pluim - pluimpje, ring - ringetje, woning - woninkje etc.Let op:
1. eindigt het woord op de klinker a e o u --> verdubbel de klinker (paraplu - parapluutje, café - cafeetje)
2. eindigt het woord op i --> schrijf ie (ski - skietje, tosti - tostietje
3. eindigt het woord op y --> schrijf een apostrof (baby - baby'tje