310 les 13: vk en 8.1 / Machten en grote getallen - 3M

Telefoon in de telefoontas.
Laptop in de tas.
Welkom   wiskunde!
Wat gaan we doen?
●  Lesdoel bespreken
● Terugblik: H2, H7 en Vk8
●  Uitleg: 8.1A en 8.2
●  Zelfstandig werken
●  Huiswerk en afsluiting
bij
We gaan zo starten.
Leerdoelenformulier inplakken.
Leg je
wiskunde-
spullen 
op tafel.
1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Telefoon in de telefoontas.
Laptop in de tas.
Welkom   wiskunde!
Wat gaan we doen?
●  Lesdoel bespreken
● Terugblik: H2, H7 en Vk8
●  Uitleg: 8.1A en 8.2
●  Zelfstandig werken
●  Huiswerk en afsluiting
bij
We gaan zo starten.
Leerdoelenformulier inplakken.
Leg je
wiskunde-
spullen 
op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Je kent de begrippen macht, grondtal en exponent.

Je kunt een macht uitspreken en berekenen
 met en zonder de rekenmachine.

 Je kent de begrippen duizend, miljoen, miljard, biljoen
 en je kunt dit schrijven als macht van 10.

Je kunt getallen op de juiste manier afronden.

Je kunt de rekenvolgorde op de juiste manier toepassen.

H7: Oppervlakte en inhoud
VK 2D en 3D
1. Eenheden omrekenen
2. Oppervlakte en omtrek
3. Oppervlakte ruimtefiguren
4. Inhoud
5. Oppervlakte en vergroten
6. Inhoud en vergroten

H8: Getallen
VK Machten
1. Grote getallen
2. Wetenschappelijke notatie
3. Eenheden van tijd
4. Eenheden van snelheid
5. Verhoudingen
H2: Meetkunde
VK Rekenen en Pythagoras
4. Aanzichten

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel

Je kunt grote getallen schrijven met cijfers
 of met de woorden duizend, miljoen, miljard.



H7: Oppervlakte en inhoud
VK 2D en 3D
1. Eenheden omrekenen
2. Oppervlakte en omtrek
3. Oppervlakte ruimtefiguren
4. Inhoud
5. Oppervlakte en vergroten
6. Inhoud en vergroten

H8: Getallen
VK Machten
1. Grote getallen
2. Wetenschappelijke notatie
3. Eenheden van tijd
4. Eenheden van snelheid
5. Verhoudingen
H2: Meetkunde
VK Rekenen en Pythagoras
4. Aanzichten

Slide 3 - Tekstslide

Als je met de auto rijdt dan meet je de snelheid in
A
kilometers
B
liters
C
grammen
D
km/uur

Slide 4 - Quizvraag

Welk aanzicht is naast het bovenaanzicht getekend?

voor
A
rechterzijaanzicht
B
linkerzijaanzicht
C
vooraanzicht
D
achteraanzicht

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de formule voor de oppervlakte van een cirkel?
A
opp.cirkel=πstraat2
B
opp.cirkel=diameterπ
C
opp.cirkel=πstraal2h
D
opp.cirkel=diameterπh

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de formule voor de inhoud van een cilinder?
A
I.cilinder=lbh
B
I.cilinder=0,5zbhh
C
I.cilinder=πstraal2h
D
I.cilinder=diameterπh

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

dikte
straal
Inhoud
Inhoud cilinder=πstraal2hoogte
Inhoud               =π    z  2       a
Inhoud               =pi   z  z      a
Inhoud =pi z  z  a
_________
_______
____________
____________

Slide 9 - Tekstslide

Als de schaal 1 : 250 is, wat is dan de vergrotingsfactor?

Slide 10 - Open vraag

Voorkennis






  • Hoe reken je dit uit?
  • Hoe toets je het in op je rekenmachine?




34
Macht
Exponent
Grondtal

Slide 11 - Tekstslide

Grote getallen
Hoeveel nullen heeft: duizend? miljoen? miljard?
  • 1 duizend = 1 000 (3 nullen) = 10 x 10 x 10 = 103
  • 1 miljoen = 1 000 000 (6 nullen) = 106
  • 1 miljard = 1 000 000 000 (9 nullen) = 109
  • 1 biljoen = 1 000 000 000 000 (12 nullen) = 1012



Slide 12 - Tekstslide

Grote getallen
Hoeveel nullen heeft: duizend? miljoen? miljard?
  • 1 duizend = 1 000 (3 nullen) = 10 x 10 x 10 = 103
  • 1 miljoen = 1 000 000 (6 nullen) = 106
  • 1 miljard = 1 000 000 000 (9 nullen) = 109
  • 1 biljoen = 1 000 000 000 000 (12 nullen) = 1012



Slide 13 - Tekstslide

Grote getallen
Hoeveel nullen heeft: duizend? miljoen? miljard?
  • 1 duizend = 1 000 (3 nullen) = 10 x 10 x 10 = 103
  • 1 miljoen = 1 000 000 (6 nullen) = 106
  • 1 miljard = 1 000 000 000 (9 nullen) = 109
  • 1 biljoen = 1 000 000 000 000 (12 nullen) = 1012



Slide 14 - Tekstslide

Grote getallen
Hoeveel nullen heeft: duizend? miljoen? miljard?
  • 1 duizend = 1 000 (3 nullen) = 10 x 10 x 10 = 103
  • 1 miljoen = 1 000 000 (6 nullen) = 106
  • 1 miljard = 1 000 000 000 (9 nullen) = 109
  • 1 biljoen = 1 000 000 000 000 (12 nullen) = 1012



Slide 15 - Tekstslide

Grote getallen
Hoeveel nullen heeft: duizend? miljoen? miljard?
  • 1 duizend = 1 000 (3 nullen) = 10 x 10 x 10 = 103
  • 1 miljoen = 1 000 000 (6 nullen) = 106
  • 1 miljard = 1 000 000 000 (9 nullen) = 109
  • 1 biljoen = 1 000 000 000 000 (12 nullen) = 1012



Slide 16 - Tekstslide

Grote getallen
Hoeveel nullen heeft: duizend? miljoen? miljard?
  • 1 duizend = 1 000 (3 nullen) = 10 x 10 x 10 = 103
  • 1 miljoen = 1 000 000 (6 nullen) = 106
  • 1 miljard = 1 000 000 000 (9 nullen) = 109
  • 1 biljoen = 1 000 000 000 000 (12 nullen) = 1012



Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Schrijf 5,78 miljoen met alleen cijfers.

Slide 19 - Open vraag

Schrijf met het woord miljoen, rond af op één decimaal:
1.234.567

Slide 20 - Open vraag

Rekenvolgorde
1.

2.

3.

4.



Haakjes wegwerken
Vermenigvuldigen en delen. (L naar R)
Optellen en aftellen (L naar R)
Kwadrateren en worteltrekken.

Slide 21 - Sleepvraag

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =


    

Slide 22 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =


    

Slide 23 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 

    

Slide 24 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 

    

Slide 25 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 

    

Slide 26 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 
65 536 :   8  +    253    :  54  = 

    

Slide 27 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 
65 536 :   8  +    253    :  54  = 

    

Slide 28 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 
65 536 :   8  +    253    :  54  = 

    

Slide 29 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 
65 536 :   8  +    253    :  54  = 
65 536 :   8  + 15 625 :  54  =

    

Slide 30 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 
65 536 :   8  +    253    :  54  = 
65 536 :   8  + 15 625 :  54  =

    

Slide 31 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 
65 536 :   8  +    253    :  54  = 
65 536 :   8  + 15 625 :  54  =

    

Slide 32 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 
65 536 :   8  +    253    :  54  = 
65 536 :   8  + 15 625 :  54  =
65 536 :   8  + 15 625 : 625 =
    

Slide 33 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 
65 536 :   8  +    253    :  54  = 
65 536 :   8  + 15 625 :  54  =
65 536 :   8  + 15 625 : 625 =
    

Slide 34 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 
65 536 :   8  +    253    :  54  = 
65 536 :   8  + 15 625 :  54  =
65 536 :   8  + 15 625 : 625 =
    

Slide 35 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 
65 536 :   8  +    253    :  54  = 
65 536 :   8  + 15 625 :  54  =
65 536 :   8  + 15 625 : 625 =
        8 192      + 15 625 : 625 =  

Slide 36 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 
65 536 :   8  +    253    :  54  = 
65 536 :   8  + 15 625 :  54  =
65 536 :   8  + 15 625 : 625 =
        8 192      + 15 625 : 625 =  

Slide 37 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 
65 536 :   8  +    253    :  54  = 
65 536 :   8  + 15 625 :  54  =
65 536 :   8  + 15 625 : 625 =
        8 192      + 15 625 : 625 =  

Slide 38 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 
65 536 :   8  +    253    :  54  = 
65 536 :   8  + 15 625 :  54  =
65 536 :   8  + 15 625 : 625 =
        8 192      + 15 625 : 625
        8 192      +             25          = 

Slide 39 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 
65 536 :   8  +    253    :  54  = 
65 536 :   8  + 15 625 :  54  =
65 536 :   8  + 15 625 : 625 =
        8 192      + 15 625 : 625
        8 192      +             25          = 

Slide 40 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 
65 536 :   8  +    253    :  54  = 
65 536 :   8  + 15 625 :  54  =
65 536 :   8  + 15 625 : 625 =
        8 192      + 15 625 : 625
        8 192      +             25          = 

Slide 41 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 
65 536 :   8  +    253    :  54  = 
65 536 :   8  + 15 625 :  54  =
65 536 :   8  + 15 625 : 625 =
        8 192      + 15 625 : 625
        8 192      +             25          = 8 217

Slide 42 - Tekstslide

Goede notatie:
    164    : 23 +    253    :  54  =
65 536 : 23 +    253    :  54  = 
65 536 :   8  +    253    :  54  = 
65 536 :   8  + 15 625 :  54  =
65 536 :   8  + 15 625 : 625 =
        8 192      + 15 625 : 625
        8 192      +             25          = 8 217

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

Hoe spreek je uit:
874.930.284.759.309

  • 0,95 miljoen met alleen getallen is?
  • 950.000
  • 23.400.000 met het woord miljoen is?
  • 23,4 miljoen

Slide 45 - Tekstslide

Eenheden van informatie


Welke eenheden van informatie kennen jullie?

Slide 46 - Tekstslide

Eenheden van informatie
Waarom x 1000?
Eigenlijk zit tussen de kB en byte nog een aantal stappen:
  • kB - hB - daB - byte
Vergelijk dit met:
  • km - hm - dam - m
De m van meter is nu byte ofwel B geworden. 
Hierbij doe je bij elke stap x10. Dat is dan ook zo bij kB naar hB,
hieruit volgt dan dat je van kB naar byte x10x10x10 ofwel x1000 doet.

Slide 47 - Tekstslide

15 MB = ... kb

Slide 48 - Open vraag

3 TB = ... MB

Slide 49 - Open vraag

3.400.000 byte = ... GB

Slide 50 - Open vraag

Huiswerk

Maken van H8:


Paragraaf 8.1 volgens van jouw leerroute

Nakijken:

Huiswerk van H2, H7 en H8 tot nu toe.


Achter deze les staan een aantal nuttige filmpjes




Zs
Zf
Zf
timer
4:00
Huiswerk bespreken
Extra uitleg
Testopgaven: 
A -> blz. 109
B -> blz. 113

Slide 51 - Tekstslide

Welk leerpunt neem jij mee uit deze les?

Slide 52 - Woordweb

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Video

Slide 55 - Video

Slide 56 - Video