Les 2 Literatuur

Lesdoelen
- Je leest in Zonder titel
- Je weet wat het literaire begrip perspectief inhoudt
- Je frist jouw kennis over werkwoordspelling op
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
- Je leest in Zonder titel
- Je weet wat het literaire begrip perspectief inhoudt
- Je frist jouw kennis over werkwoordspelling op

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
- Lezen Zonder titel (20 min)
- Terugblik: literaire begrippen (5 min)
- Uitleg: literaire begrip: perspectief (5 min)
- Zelfstandig werken (20 min)
- Nabespreken en afsluiting (10 min)

Slide 2 - Tekstslide

Lezen H16 - H20
Personages:
- uiterlijke kenmerken
- karaktereigenschappen

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Fictie (doel: amuseren) / non-fictie (doel: informeren)
Realistisch / niet-realistisch
Personages
Hoofdpersoon      Bijfiguren
Verschil?
Uiterlijke kenmerken / karaktereigenschappen
Gedachten en gevoelens
Ontwikkeling

Slide 4 - Tekstslide

Verschillende perspectieven

Slide 5 - Tekstslide

Ik-perspectief
  • Ik-persoon vertelt het verhaal
  • Je ziet alles door de ogen van één persoon 


  • Ik-persoon vertelt achteraf over gebeurtenissen


  • Ik-persoon vertelt over de gebeurtenissen die
    plaatsvinden op het moment dat hij vertelt. 
Vertellend ik-perspectief
Belevend ik-perspectief

Slide 6 - Tekstslide

Personaal perspectief
  • Hij-/zij-perspectief
  • Onzichtbare verteller
  • Je ziet de gebeurtenissen door de ogen van 
    één persoon
  • Je weet niet méér dan de hij- of zij-persoon

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld personaal perspectief
“Ik wil iets vragen over het hek’, zei hij flink, omdat dat het belangrijkste leek. “Ik wil weten waarom het er is.” Gretel draaide zich om op haar stoel en keek hem nieuwsgierig aan. “Wil je zeggen dat je dat niet weet?” vroeg ze. “Nee,” zei Bruno. “Ik begrijp niet waarom wij niet aan de andere kant mogen komen. Wat is er zo verkeerd aan ons dat we er niet naartoe mogen om te spelen?” 

Slide 8 - Tekstslide

Auctoriale verteller / alwetende verteller
  • Neemt niet deel aan de handeling
  • Geeft commentaar op de gebeurtenissen
  • Meest betrouwbaar
Verteller die als eigenlijk “boven het verhaal hangt”. Hij weet van meerdere personages wat zij zien, denken en voelen. Het verhaal wordt geschreven vanuit de hij/zij-vorm, maar door sommige zinnetjes weet je dat je met een alwetende verteller te maken hebt. Deze verteller kan soms zelfs in de toekomst kijken. 
De alwetende verteller vertelt dan dingen die geen van de personen kan weten. Hij heeft zelf geen rol binnen het verhaal, maar vertelt het verhaal en weet meer dan de hoofdpersonen bij elkaar.

Slide 9 - Tekstslide

Meervoudig perspectief

  • Afwisseling van verschillende perspectieven


  1. Sven (ik-perspectief)
  2. Parker (ik-perspectief)

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
- Maak eerst de opdracht bij het literaire begrip Perspectief
- Maak daarna de opdrachten van het Werkblad 
- Maak vervolgens de instapopdracht werkwoordspelling op blz. 67 in Talent A

NB: nog een aantal leerlingen moeten de opdracht Even voorstellen in Teams nog invullen! 

Slide 11 - Tekstslide