Proactief beveiligen (H2/ les 4)

Herhalingsles Proactief beveiligen
Proactief beveiligen H2
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeveiligingMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles Proactief beveiligen
Proactief beveiligen H2

Slide 1 - Tekstslide

2

Slide 2 - Video

00:29
Hoeveel keer heeft het witte team de bal doorgespeeld? Voer alleen het cijfer in.

Slide 3 - Open vraag

00:35
Heb jij de dansende gorilla gezien?
Ja
Nee

Slide 4 - Poll

Hoofdstuk 2  "De organisatie van de verdediging"
  • Begrip "Proactief beveiligen"
  • Verschil tussen dreiging en risico
  • Dreigingsanalyse en opbouw ervan
  • Begrip AMO en de verschillende typen
  • (Deels) naïef persoon
  • KISS
  • VI's 
  • Etnisch profileren
  • SOP 

Slide 5 - Tekstslide

Begrip  "Proactief beveiligen"
"Proactief beveiligen is een vorm van beveiligen die zich richt op het actief detecteren (waarnemen/ontdekken) van de voorbereidende stappen.

Deze voorbereidende stappen zullen voorafgaan aan voornamelijk terroristische en criminele acties"

Slide 6 - Tekstslide

Welke voorbereidende stappen dien je actief te kunnen detecteren als proactieve beveiliger?
A
De stappen die het beveiligingsbedrijf zet
B
De stappen die jij zet
C
De stappen uit de planningscyclus
D
De stappen die de hoofdbeveiliger zet

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Verschil tussen risico en dreiging
Risico :

"Risico is een kansberekening of en wanneer een ongewenste gebeurtenis kan plaatsvinden en wat dan het gevolg is voor het bedrijf."

Het is te berekenen en het is meetbaar.

Slide 9 - Tekstslide

Dreiging:

"Dreiging wordt gebruikt om aan te geven of er op dit moment signalen zijn dat een voorval zou kunnen gebeuren. Het zijn signalen die worden afgegeven door de tegenstander"

Slide 10 - Tekstslide

Je ziet een gebouw op instorten staan. Waar valt dit onder?
A
Dreiging
B
Risico

Slide 11 - Quizvraag

Je stapt in de auto. Er is een kans dat je een ongeluk krijgt. Waar valt dit onder?
A
Dreiging
B
Risico

Slide 12 - Quizvraag

Dreigingsanalyse en opbouw
Om een dreiging te kunnen inschatten moet je weten hoe de tegenstander, de aanvaller, werkt.

Een dreiging hoeft niet eerder te zijn voorgevallen.
Dat betekend dat elk bedrijf zijn of haar eigen dreigingsanalyse moet maken die antwoorden kunnen geven op de toe te passen veiligheidsmaatregelen.

Slide 13 - Tekstslide

In deze dreigingsanalyse wordt een antwoord gegeven op 3 vragen, namelijk:

  1. Wat moet er beschermd worden. (Bedrijfsmiddelen en processen, personen, informatie)
  2. Wie zijn er geïnteresseerd in de te beschermen omgeving (Denk aan de verschillende daders opgesteld door NAVI)
  3. Hoe gaan mogelijke daders te werk om hun doelen te bereiken?

Slide 14 - Tekstslide

Hoe wordt de doelstelling van een bedrijf of organisatie ook wel genoemd?
A
Missie
B
Primair proces
C
Eindproduct
D
Goal

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Aanvallers Methode van Operatie (AMO)
Na het opmaken van de dreigingsanalyse stelt een bedrijf/organisatie vervolgens AMO's op.

Hierin wordt omschreven welke manier(en) van werken een aanvaller bij een dreiging heeft en waarvan in de praktijk is bewezen dat deze daadwerkelijk uitvoerbaar is. 
Dit wordt bekeken door de bril van de aanvaller.

Slide 17 - Tekstslide

De aanvaller zal kiezen voor een AMO dat gemakkelijk uit te voeren is volgens de KISS methode. Waar staat de term KISS voor?
A
Keep It Super Simple
B
Keep It Sober & Smart
C
Keep It Simple & Stupid
D
Keep It Smart & Simple

Slide 18 - Quizvraag

Definitie AMO:
"Een AMO is een voorspelde of bekende werkwijze die door de aanvaller wordt gebruikt om het doel te bereiken. Meestal gaat het om geraffineerde, maar niet complexe aanvallen."    Er wordt onderscheid gemaakt tussen voorbereidende en uitvoerende AMO's 

MO is Modus Operandi. Dit is een bekende werkwijze van een crimineel dat door de politie na het toedracht wordt onderzocht. Niet te verwarren met AMO.

AMO=Vooraf  ww   MO= Achteraf  ww     (welke werkwijze)

Slide 19 - Tekstslide

Als proactieve beveiliger zie je een ladder, handschoenen en bakstenen aan de zijkant van het gebouw staan. Dit is mogelijk een :
A
Voorbereidende AMO
B
Uitvoerende AMO
C
Uitvoerende MO
D
Voorbereidende MO

Slide 20 - Quizvraag

Wat voor AMO zou je bij het vorige voorbeeld kunnen bedenken?

Slide 21 - Open vraag

(Deels) naïeve personen
Soms moet de aanvaller andere personen voor z'n karretje moeten spannen om zijn doel te bereiken.
Deze mensen hebben zelf niet door betrokken te zijn in een criminele of terroristische daad.

Iemand die wordt ingezet zonder kwaad in de zin te hebben en niets van enige betrokkenheid afweet noemen we een naïeve persoon.


Slide 22 - Tekstslide

Iemand die willens en wetens wordt ingezet waarbij hij/zij denkt een criminele daad uit te voeren maar achteraf een grotere of terroristische daad uitvoert, noemen we een deels naïeve persoon.

Hij/zij denkt een criminele daad uit te voeren van een bepaalde aard, maar is zich er niet van bewust betrokken te zijn bij een daad van grotere omvang.

Slide 23 - Tekstslide

Hoe wordt een naïef persoon ook wel genoemd?
A
Dom
B
Mule
C
Victim
D
Onnozel

Slide 24 - Quizvraag

Verdachte Indicatoren (VI's)
In een Aanvallers Methode van Operatie is dus de mogelijke aanval omschreven met gedragingen die tijdens de uitvoer vanuit de planningscyclus kunnen optreden.

Slide 25 - Tekstslide

Verdachte indicatoren kunnen bestaan uit:
  • Gedrag
  • Uiterlijk voorkomen, niet zijnde etnische afkomst of anderzins
  • Bezittingen
  • Het verhaal dat iemand verteld
  • Documentatie
  • De situatie

Een Verdachte Indicator is een zichtbaar aan de AMO te koppelen afwijking van de norm.

Slide 26 - Tekstslide

Verdacht gedrag uit de planningscyclus dat kan worden waargenomen is:
A
Doel selecteren
B
Plannen van de aanval
C
Verzamelen van informatie
D
Het surveilleren

Slide 27 - Quizvraag

Wat is verdacht gedrag?

Om te kunnen vaststellen wat normaal is bij een te beschermen object  zal een proactieve beveiliger een beeld moeten hebben bij wat "normaal" is voor die omgeving.

  • Welke mensen houden zich normaal op in de omgeving
  • Hoe gedragen deze personen zich
  • Waarom zijn ze in de omgeving
  • Wat hebben ze bij zich?
  • Met welke intentie zijn zij daar?

Wat afwijkt dat je als "normaal" verwacht kan verdacht gedrag zijn

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Noem een voorbeeld van een situatie + gedrag dat jij verdacht vindt:

Slide 30 - Open vraag

Etnisch profileren
"Bij etnisch profileren worden de Verdachte Indicatoren niet gebaseerd op gedrag, maar op etnische afkomst, omdat personen een andere kleur, een ander geloof of een andere geaardheid hebben."

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Standaard Operationele Procedure (SOP)
"Deze procedure omschrijft hoe in welke situatie gehandeld moet worden. Voor de proactieve beveiliger is dit de handleiding , de instructie, door de organisatie gemaakt."
 

Slide 33 - Tekstslide

In de SOP staan de volgende onderdelen beschreven:

  1. Voor welke operationele omgeving is deze bestemd
  2. Voor welke risicopositie zijn de betreffende AMO's en VI's van toepassing?
  3. Met welke AMO's staat de VI in relatie?
  4. Wat zijn de VI's die van toepassing zijn op een bepaalde risicopositie?
  5. Classificaties ten behoeve van vervolgacties:
   - Geen verdachte indicator - Verdachte indicator - Ontkrachte indicator - Niet ontkrachte indicator
  6. Wat zijn de exacte vervolgacties en welke handelingen verwacht?

Slide 34 - Tekstslide

Deze les was...
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Slide 36 - Tekstslide