Pedagogisch klimaat PW1 16.1 & 16.2

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
Thema 16, werken met de groep
Groepen 16.1 
  • Groepssfeer
  • Fase van groepsvorming
Soort groep 16.2 
  • Kenmerken positieve groep
  • rollen positieve groep
  • Kenmerken negatieve groep
  • Rollen

Slide 2 - Tekstslide

Boek
Pedagogisch werk, thema 16 werken met de groep. 

Slide 3 - Tekstslide

16.1. Groepen 

Slide 4 - Tekstslide

Groepssfeer
Als kinderen met elkaar optrekken, dan ontstaat er een groepssfeer. Dit kan positief of negatief, afhankelijk van de groepsleden. 
De groepsbegeleider (docent/oa) creëert de voorwaarden voor een veilige groepssfeer en heeft oog voor de groepsdynamiek. 

Slide 5 - Tekstslide

Fase van groepsvorming
Voorfase: De groep wordt samengesteld
Oriëntatiefase: Wat is het doel van de groep en hoe kunnen we daaraan bijdragen. 
Machtsfase: De groepsleden vinden hun positie en invloed
Affectiefase: Samenhang en wederzijds vertrouwen spelen een rol. 
Autonome groep: Individuele leden bepalen welke plaats ze willen innemen. 
Afsluitingsfase: Groepsleden nemen afscheid van elkaar en sluiten af. 


Slide 6 - Tekstslide

16.2. Soort groep

Slide 7 - Tekstslide

Kenmerken positieve groep
  • Positieve verhouding tussen de kinderen
  • Gelijkheid tussen de groepsleden, geen baas. 
  • Iedereen kan zichzelf zijn, er is ruimte voor eigen talent & eigenschappen. 
  • Er is samenhang in de groep: kinderen voelen zich met elkaar verbonden.

Slide 8 - Tekstslide

Rollen positieve groep
In een positieve groep kan iedereen de rol aannemen die bij hem past. 
Een rol is een favoriete stijl die iemand aanneemt om samen te kunnen werken. 
We kennen een aantal rollen.


Slide 9 - Tekstslide

Rollen positieve groep
De gezagsdrager: vertegenwoordigd de mening van de groep.
De sociaal werker: Houdt het welzijn van de groep in de gaten. 
De organisator: regelt bijna alles en is de feitelijke leider
De verkenner: neemt de initiatieven over van de organisator.
De volgers: doen wat gevraagd wordt. 
De appellant: vraagt om zorgzaamheid van de groep (ziek,verdrietig)
De joker: zorgt voor relativering (niet alles te serieus nemen) 

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerken negatieve groep
  • Terugkerende conflicten en onderlinge spanningen tussen kinderen die hun eigen plek willen bevechten. 
  • Vaak een kind die wil domineren. 
  • Positief ingestelde kinderen kunnen weinig initiatief ontplooien. 
  • Groot deel van de kinderen is gevoelig voor de sfeer die in de groep heerst.
  • Dit leid tot de vorming van subgroepen, waar die kinderen wel positieve relaties kunnen aangaan. 
  • Dit soort groepen kunnen niet naar een gezamenlijk doel werken, omdat er geen wij gevoel is.  

Slide 11 - Tekstslide

Rollen negatieve groep
Deze rollen zijn beperkt. 
Machthebber (dictator)
  • Probeert de groep te leiden met negatieve doelen, zwartmaken van anderen, pesten, buitensluiten
Intrigant: 
  • Probeert de dictator van zijn troon te stoten. Wil zelf de leider zijn, doet dit door meelopers met hem mee te krijgen. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Questions?!? 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide