fase 1 - periode 1 - les 2a

periode 1 - les 2a
meervoudsvormen | aaneenschrijven
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

periode 1 - les 2a
meervoudsvormen | aaneenschrijven

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les
Aan het einde van de les:
  • weet je hoe de verschillende meervoudsvormen geschreven worden;
  • woorden op de correcte manier aaneenschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Meervoudsvormen
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoudsvorm.
Zelfstandige naamwoorden kunnen in het meervoud verschillende vormen hebben, maar de meesten eindigen op:
  • -en (deur -> deuren; stoel -> stoelen)
  • -s (computer -> computers; beker -> bekers)

Er zijn ook woorden zonder meervoudsvorm:
  • rijst, jeugd, benzine.

Slide 3 - Tekstslide

Meervoudsvormen met -ën
Als de klemtoon van de enkelvoudsvorm, die eindigt op -ie, op de laatste lettergreep valt, komt er -ën bij te staan in de meervoudsvorm.
  • melodie -> melodieën
  • technologie -> technologieën

Eindigt de enkelvoudsvorm op -ee? Dan altijd -ën erbij.
  • idee -> ideeën
  • zee -> zeeën

Slide 4 - Tekstslide

Meervoudsvormen met -ën
Valt de klemtoon bij woorden die in de enkelvoudsvormen eindigen op -ie niet op de laatste lettergreep? In dat geval schrijf je geen extra e
  • bacterie -> bacteriën
  • provincie -> provinciën
  • kolonie -> koloniën
  • porie -> poriën
  • olie -> oliën 

Slide 5 - Tekstslide

Welke meervoudsvorm is goed geschreven?
A
porieën
B
pories
C
poriën
D
porie-en

Slide 6 - Quizvraag

Welke meervoudsvorm is goed geschreven?
A
zeën
B
zeeën
C
zees
D
zee-en

Slide 7 - Quizvraag

Welke meervoudsvorm is goed geschreven?
A
industries
B
industrieën
C
industriën
D
industrie-en

Slide 8 - Quizvraag

Meervoudsvormen met 's
Je schrijft 's wanneer het woord anders tot spraakverwarring leidt.
De 's komt na elke lange klank (a, i, o, u, y), behalve bij de e.
  • oma -> oma's
  • hobby -> hobby's
  • mbo -> mbo's
  • bh -> bh's

Slide 9 - Tekstslide

Meervoudsvormen met s
Je schrijft de s aan de meervoudsvorm vast wanneer het niet tot spraakverwarring leidt en bij woorden die eindigen op: eau, ay, ieu, ui, ie, e, ee en é.
  • cadeau -> cadeaus                              
  • essay -> essays
  • milieu -> milieus 
  • etui -> etuis
  • receptie -> recepties
  • promenade -> promenades
  • abonnee -> abonnees
  • café -> cafés

Slide 10 - Tekstslide

Welke meervoudsvorm is goed geschreven?
A
babys
B
baby's
C
baby-en
D
babyën

Slide 11 - Quizvraag

Welke meervoudsvorm is goed geschreven?
A
etui-en
B
etui's
C
etuiën
D
etuis

Slide 12 - Quizvraag

Welke meervoudsvorm is goed geschreven?
A
taxis
B
taxi's
C
taxiën
D
taxi-en

Slide 13 - Quizvraag

Klankverandering
Er zijn ook woorden die in het meervoud een klankverandering krijgen. Je kunt ze herkennen aan de laatste letters in het woord.
  • ium -> ia (medium -> media; decennium -> decennia)
  • cus -> ci (medicus -> medici; politicus -> politici)
  • um -> a (centrum -> centra; datum -> data)

Slide 14 - Tekstslide

Aaneenschrijven
Samengestelde woorden schrijf je zo veel mogelijk aan elkaar, zolang dat geen lees- of uitspraakproblemen oplevert.
  • Samenstellingen:
Fietsenstalling, koffiezetapparaat, politieauto, docententoilet.
  • Woorden met er-, hier-, daar-, waar- + een voorzetsel:
Ermee, hierdoor, daarover, waarvoor.
  • Werkwoorden die beginnen met voorzetsels:
Overgelopen, doorstaan, opgelost


Slide 15 - Tekstslide

Aaneenschrijven koppelteken
Het koppelteken (-) gebruik je:
  • na een klinkerbotsing, waardoor er lees/uitspraakproblemen ontstaan.
mee-eter, radio-omroep, contra-aanval
  • na oud-, ex-, non-, niet-.
oud-voetballer, ex-vriendin, non-alcoholisch, niet-rokers
  • een deel van de samenstelling bestaat uit een naam, afkorting, cijfers of tekens.
kabinet-Wilders, mbo-student, A3-papier, €-teken.


Slide 16 - Tekstslide

Aaneenschrijven koppelteken
Het koppelteken (-) gebruik je:
  • in samengestelde aardrijkskundige namen.
Noord-Brabant, Midden-Amerika, Oost-Europese
  • in vaste combinaties.
klaar-over, ons rood-wit-blauw, doe-het-zelfzaak


Slide 17 - Tekstslide

Welk woord is goed gespeld?
A
EU-uitbreiding
B
EU uitbreiding
C
EUuitbreiding

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
avondopleiding
B
avond opleiding
C
avond-opleiding

Slide 19 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
keuzeelement
B
keuze element
C
keuze-element

Slide 20 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
meeëter
B
mee-eter
C
mee eter

Slide 21 - Quizvraag

Aaneenschrijven tussenletters
Een samenstelling krijgt als tussenletter (e)n als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is met een meervoud op -en, maar geen meervoud op -es.

In andere gevallen is de -e de tussenletter.
  • boekenkast (boek heeft alleen een meervoud op -en)
  • stoelendans (stoel heeft alleen een meervoud op -en)
  • ziektebeeld (ziekte heeft een meervoud op -en en -es)
  • groentesoep (groente heeft een meervoud op -en en -es)

Slide 22 - Tekstslide

Aaneenschrijven tussenletters
Uitzondering 1: als het eerste deel van de samenstelling eindigt op -en, dan behoud je de schrijfwijze van dit deel:
  • keukenraam, havenmeester
Uitzondering 2: als het eerste deel van de samenstelling verwijst naar een persoon of zaak die uniek is, schrijf je de -e:
  • zonneschijn, maneschijn, Koninginnedag
Uitzondering 3: als de hele samenstelling een bijvoeglijk naamwoord is, schrijf je een -e:
  • beregoed, reuzespannend, stekeblind

Slide 23 - Tekstslide

Aaneenschrijven tussenletters
Een samenstelling krijgt als tussenletter een s als je het woord uitspreekt met een tussen s. Hoor je die s niet? Schrijf hem dan niet.
  • broekspijp
  • verkiezingstijd
  • verkiezingsstrijd
Bij een woord als verkiezingsstrijd kun je niet horen of het woord met één of twee s'en geschreven moet worden. Vervang dan het tweede woord voor een woord dat niet met de s begint. Hoor je dan de tussen s? Schrijf dan dubbel s.

Slide 24 - Tekstslide

geweten..vraag

Slide 25 - Woordweb

indianen..verhaal

Slide 26 - Woordweb

televisie..uitzending

Slide 27 - Woordweb

haaienvin..soep

Slide 28 - Woordweb

bakker..room

Slide 29 - Woordweb

stad..schouwburg

Slide 30 - Woordweb

Ik heb de instaptoets volledig af.
Ik moet nog beginnen
Nee
Ja

Slide 31 - Poll

Opdrachten deze week
  • Instaptoets taalverzorging: alle onderdelen
  • 2F | taalverzorging | spelling | meervoudsvormen | opdracht 1 t/m 3
  • 2F | taalverzorging | spelling | aaneenschrijven | opdracht      1 t/m 3

Slide 32 - Tekstslide