sociaal zekerheidsrecht AOW- les 2024

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
rechtenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verzekerd voor de AOW
In welke situatie ben je nu wel of juist niet voor de AOW verzekerd

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan of de volgende persoon op dit moment verzekerd is voor de AOW:
een Nederlander die al 15 jaar in Amerika woont en werkt voor de Nederlandse overheid

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op dit moment verzekerd voor de AOW of niet:
een Turkse man die hier al 20 jaar woont, maar sinds 2 maanden over de grens in Duitsland werkt

Slide 4 - Open vraag

nee, want langer dan 3 maanden werken in buitenland
verzekerd of niet:
een Nederlander die in Belgie woont, maar in Nederland als zzp-er werkt

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

recht en hoogte AOW
wanneer recht op AOW en hoe hoog is de uitkering?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De heer Demir is vandaag 66 jaar en 7 maanden oud en is alleenstaande in 2022. Hij houdt zich bezig met zijn AOW. Hij is in 2002 naar Nederland gekomen en is toen voor een Nederlands bedrijf gaan werken. Hij wil graag informatie over zijn AOW.
1. Wanneer heeft hij recht op AOW?
2. Welke AOW-uitkering ontvangt hij?
3. Krijgt hij een volledige uitkering? Zo nee, welk percentage ontvangt hij hier dan van? (nu hij meerdere jaren in het buitenland heeft gewoond)

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord opdracht AOW
AOW-leeftijd = 66 jaar en 7 maanden
Dus in 2022 recht op pensioen
Hij is alleenstaande, dus de hoogte van zijn uitkering is €1308,56 (dit is 70% van het minimumloon)
Per jaar in Nederland gewoond (vanaf 50 jaar voor je AOW-leeftijd) bouw je 2% van deze AOW-uitkering op, tot dus maximaal 50 jaar x 2%= 100%
2022 (AOW-leeftijd) - 2002 (jaar dat hij naar Nederland kwam) = 20
20 jaar x 2% = 40% heeft hij dus opgebouwd van zijn AOW-uitkering. 
Dus krijgt hij 40% van €1308,56

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

is het voor de hoogte van de AOW-uitkering relevant of je samenwoont of niet?
A
nee, want iedereen krijgt hetzelfde bedrag
B
ja, want de AOW-gerechtigde die samenwoont, krijgt 20% minder dan de alleenstaande AOW-er

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

als Piet als alleenstaande 66 jaar en 7 maanden wordt, welk percentage van het minimumloon ontvangt hij dan en hoeveel € is dit dan?

Slide 10 - Open vraag

70%
zie KG p. 286
Wat krijgt Piet nu als hij een minderjarige dochter heeft aan percentage en bedrag?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Piet is gaan samenwonen met Ingrid die al 68 is en met wie hij een gezamenlijke huishouding voert. Wat krijgt Piet nu aan AOW-percentage en bedrag? en maakt het daarbij uit of hij getrouwd is of samenwonend?

Slide 12 - Open vraag

samenwonend dus 50%
bedrag zie  p 288 KG
trouwen is hetzelfde percentage als samenwonen
Maakt het daarbij voor het percentage en dus de hoogte van de uitkering van Piet uit of Ingrid nog een inkomen heeft?

Slide 13 - Open vraag

inkomen van de ander maakt niet uit, nu de AOW-inkomensonafhankelijk is.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de pagina's uit de KG over de AOW waar staat wanneer je verzekerd bent, recht hebt op en wat de hoogte is van de AOW-uitkering

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je nog meer geleerd over de hoogte van de uitkering, namelijk of je de volledige uitkering krijgt of niet en geef dat hier aan.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de AKW op in je KG en geef aan of en zo ja wat de verschillen zijn met de AOW mbt wanneer je verzekerd bent.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk in de KG naar het recht op de AKW en geef aan wat de hoofdregel is bij de AKW om recht te hebben op de kinderbijslag?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk in je kleine gids en geef aan of de kinderbijslag afhankelijk is van het inkomen.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is het kinderbijslag wél van afhankelijk?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oefenen met de AKW 
We gaan oefenen met de AKW en wel over de volgende 3 vragen:
  • Ben je verzekerd voor de AKW?
  • Heb je recht op de AKW?
  • Wat is de hoogte van de AKW?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anja woont in Amsterdam. Is zij verzekerd?
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Anja uit Amsterdam heeft geen kinderen. Heeft zij nu ook recht op de AKW?
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de 2 kinderen van Anja zijn 3 en 4 jaar oud. Welk bedrag krijgt zij per kind aan kinderbijslag?
A
249,31
B
236,59
C
302,74
D
356,16

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sarah woont in Dusseldorf, maar werkt in Nederland als zelfstandige waar ze een theehuis heeft. Is zij verzekerd?
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sarah is verhuisd en woont nu boven het theehuis in Nederland. Ze heeft een zoon van 18 jaar oud. Heeft zij recht op kinderbijslag voor haar zoon?
A
ja
B
nee

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

als je verzekerd bent voor de AKW, wat is er nog meer nodig om recht te hebben op kinderbijslag als je minderjarige kind niet meer thuis woont?

Slide 34 - Open vraag

bewijs dat je dat kind onderhoudt

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We hebben nu 2 volksverzekeringen besproken AOW en AKW waarbij beide uitkeringen inkomensonafhankelijk zijn.
Bij de ANW zijn er 2 verschillende soorten uitkeringen, namelijk de nabestaande-uitkering en de wezenuitkering. Welke is óók inkomensonafhankelijk?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wezenuitkering
wanneer recht op wezenuitkering?

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check de KG en zoek uit waar je tot je 16e aan moet voldoen om recht te hebben op een wezenuitkering

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bart en Anne wonen in eindhoven met hun 2 minderjarige kinderen. Zijn Bart en Anne verzekerd voor de wezenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bart en Anne die wonen in Eindhoven met hun 2 minderjarige kinderen, krijgen een ongeluk. Bart overlijdt. Hebben hun 2 kinderen nu recht op een wezenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het wordt namelijk erger, want Anne wordt ziek en overlijdt een jaar later alsnog. Hebben de kinderen nu recht op een wezenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Siem en Job, de kinderen van Bart en Anne, zijn 9 en 10 jaar oud als Anne overlijdt. Krijgen zij allebei dezelfde bedragen?
A
ja
B
nee

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke leeftijd hebben zij sowieso recht op een wezenuitkering? Noem een voorwaarde waarmee de uitkering kan worden verlengd

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies