Module reflectie - Les 7/8

Module reflectie - Les 4 cashquiz
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Module reflectie - Les 4 cashquiz

Slide 1 - Tekstslide

Welke uitspraak is waar?
A
Het geld dat je leent van de bank, komt van de overheid.
B
Het geld dat je leent van de bank, is geld van spaarders en investeerders.
C
Het geld dat je leent van de bank, is eigendom van de bank.
D
Het geld dat je leent van de bank, is jouw eigen geld.

Slide 2 - Quizvraag

Een bank is een bedrijf dat spaargeld bewaart en aan
andere mensen kan uitlenen. Zo brengt een bank het
aanbod van geld en de vraag naar geld bij elkaar. Het
geld op een spaarrekening leen je eigenlijk aan de
bank. Zij gebruikt het spaargeld van consumenten om
leningen en hypotheken te verstrekken of om te
beleggen.

Slide 3 - Tekstslide

WAAR OF NIET WAAR?
Banken zorgen ervoor dat het
makkelijker is om zaken te doen met andere landen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Banken maken het betalingsverkeer tussen personen
en bedrijven mogelijk, binnen Nederland maar ook
tussen Nederland en andere landen.

Slide 5 - Tekstslide

STELLING
Het is belangrijk dat banken en jongeren elkaar leren kennen.
Waar
Niet waar

Slide 6 - Poll

Uit onderzoek blijkt dat als consumenten weten wat een financiële instelling doet, dat het vertrouwen in de financiële instelling vergroot. Dat jongeren weten wat een bank is en wat een bank doet draagt bij aan het verlagen van de drempel om met een bank contact op te nemen. Stel één of meerdere vragen om de discussie op gang te houden:
• Als je elke maand geld overhoudt, wat doe je dan?
• Ken jij je bank?
• Heb jij dezelfde bank als je ouders/verzorgers? Of: heb je bewust een keuze gemaakt voor een
bank? Waarom?
• Heb jij je bank wel eens om hulp gevraagd? Waarvoor?
• Wat heb je nodig van je bank?
• Weet jij waar jouw bank in investeert?
• Maakt dat je uit?
• Heb je vertrouwen in de bank? Waarom wel of niet?
• Is vertrouwen terug te winnen?
• Wat vind je van het imago van de bank?

Slide 7 - Tekstslide

WAAR OF NIET WAAR
Roodstand is geen schuld.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Rood staan betekent dat je geld hebt gebruikt dat je op
dat moment niet had. Dat geld moet je terug betalen.
Het is dus een schuld.
• Met rood staan krijg je tijdelijk extra bestedingsruimte op je betaalrekening
• Rood staat kost veel geld! De rentes verschillen per
bank en gaan van 5% tot 14%

Slide 9 - Tekstslide

Noem drie liedjes waar het woord ‘geld’ of ‘money’ of ‘bank’ in voorkomt.

Slide 10 - Open vraag

Wat voor soort spullen zie je bij influencers?

Slide 11 - Woordweb

Wat zorgt ervoor dat jij die spullen ook wil hebben, wat zijn hun trucs?

Slide 12 - Open vraag

Heb je het altijd door als een influencer reclame maakt voor een product, en dus geld verdient door het aan te prijzen?

Slide 13 - Open vraag

Ik heb weleens iets gekocht, omdat
ik het bij een influencer heb gezien.
Ja
Nee

Slide 14 - Poll

Toelichting
Het is heel normaal om naar anderen te kijken en je door hen te laten inspireren. Dat gebeurt nu
natuurlijk veel op sociale media. 
• Het is daarbij steeds vaker onduidelijk te zien wat er nu reclame is, en wat niet?
• Vroeger zag je een bekende sporter in een reclame op televisie, en dan wist je zeker dat hij betaald werd om te zeggen wat zijn lievelingsdrankje was. Nu kan het lijken alsof een influencer fan is van een bepaald product, terwijl dat evengoed reclame is. Het is goed om je daarvan bewust te zijn en te proberen om wat zakelijker naar een product te kijken. Heb ik het echt
nodig, hoe is de kwaliteit en is deze aankoop mijn geld wel waard?

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel mbo-studenten hebben een schuld?
A
Ongeveer een kwart
B
Ongeveer de helft
C
Meer dan de helft

Slide 16 - Quizvraag

Veel mbo’ers vragen geen zorgtoeslag aan, doen
geen belastingaangifte of maken geen gebruik van
studiefinanciering, omdat ze niet goed weten hoe het
zit. Daarmee laten ze geld liggen waar ze recht op
hebben

Slide 17 - Tekstslide

De meest voorkomende schuld bij mbo-studenten is…
A
Een lening bij vrienden of familie.
B
Een betalingsachterstand bij zorgverzekeraar of telefoonaanbieder.
C
Openstaande verkeersboetes.
D
Rood staan bij de bank.

Slide 18 - Quizvraag

Van de mbo’ers met een schuld heeft 10 procent een informele lening (bij vrienden of familie), 5 procent een formele lening (bijvoorbeeld bij een bank), 21 procent een betalingsachterstand en staat 5 procent rood*.

Veel jongeren weten niet dat ze recht hebben op een zorgtoeslag. Als je zes maanden je zorgverzekering niet hebt betaald, krijg je een boete, word je geregistreerd en moet je 130% per maand betalen. Ook ben je niet meer aanvullend verzekerd.

Slide 19 - Tekstslide

STELLING
Schulden zijn je eigen schuld.
Eens
Oneens

Slide 20 - Poll

Vragen die je kunt stellen:
• Denk jij dat de jongeren die je kent schulden hebben?
• Zouden ze dit gemakkelijk bespreken denk je of zijn schulden een taboeonderwerp?
• Naar wie ga jij toe als je wilt praten over geld of schulden?
• Hoe denk je over de kloof tussen arm en rijk?
• Ben jij 18? Heb je informatie ontvangen over je financiële verantwoordelijkheden toen je 18 werd? • Van wie?
Wat weet jij van toeslagen?
• Hoe zou jij geïnformeerd willen worden? (school, jongeren, ouders?)
• Wat zeg je tegen je vrienden als je geen geld hebt?

Slide 21 - Tekstslide

Wat is een geldezel?
A
Iemand die zonder nadenken geld uitgeeft.
B
Iemand die (tegen betaling) zijn rekening laat gebruiken voor het overmaken van crimineel geld.
C
Iemand doet zich voor als medewerker van jouw bank, om zo achter jouw gegevens te komen.
D
Iemand die heel gierig is.

Slide 22 - Quizvraag

Op bijvoorbeeld Instagram kom je comments tegen met
#snelgeldverdienen onder de post. Dit is een nieuwe
manier van criminaliteit. Het doel is om jongeren te
verleiden hun bankpas en pincode af te geven. Doe je
dit? Dan ben je een zogenoemde geldezel.

Slide 23 - Tekstslide

WAAR OF NIET WAAR
Als geldezel ben je strafbaar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Als geldezel ben je strafbaar. Jouw rekening wordt
gebruikt om (crimineel zwart verdiend) geld wit te
wassen, van bijvoorbeeld geld dat is verkregen door
oplichting via Markplaats. Dat kan grote gevolgen
hebben voor je toekomst. Je kunt dan bijvoorbeeld
geen hypotheek afsluiten. Dat zou heel erg zijn!

Slide 25 - Tekstslide

STELLING
Ik weet waar ik terecht kan als ik me zorgen maak over geldzaken.
Eens
Oneens

Slide 26 - Poll

Vragen die je kunt stellen
• Met wie kun je over geldzaken praten
• Waar kun je terecht als je ouders je niet kunnen helpen bij je geldzaken
• Is er een vertrouwenspersoon op jouw school
• Is er een budgetcoach op jouw school

Sluit af door de studenten te wijzen op school kun je bijvoorbeeld benaderen:
• vertrouwenspersoon
• mentor
• decaan
• budgetcoach (sommige mbo scholen hebben een budgetcoach)

Slide 27 - Tekstslide

WAAR OF NIET WAAR
Als je je pincode vergeten bent, kun je de bank bellen om deze op te vragen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Nee, dat is niet mogelijk. Je pincode is voor iedereen
geheim. Ook voor de bank. Daarom kunnen ze deze
niet direct aan je meegeven, maar sturen ze een
nieuwe pincode per post naar je op.

Slide 29 - Tekstslide

Hoeveel aangiftes komen er gemiddeld dagelijks bij de politie binnen over marktplaats fraude?
A
20
B
70
C
150

Slide 30 - Quizvraag

Via Marktplaats proberen criminelen je ID kaart af te troggelen voor identiteitsfraude.
Stuur nooit een foto van je identiteitsbewijs, bank-afschrift of bankpas naar een (ver)koper als deze daarom vraagt om zogenaamd te controleren of je wel
betrouwbaar bent. Ook niet als de andere partij zelf
eerst een kopie stuurt. Daarmee loop je een groot
risico slachtoffer te worden van identiteitsfraude.

Slide 31 - Tekstslide

Mag je met dit Biljet nog betalen?
A
Ja, dat mag.
B
Nee, dat mag niet.

Slide 32 - Quizvraag

Ja, want het biljet is voor meer dan de helft heel.
Dus dan telt het als geld. Maar, een winkelier mag het
wel weigeren. Als je het biljet wilt omwisselen voor een
nieuw biljet dan kan dat via de Nederlandsche Bank.

Slide 33 - Tekstslide

Noem 3 voorbeelden van online fraude

Slide 34 - Woordweb

Phishing
Spoofing
Catfishing
Doxing
Pretexting
Whatsappfraude
Geldezel

Slide 35 - Tekstslide

Hoeveel Nederlanders hadden in 2022 een creditcard?
0100

Slide 36 - Poll

55%

Slide 37 - Tekstslide