Planteneters: Plooikiezen (voor vermalen) & snijtanden (werkt als een schaar)
Vleeseters: Knipkiezen (voor scheuren vlees) & hoektanden (doden van de prooi)
Slide 13 - Tekstslide
Aanpassen aan het eten
Snavelsoorten:
Haaksnavel - Roofvogels (vleeseters)
Zeefsnavel – Kleine planten en diertjes
Pincetsnavel - insecteneters
Kegelsnavel – zaad- en noteneters
Slide 14 - Tekstslide
Aanpassingen voor leefstijl
Poten van vogels:
Grijppoten – grijpen van prooien
Zwempoten – zwemvliezen, om door het water te bewegen
Steltpoten – makkelijk staan in hoog gras of ondiep water
Klimpoten – op en neer langs bomen en boomstammen
Slide 15 - Tekstslide
Vragen
Slide 16 - Tekstslide
Biotische factoren zijn:
A
water, voedsel en zonlicht
B
voedsel, vijanden en ziekteverwekkers
C
ziekteverwekkers, zonlicht en voedsel
D
Vijanden, water en temperatuur
Slide 17 - Quizvraag
Wat is geen biotische factor?
A
insecten
B
boom
C
ziekteverwerker
D
water
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een ecosysteem?
A
Alle abiotische factoren samen
B
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
C
A en B
D
Een bepaald gebied, waarin de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen
Slide 19 - Quizvraag
Een meer is een voorbeeld van een ecosysteem
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een ecosysteem voor eekhoorns?
A
Een boom
B
Een bos
C
Een bosrijke provincie
D
Een bosrijk land
Slide 21 - Quizvraag
Deze plant klimt m.b.v. hechtwortels langs andere planten omhoog, naar het licht. De planten hebben deze aanpassingen om omhoog te klimmen, om zo voldoende zonlicht te krijgen voor de fotosynthese.
A
Klimop
B
Voorjaarsbloeier
C
Planten met wortelrozetten
Slide 22 - Quizvraag
Deze plant groeit voordat de bomen bladeren krijgen. Zo krijgen ze voldoende licht.
A
Klimplant
B
Voorjaarsbloeier
C
Planten met wortelrozet
Slide 23 - Quizvraag
Welke aanpassing heeft een olifant om om te kunnen gaan met de hoge temperatuur in zijn natuurlijke leefomgeving?
Slide 24 - Open vraag
Wat voor kiezen zie je hier?
A
Plooikiezen
B
Knipkiezen
C
Knobbelkiezen
Slide 25 - Quizvraag
Wat voor soort dieren zal deze kiezen hebben?
A
Planteneter
B
Alleseter
C
Vleeseter
Slide 26 - Quizvraag
Birdy zegt: "Zangvogels die insecten eten hebben een pincetsnavel" Merel zegt: "Zangvogels die zaden eten hebben een haaksnavel" Wie heeft er gelijk?
A
Geen van beide
B
Alleen Birdy
C
Alleen Merel
D
Beide hebben gelijk
Slide 27 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding hiernaast.
Welk soort snavel zie je op de afbeelding?
A
kegelsnavel
B
pincetsnavel
C
zeefsnavel
D
haaksnavel
Slide 28 - Quizvraag
Wat voor snavel heeft dit dier?
A
pincetsnavel
B
haaksnavel
C
kegelsnavel
D
zeefsnavel
Slide 29 - Quizvraag
Aan het werk
Maken: opdrachten 3.1 (alles)
Kijk de opdrachten ook na.
Jullie bepalen welke vragen we volgende les bespreken!