Fictie gaat over verhalen en gedichten. Je leert bijvoorbeeld iets over de schrijfstijl van een verhaal en over een hoofdpersoon. Aan het einde van deze cursus lezen we samen een boek en maken we er vragen bij.
Slide 9 - Tekstslide
Instructie
Verhalen en gedichten kun je verdelen in:
fictie
non-fictie
Slide 10 - Tekstslide
Instructie
FICTIE
Betekenis
Verhalen en gedichten die verzonnen zijn door de schrijver
Doel:
Amuseren: de schrijver wil dat je het verhaal/gedicht mooi, grappig of zielig vindt
Slide 11 - Tekstslide
Instructie
Als je een verhaal leest dat echt helemaal niet gebeurd kan zijn, dan noem je dat een fantasieverhaal. Denk bijvoorbeeld aan Harry Potter!
Als je een verhaal leest dat best weleens gebeurd kan zijn, dan noem je dat een realistisch verhaal.
Slide 12 - Tekstslide
Instructie
NON-FICTIE
Betekenis
Verhalen en gedichten met informatie erin
Doel:
Iets leren, informatie geven, iets uitleggen, iemand overtuigen van je mening
Slide 13 - Tekstslide
Instructie
Slide 14 - Tekstslide
Instructie
We kijken het instructiefilmpje
Slide 15 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 16 - Link
Aan de slag
Ga aan de slag met opdracht 2 t/m 7 op bladzijde 60-66.