In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
vrijdag 16/9 2h
stillezen (10 min.)
lezen Fictie C tekst 5
hoe spanning in een verhaal?
maken creatieve schrijfopdracht
Slide 1 - Tekstslide
Pak je leesboek erbij!
Je gaat 10 minuten lezen.
Boek niet bij je? Pak zachtjes een boek uit het kratje voorin de klas.
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
Spanning!
Slide 3 - Tekstslide
lezen blz. 216 Fictie C
lezen tekst 5
Hoe heeft de schrijfster geprobeerd het verhaal spannend te maken?
uitleg creatieve schrijfopdracht
Slide 4 - Tekstslide
Spanning in een verhaal door:
open plekken: vragen die het verhaal bij je oproept
uitstel
vermoeden
onverwachte wending
informatievoorsprong
bedreigende situatie/oplossing
cliffhanger
Ook het spelen met de tijd (tijdsprong) kan voor spanning zorgen.
Slide 5 - Tekstslide
Spanning in een verhaal door:
gevoelens en gedachten hoofdpersoon te beschrijven
uitstellen van de spanning/langzaam beschrijven
geluiden, bewegingen uitgebreid beschrijven
vragen oproepen/geheimen
open einde
Slide 6 - Tekstslide
Creatieve schrijfopdracht
Schrijf een misdaadverhaal (zie de online opdracht 7 van Fictie C)
Schrijf het verhaal vanuit de hoofdpersoon: beschrijf zijn/haar gedachten en gevoelens. Let op: de hoofdpersoon kan slachtoffer, dader of getuige zijn.
Zorg ervoor dat het een realistisch verhaal is. (zou echt zo gebeurd kunnen zijn)
C-boek kiezen in de mediatheek dat je nog niet hebt gelezen
volgende week dinsdag het 8e uur meenemen voor opdracht
Slide 16 - Tekstslide
opdracht boekendate
In 1 minuut vertellen welk boek je hebt gekozen, waarom je het hebt gekozen en waar het over gaat.
Dan vertelt de ander over zijn/haar boek
Na bel een plek doorschuiven (alleen rechterrij, rij bij het raam blijft zitten)
Noteer op een blaadje als je een boek (titel + schrijver) bent tegengekomen (min. 3) dat je ook wel zou willen lezen. Maak hiervan een top 3.
Slide 17 - Tekstslide
Timer
timer
1:00
Slide 18 - Tekstslide
Fictie C: Cliffhanger
Als de spanningsvraag voor een deel van het verhaal belangrijk is noemen we dat een cliffhanger.
We spreken van een cliffhanger als een hoofdstuk (of serie) eindigt op een heel spannend moment.
Slide 19 - Tekstslide
Fictie C: Wisseling tijd/plaats/perspectief
De schrijver kan een verhaal spannend maken door regelmatig te wisselen van tijd, plaats of perspectief. Dit gebeurt bv. aan het begin van een nieuw hoofdstuk.
Slide 20 - Tekstslide
Tijd in verhaal Fictie D
verleden: historische verhalen, herken je aan kleding, voorwerpen, jaartal
heden: herken je aan voorwerpen zoals laptop, mobiele telefoon/scooter, enz.
toekomst: herken bv. je aan nieuwe uitvindingen
Slide 21 - Tekstslide
Noteer minimaal drie punten waarop je moet letten tijdens een presentatie.