Je weet het verschil tussen informeel en formeel taalgebruik.
Je weet hoe het schrijfplan werkt.
Je kunt informatie verzamelen m.b.v. de 5W1H-vragen.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Doelen:
We leren wat een zakelijke e-mail is.
Je weet het verschil tussen informeel en formeel taalgebruik.
Je weet hoe het schrijfplan werkt.
Je kunt informatie verzamelen m.b.v. de 5W1H-vragen.
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je al over een zakelijke e-mail?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Video
Informeel en formeel taalgebruik
Als je een tekst schrijft, houd je rekening met wie het leest.
Een e-mail aan je beste vriend of vriendin zal anders zijn dan een e-mail aan de directeur van je school. Dat verschil zit in de inhoud en het taalgebruik.
Slide 4 - Tekstslide
Zakelijke e-mail schrijven
Vul de adresregel in.
Noteer in de onderwerpregel kort waar de mail over gaat.
Gebruik een zakelijke aanhef en een slotgroet die daarbij past.
Zorg voor een duidelijke inhoud, zeg snel wat je wilt bereiken.
Zorg dat je taalgebruik zakelijk en beleefd is.
Gebruik witregels tussen de alinea's
Spelling, interpunctie en hoofdletters zijn in orde.
Slide 5 - Tekstslide
Schrijfplan
Als je een grotere tekst gaat schrijven, werk je volgens een schrijfplan. Het schrijfplan bestaat uit 5 stappen.:
Orienteren
Voorbereiden
Uitvoeren
Nakijken
Herschrijven
Slide 6 - Tekstslide
Stap 2: informatie verzamelen
5W1H vraag stellen.
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Waarom
Hoe?
Slide 7 - Tekstslide
Maken in de les/huiswerk
Opgave 4/5/6 en 9.
blz 33/34/35/36 uit je boek.
Slide 8 - Tekstslide
Noem een voorbeeld van een aanhef bij een zakelijke e-mail aan mevrouw Elfferink.
Slide 9 - Open vraag
Noem een voorbeeld van een slotgroet bij een zakelijke e-mail aan mevrouw Elfferink.
Slide 10 - Open vraag
Waarom moet je witregels gebruiken tussen de alinea's bij een zakelijke e-mail?