Les 8 Tekstverbanden en signaalwoorden

Signaalwoorden
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 53 min

Onderdelen in deze les

Signaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Zinnen en alinea's:
Signaalwoorden geven verband aan tussen woorden, zinnen of alinea's
Tekstverbanden zijn:
opsomming
tegenstelling
conclusie
reden

Een tekst die goed is opgebouwd heeft altijd logische verbanden tussen de verschillende zinnen en alinea’s.

Slide 2 - Tekstslide

Opsomming
allereerst, vervolgens, daarna, ten eerste/tweede/derde.

Allereerst hebben jullie  vandaag Nederlands les, vervolgens gaat Herman jullie lastig vallen en tenslotte zien jullie ons allebei



Slide 3 - Tekstslide

Tegenstelling

maar, echter, hoewel, toch

Ik houd wel van winterweer maar ik zit toch liever bij de kachel. In tegenstelling tot Noah die het heerlijk vindt om in de kou te zijn

Slide 4 - Tekstslide

Oorzaak-gevolg
doordat, waardoor, , als gevolg van, 

Slide 5 - Tekstslide

Toelichting/voorbeeld
bijvoorbeeld, zo, zoals

Slide 6 - Tekstslide

Doel-middel
daarvoor, zodat, waarvoor, daarvoor

Slide 7 - Tekstslide

Conclusie
dus, kortom, hieruit blijkt, 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag! 
1. Signaalwoorden pagina 313 t/m 316


2. Pagina 290 t/m 312

Slide 15 - Tekstslide

Maak jij nu een zin met een in elk geval één signaalwoord (meer mag ook)

Slide 16 - Open vraag