Les: meiose vs mitose

Leerdoelen 
(Mitose vs. meoise)
- Je kunt het verloop van de celcyclus beschrijven en de verschillende fasen benoemen.
- Je kunt beschrijven hoe door meiose gameten worden gevormd en hoe de bevruchting verloopt.
- Je kunt de verschillen tussen  meiose en mitose benoemen. 
- Je kunt de fasen van mitose en meiose in de juiste volgorde uitbeelden op een (A3) werkblad.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen 
(Mitose vs. meoise)
- Je kunt het verloop van de celcyclus beschrijven en de verschillende fasen benoemen.
- Je kunt beschrijven hoe door meiose gameten worden gevormd en hoe de bevruchting verloopt.
- Je kunt de verschillen tussen  meiose en mitose benoemen. 
- Je kunt de fasen van mitose en meiose in de juiste volgorde uitbeelden op een (A3) werkblad.

Slide 1 - Tekstslide

Mitose
Doel van mitose: genetisch identieke dochtercellen te produceren uit een enkele moedercel  (genetisch identiek: geen verschillen in hun DNA).

Mitose is een essentieel proces voor:
- groei
- herstel van het lichaam (vervanging van beschadigde cellen).
- onderhoud van het lichaam (vervanging van dode of oude cellen; bijv. de huidcel).

Slide 2 - Tekstslide

Tijdens welke fase van de celcyclus vindt DNA-replicatie plaats?
A
G0-fase
B
S-fase (Synthesefase)
C
G2-fase
D
M-fase (Mitose)

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

De celcyclus

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Welke van de volgende opties beschrijft de juiste volgorde van de fasen van mitose?
A
Profase → Metafase → Anafase → Telofase
B
Metafase → Anafase → Profase → Telofase
C
Anafase → Telofase → Profase → Metafase
D
Telofase → Metafase → Anafase → Profase

Slide 9 - Quizvraag

Celdeling

Slide 10 - Tekstslide

Chromatiden

Slide 11 - Tekstslide

Meiose (reductiedeling)
Doel van meiose: het produceren van geslachtscellen (gameten) die essentieel zijn voor geslachtelijke voortplanting.

Deze geslachtscellen bevatten na meiose de helft van de genetische informatie.

Slide 12 - Tekstslide

Wat ontstaat er als een eicel en een zaadcel samensmelten?
A
Een cel met de helft van de chromosomen
B
Een cel met twee sets chromosomen
C
Een nieuwe zaadcel
D
Een nieuwe eicel

Slide 13 - Quizvraag

Bevruchting
  • Tijdens de bevruchting fuseren twee gameten.
  • Gameten zijn haploïde cellen: elke gameet bevat één volledige set chromosomen.
  • Het aantal chromosomen in een haploïde cel wordt aangeduid met de letter ‘n’.
  • Een bevruchte eicel, ofwel zygote, bevat twee volledige sets chromosomen.
  • De zygote is diploïde (twee sets chromosomen).
  • Diploïde cellen hebben twee keer elk chromosoom. Dit wordt weergegeven als ‘2n’.

Slide 14 - Tekstslide

Meiose l (Scheiding van homologe chromosomen)
Startpunt: Één diploïde cel (2n=4) met twee sets chromosomen.

Profase I: Homologe chromosomen paren en wisselen stukjes DNA uit.

Metafase I: De chromosomenparen worden in het midden van de cel uitgelijnd.

Anafase I: Homologe chromosomen worden uit elkaar getrokken naar de celpolen.

Telofase I & cytokinese: De cel splitst in twee haploïde cellen (n=2).

Slide 15 - Tekstslide

Meiose ll (Scheiding van zusterchromatiden)

Profase II: Chromosomen worden weer zichtbaar in beide haploïde cellen.

Metafase II: Chromosomen lijnen op in het midden van de cel.

Anafase II: Zusterchromatiden worden van elkaar gescheiden.

Telofase II & cytokinese: Elke cel deelt zich opnieuw, wat leidt tot vier haploïde cellen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video