Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoudsvorm.
Zelfstandige naamwoorden kunnen in het meervoud verschillende vormen hebben, maar de meesten eindigen op:
-en (deur -> deuren; stoel -> stoelen)
-s (computer -> computers; beker -> bekers)
Er zijn ook woorden zonder meervoudsvorm:
rijst, jeugd, benzine.
Slide 5 - Tekstslide
Meervoudsvormen met -ën
Als de klemtoon van de enkelvoudsvorm, die eindigt op -ie, op de laatste lettergreep valt, komt er -ën bij te staan in de meervoudsvorm.
melodie -> melodieën
technologie -> technologieën
Eindigt de enkelvoudsvorm op -ee? Dan altijd -ën erbij.
idee -> ideeën
zee -> zeeën
Slide 6 - Tekstslide
Meervoudsvormen met -ën
Valt de klemtoon bij woorden die in de enkelvoudsvormen eindigen op -ie niet op de laatste lettergreep? In dat geval schrijf je geen extra e.
bacterie -> bacteriën
provincie -> provinciën
kolonie -> koloniën
porie -> poriën
olie -> oliën
Slide 7 - Tekstslide
Welke meervoudsvorm is goed geschreven?
A
porieën
B
pories
C
poriën
D
porie-en
Slide 8 - Quizvraag
Welke meervoudsvorm is goed geschreven?
A
zeën
B
zeeën
C
zees
D
zee-en
Slide 9 - Quizvraag
Welke meervoudsvorm is goed geschreven?
A
industries
B
industrieën
C
industriën
D
industrie-en
Slide 10 - Quizvraag
Meervoudsvormen met 's
Je schrijft 's wanneer het woord anders tot spraakverwarring leidt.
De 's komt na elke lange klank (a, i, o, u, y), behalve bij de e.
oma -> oma's
hobby -> hobby's
mbo -> mbo's
bh -> bh's
Slide 11 - Tekstslide
Meervoudsvormen met s
Je schrijft de s aan de meervoudsvorm vast wanneer het niet tot spraakverwarring leidt en bij woorden die eindigen op: eau, ay, ieu, ui, ie, e, ee en é.
cadeau -> cadeaus
essay -> essays
milieu -> milieus
etui -> etuis
receptie -> recepties
promenade -> promenades
abonnee -> abonnees
café -> cafés
Slide 12 - Tekstslide
Welke meervoudsvorm is goed geschreven?
A
babys
B
baby's
C
baby-en
D
babyën
Slide 13 - Quizvraag
Welke meervoudsvorm is goed geschreven?
A
etui-en
B
etui's
C
etuiën
D
etuis
Slide 14 - Quizvraag
Welke meervoudsvorm is goed geschreven?
A
taxis
B
taxi's
C
taxiën
D
taxi-en
Slide 15 - Quizvraag
Klankverandering
Er zijn ook woorden die in het meervoud een klankverandering krijgen. Je kunt ze herkennen aan de laatste letters in het woord.
ium -> ia (medium -> media; decennium -> decennia)
cus -> ci (medicus -> medici; politicus -> politici)
um -> a (centrum -> centra; datum -> data)
Slide 16 - Tekstslide
Aaneenschrijven
Samengestelde woorden schrijf je zo veel mogelijk aan elkaar, zolang dat geen lees- of uitspraakproblemen oplevert.
een deel van de samenstelling bestaat uit een naam, afkorting, cijfers of tekens.
kabinet-Wilders, mbo-student, A3-papier, €-teken.
Slide 18 - Tekstslide
Aaneenschrijven koppelteken
Het koppelteken (-) gebruik je:
in samengestelde aardrijkskundige namen.
Noord-Brabant, Midden-Amerika, Oost-Europese
in vaste combinaties.
klaar-over, ons rood-wit-blauw, doe-het-zelfzaak
Slide 19 - Tekstslide
Welk woord is goed gespeld?
A
EU-uitbreiding
B
EU uitbreiding
C
EUuitbreiding
Slide 20 - Quizvraag
Welk woord is goed gespeld?
A
avondopleiding
B
avond opleiding
C
avond-opleiding
Slide 21 - Quizvraag
Welk woord is goed gespeld?
A
keuzeelement
B
keuze element
C
keuze-element
Slide 22 - Quizvraag
Welk woord is goed gespeld?
A
meeëter
B
mee-eter
C
mee eter
Slide 23 - Quizvraag
Aaneenschrijven tussenletters
Een samenstelling krijgt als tussenletter (e)n als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is met een meervoud op -en, maar geen meervoud op -es.
In andere gevallen is de -e de tussenletter.
boekenkast (boek heeft alleen een meervoud op -en)
stoelendans (stoel heeft alleen een meervoud op -en)
ziektebeeld (ziekte heeft een meervoud op -en en -es)
groentesoep (groente heeft een meervoud op -en en -es)
Slide 24 - Tekstslide
Aaneenschrijven tussenletters
Uitzondering 1: als het eerste deel van de samenstelling eindigt op -en, dan behoud je de schrijfwijze van dit deel:
keukenraam, havenmeester
Uitzondering 2: als het eerste deel van de samenstelling verwijst naar een persoon of zaak die uniek is, schrijf je de -e:
zonneschijn, maneschijn, Koninginnedag
Uitzondering 3: als de hele samenstelling een bijvoeglijk naamwoord is, schrijf je een -e:
beregoed, reuzespannend, stekeblind
Slide 25 - Tekstslide
Aaneenschrijven tussenletters
Een samenstelling krijgt als tussenletter een s als je het woord uitspreekt met een tussen s. Hoor je die s niet? Schrijf hem dan niet.
broekspijp
verkiezingstijd
verkiezingsstrijd
Bij een woord als verkiezingsstrijd kun je niet horen of het woord met één of twee s'en geschreven moet worden. Vervang dan het tweede woord voor een woord dat niet met de s begint. Hoor je dan de tussen s? Schrijf dan dubbel s.