Les 11 telefoneren

Les 11 telefoneren
Lesdoel: Ik weet het verschil tussen formeel en informeel telefoneren.

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 11 telefoneren
Lesdoel: Ik weet het verschil tussen formeel en informeel telefoneren.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Informeel bellen
- bekenden
-regels minder belangrijk

Slide 3 - Tekstslide

Formeel bellen
Zakelijk bellen
Eerste indruk

Slide 4 - Tekstslide

Formeel bellen
Start met een correcte begroeting.
Noem de naam van de instelling, gevolgd door je eigen naam.
Noteer de naam van de beller.
Vraag wat je voor de ander kunt betekenen.
Herhaal de boodschap of geef een samenvatting.
Eindig met een correcte groet, bijvoorbeeld ‘Bedankt voor het bellen, fijne dag’.

Slide 5 - Tekstslide

Formeel bellen vervolg

Eindig met een correcte groet, bijvoorbeeld ‘Bedankt voor het bellen, fijne dag’.

Slide 6 - Tekstslide

Korte oefening
Tweetallen maken ruggen naar elkaar.
Spreek af wie belt.
Start het gesprek met Goedemorgen en bedrijf Janssen en eigen naam.
Wat kan ik voor u betekenen

Slide 7 - Tekstslide

korte oefening vervolg
De beller wil Mevr Janssen spreken in verband met een bestelling.
De telefoniste geeft aan: Zij is niet aanwezig en maakt een notitie.
De telefoniste vat samen wat zij heeft genoteerd
Zij sluit af met een correcte groet.
Wissel

Slide 8 - Tekstslide

Waarom telefoonnotitie?
Geconcentreerder luisteren
Terugbellen kan voorbereid worden.
Antwoord schrijven tijdens gesprek

Slide 9 - Tekstslide

Telefoonalfabet
Nederlandse telefoonalfabet = vooral Nederlandse namen
Internationaal telefoonalfabet = Plaatsen in de wereld

Slide 10 - Tekstslide

maken 
Maken opdracht 2c

Slide 11 - Tekstslide