socialezekerheidsrecht - les 4

AOW
Eerst nog een paar oefenvragen over de uitvoeringsorganen en de financiering van het socialezekerheidsstelsel, voordat we overgaan tot de vragen over AOW en pensioen.
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
rechtenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

AOW
Eerst nog een paar oefenvragen over de uitvoeringsorganen en de financiering van het socialezekerheidsstelsel, voordat we overgaan tot de vragen over AOW en pensioen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welk uitvoeringsorgaan voert het kindgebondenbudget uit?
A
SVB
B
belastingdienst
C
gemeente
D
UWV

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welk uitvoeringsorgaan voert de Wajong uit?
A
SVB
B
belastingdienst
C
gemeente
D
UWV

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

voor welke verzekering of voorziening betalen mensen met een uitkering en inkomen uit loondienst een premie?
A
volksverzekeringen
B
sociale voorzieningen
C
werknemersverzekeringen
D
zorgverzekeringen

Slide 4 - Quizvraag

Kernwoord is "betalen"
voor welke verzekering of voorziening wordt geen premie betaald of ingehouden?
A
volksverzekeringen
B
sociale voorzieningen
C
werknemersverzekeringen
D
zorgverzekeringen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

AOW
algemene vragen over pensioen en de AOW

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kan je pensioen naast een aow-(basis)uitkering uit bestaan?

Slide 7 - Open vraag

  • een (aanvullend) bedrijfspensioen
  • eigen opgebouwde voorzieningen zoals lijfrente, spaargeld, overwaarde
wat voor een verzekering of voorziening is de AOW?
A
sociale voorziening
B
werknemersverzekering
C
volksverzekering

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wordt er premie betaald om de AOW te kunnen betalen en zo ja door wie
A
nee, er wordt geen premie betaald
B
ja, door de mensen met een AOW-uitkering
C
ja, door alle ingezetenen met een inkomen uit arbeid of uitkering

Slide 9 - Quizvraag

dit heet het omslagsysteem
verzekerd voor de AOW
In welke situatie ben je nu wel of juist niet voor de AOW verzekerd

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan of de volgende persoon verzekerd is voor de AOW:
een Nederlander die al 15 jaar in Amerika woont

Slide 11 - Open vraag

nee, hoofdregel is dat je ingezetene bent van Nederland en dat is hij (nu) niet
Verzekerd voor de AOW of niet:
een Marokkaanse man hier al 20 jaar woont, maar sinds 5 jaar over de grens in Duitsland werkt

Slide 12 - Open vraag

nee, want werkt langer dan 3 maanden in buitenland
verzekerd of niet:
een Nederlander die in Belgie woont, maar in Nederland in loondienst werkt

Slide 13 - Open vraag

Die Nederlander wel, maar zijn gezinsleden niet
recht en hoogte AOW
wanneer recht op AOW en hoe hoog is de uitkering?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De heer Demir is 66 jaar oud en alleenstaand. Hij houdt zich bezig met zijn AOW. Hij is in 1999 naar Nederland gekomen en toen voor een Nederlands bedrijf gaan werken. Hij wil graag informatie over zijn AOW.
1. Wanneer heeft hij recht op AOW?
2. Hoe hoog is zijn AOW-uitkering in percentages?

Slide 15 - Open vraag

Boekje gaat uit van bedragen in tweede helft van 2021 
In 2021 is de pensioengerechtigde leeftijd 66 jaar en 4 maanden. Deze man wordt dat in 2022.
Ervan uitgaan dat hij in NL woont/werkt van 1999 tot en met 2022 = 23 jaar
Ieder jaar 2% opgebouwd = 46%
Antwoord opdracht AOW
AOW-leeftijd = 2023 (66 jaar en 10 maanden)
2023 =recht op pensioen
2023 - 50 (jaar x 2%=volledig pensioen) = 1973
1999 naar Nederland 
1999-1972 = 27 jaar
27 jaar x 2% = 54% korting
Hij krijgt dus geen 100% AOW uitkering, maar slechts 46%.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

is het voor de hoogte van de AOW-uitkering relevant of je samenwoont of niet?
A
nee, want iedereen krijgt hetzelfde bedrag
B
ja, want als de AOW-gerechtigde die samenwoont, krijgt 20% minder dan de alleenstaande AOW-er

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

als Piet als alleenstaande 66 jaar en 10 maanden wordt, welk percentage van het minimumloon ontvangt hij dan en hoeveel € is dit dan?

Slide 18 - Open vraag

70%
zie DKG p. 290
Wat krijgt Piet als hij een minderjarige dochter heeft? Noem het percentage en bedrag

Slide 19 - Open vraag

hetzelfde
Piet is gaan samenwonen met Ingrid die al 68 is en met wie hij een gezamenlijke huishouding voert. Noem het percentage en bedrag aan AOW dat Piet nu krijgt.
Maakt het daarbij uit of hij getrouwd is?

Slide 20 - Open vraag

samenwonend dus 50%
bedrag zie blz. 290 DKG
trouwen is hetzelfde percentage als samenwonen zie DKG blz. 136
Piet is weer weg bij Ingrid en gaat met zijn volwassen zoon samenwonen. Hoe hoog is zijn AOW-percentage?
En maakt het daarbij voor het percentage en dus de hoogte van de uitkering uit of zijn zoon een inkomen heeft?

Slide 21 - Open vraag

dit is een uitzondering op de regel, want bloedverwantschap in de eerste graad, zorgt ervoor dat de samenlevingsregel niet opgaat en je dus 70% krijgt.
Inkomen van de partner maakt niet uit, nu de AOW-inkomensonafhankelijk is.
AKW en ANW
We gaan oefenen met de AKW en de ANW

Voordat we beginnen met de AKW, eerst nog even een stukje herhaling over de AOW 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je van de 50 jaar voorafgaande aan je AOW-leeftijd 5 jaren in het buitenland hebt gewoond, hoeveel percentage van je AOW-uitkering krijg je dan minder? En stel dat AOW-uitkering 1000 euro is, wat krijg je dan?

Slide 23 - Open vraag

5x 2% = 10%
ze krijgt dan 90% van 1000= 900 
Wat krijgt Inez die 70 jaar oud is en samenwoont aan AOW-uitkering? Noem het bedrag

Slide 24 - Open vraag

844,40
Sarah woont in Düsseldorf, maar werkt in Nederland als zelfstandige waar ze een theehuis heeft. Is zij verzekerd?
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met de AKW 
We gaan oefenen met de AKW en wel over de volgende vragen:
  • Ben je verzekerd voor de AKW?
  • Heb je recht op de AKW?
  • Wat is de hoogte van de AKW?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anja woont in Amsterdam. Is zij verzekerd?
A
ja
B
nee

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Anja uit Amsterdam heeft geen kinderen. Heeft zij nu ook recht op de AKW?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De 2 kinderen van Anja zijn 3 en 4 jaar oud. Welk bedrag krijgt zij per kind aan kinderbijslag?
A
249,31
B
273,05
C
302,74

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sarah is verhuisd en woont nu boven het theehuis in Nederland. Ze heeft een zoon van 18 jaar oud. Heeft zij recht op kinderbijslag voor haar zoon?
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je verzekerd bent voor de AKW, wat is er nog meer nodig om recht te hebben op kinderbijslag als je minderjarige kind niet meer thuis woont?

Slide 31 - Open vraag

bewijs dat je dat kind onderhoudt
Oefenen met de ANW
Oefeningen met de ANW over:
  • wanneer ben je verzekerd
  • wanneer heb je hier recht op
  • wat is de hoogte van de uitkering

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 2 uitkeringen zijn er binnen de ANW? Geef aan of deze inkomensafhankelijk zijn of niet

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maria en Henk wonen samen in Tilburg. Zijn zij verzekerd?
A
ja
B
nee

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maria komt te overlijden. Ze hebben geen kinderen. Heeft Henk nu recht op een nabestaandenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Monisha en Rashid zijn getrouwd en hebben een dochtertje van 3. Monisha krijgt een ongeluk en komt te overlijden. Heeft Rashid nu recht op een ANW-uitkering?
A
ja
B
nee

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rashid wil weten hoe hoog zijn inkomen wordt. Hij heeft al een WW-uitkering van 1200 euro. Wat krijgt hij aan nabestaandenuitkering?
A
1250,16
B
80,83
C
niks, want hij heeft al een uitkering

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat als Rashid geen uitkering, maar een inkomen uit arbeid had? Wat was dan het maximale bedrag dat hij zou mogen verdienen om nog een nabestaandenuitkering te kunnen krijgen?

Slide 38 - Open vraag

als hij 2705,91 verdient of meer, dan geen recht meer, dus 2705,90 is het max bedrag dat hij mag verdienen
Stel dat Rashid 1450,50 verdiende met een baan. Wat was dan zijn totale inkomen? Laat de opbouw van de berekening zien.

Slide 39 - Open vraag

stap 1: vrijstellingsbedrag uitrekenen:
1450,50-850,50= 600 : 3 = 200
850,50 + 200= 1050,50
stap 2: wat is het resterende bedrag vh inkomen, dus wat is de uitkomst van het inkomen minus het vrijlatingsbedrag:
1550,50-1050,50= 400 is hier het resterende bedrag
stap 3: de hoogte vd nabestaandenuitkering:
ipv dat het hele inkomen van de maximale uitkering af gaat, zoals bij bijv een ww-uitkering, gaat alleen het resterende bedrag eraf, dus 1250,16 - 400= 850,16
Bart en Anne wonen in Eindhoven met hun 2 minderjarige kinderen. Zijn Bart en Anne verzekerd voor de wezenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bart en Anne die wonen in Eindhoven met hun 2 minderjarige kinderen, krijgen een ongeluk. Bart overlijdt. Hebben hun 2 kinderen nu recht op een wezenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het wordt namelijk erger, want Anne wordt ziek en overlijdt een jaar later alsnog. Hebben de kinderen nu recht op een wezenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Siem en Job, de kinderen van Bart en Anne, zijn 9 en 10 jaar oud als Anne overlijdt. Krijgen zij allebei dezelfde bedragen?
A
ja
B
nee

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke leeftijd hebben zij sowieso recht op een wezenuitkering? Noem een voorwaarde waarmee de uitkering vervolgens verlengd kan worden.

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies