
3. oneerlijke straf

7. Is dat het origineel of een reproductie?

1. nabootsing
2. vervalsing
3. proefdruk

8. Zo'n opleiding in de avonduren doen, is geen sinecure.

1. zinloze ontspanning
2. kleinigheid
3. probleem

9. Dat is een heilloze zaak.

1. slecht aflopende
2. vervelende
3. onbelangrijke

10. Bij calamiteiten moet je proberen rustig te blijven.

1. moeilijke examens
2. grote rampen
3. ernstige ziektes

Je publiek begrijpt je beter als je de verbanden in je tekst duidelijk maakt met signaalwoorden. 

Bijvoorbeeld:

volgorde	Eerst zet je de borden op tafel. Dan leg je het bestek naast de borden. Zet vervolgens de servetten op de borden.
reden of argument	* Maak snel de bestelling af, want die wordt zo opgehaald. * De sportschool verhuist naar een nieuw gebouw. Daarom zijn we komende week gesloten.
oorzaak - gevolg	* Groene zeep is meestal niet geparfumeerd. Daardoor heeft deze zeep een typische, eigen geur. * Verschillende machines werken niet, doordat de stroom is uitgevallen.
tegenstelling	* Zonneallergie is vervelend, maar niet ernstig. * Hoewel u me had gezegd dat het loon binnen een maand op mijn rekening zou staan, heb ik het nog steeds niet ontvangen.

Hoe goed ben jij in spelling?
Laten we dat eens bekijken!

Welk woord is goed gespeld?

Antwoord zo goed en snel mogelijk.
Succes!

    

1. Welk woord is goed gespeld?

1. id kaart
2. ID kaart
3. id-kaart
4. ID-kaart

2. Welk woord is goed gespeld?

1. ijscoupe
2. ijs coupe
3. ijscoup
4. ijs coup

3. Welk woord is goed gespeld?

1. irish coffee
2. Irish coffee
3. Irish Coffee
4. irish Coffee

4. Welk woord is goed gespeld?

1. jus d-orange
2. Jus d-orange
3. jus d’orange
4. Jus d’orange

5. Welk woord is goed gespeld?

1. kaassoufflé
2. kaas soufflé
3. kaassouflee
4. kaas souflee

6. Welk woord is goed gespeld?

1. kabeljouw
2. kabeljou
3. kabeljauw
4. kabeljau

7. Welk woord is goed gespeld?

1. kant en klaar maaltijd
2. kant-en-klaar maaltijd
3. kant en klaarmaaltijd
4. kant-en-klaarmaaltijd

8. Welk woord is goed gespeld?

1. karamelliseren
2. caramelliseren
3. karameliseren
4. carameliseren

9. Welk woord is goed gespeld?

1. carbonaad’je
2. karbonaad’je
3. karbonaadje
4. carbonaadje

10. Welk woord is goed gespeld?

1. keuken gerei
2. keukengerei
3. keuken gerij
4. keukengerij

Maak de volgende opdrachten op je Nu Nederlands online licentie (tabblad FORM1):
 

2F – Form 1.2 Opdracht 1                                    2F – Form 1.2 Opdracht 3        

2F – Form 1.2 Opdracht 2                                   

2F – Form 1.2 Extra opdracht 1                          2F – Form 1.2 Extra opdracht 2

    

2F niveau

Maak de volgende opdrachten op je Nu Nederlands online licentie (tabblad FORM1): 

3F – Form 1.2 Opdracht 1                                 3F – Form 1.2 Extra opdracht 1

                                                                               3F – Form 1.2 Extra opdracht 2                   

    

3F niveau

Ik ben deze les actief bezig geweest.

😒🙁😐🙂😃

Ik weet wat ik nu nog moet doen en/of afmaken voor de volgende les.

😒🙁😐🙂😃

Extra oefenen:

*Moeite met spelling?

Maak dan de oefeningen van Beter Spellen (niveau 2F + 3F).

Hier staan elke dag 4 nieuwe vragen.

Je kunt meteen controleren of jouw antwoorden goed/fout zijn en waarom!
 

*Heb je de theorie niet goed begrepen?

Bekijk bij Screencasts nogmaals de uitleg van deze paragraaf (1.2 Signaalwoorden).