Grammatica - Zelfstandig- en hulpwerkwoorden

Grammatica
Zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Grammatica
Zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen bespreken
  • Herhalen vorige les grammatica
  • Nieuwe stof uitleggen
  • Zelfstandig werken in Workbook 

Slide 2 - Tekstslide

Bwb en bw
Wat zijn dat ook alweer?
Hoe vind je ze?
Welke is een woordsoort en welke een zinsdeel?

Slide 3 - Tekstslide

Zelfstandige werkwoorden
Werkwoorden die een duidelijke, vaste betekenis hebben noem je een zelfstandig werkwoord. 

Voorbeelden: spelen, slapen, zwemmen, leren, dansen, eten.

Slide 4 - Tekstslide

Hulpwerkwoorden
Hulpwerkwoorden komen alleen in zinnen voor met meerdere werkwoorden. Ze 'helpen' om het gezegde te maken. 

Voorbeelden: hebben, zijn, kunnen, mogen, moeten, gingen.


Slide 5 - Tekstslide

Zo vind je ze
Soms staat er maar 1 werkwoord in een zin, dan is dat altijd een zww. 
Als er meerdere werkwoorden in een zin staan, dan is het laatste woord meestal het zww. 

''Bij de lunch hebben veel mensen fruit gegeten.''

Slide 6 - Tekstslide

Even jullie kennis testen...

Slide 7 - Tekstslide

Hww: vandaag hebben we patat gegeten
A
patat
B
hebben
C
gegeten

Slide 8 - Quizvraag

Hww: zij deden ontzettend vervelend.
A
deden
B
zij
C
ontzettend
D
vervelend

Slide 9 - Quizvraag

Zww: Gisteren hebben we heerlijk gezommen.
A
hebben
B
heerlijk
C
gezwommen

Slide 10 - Quizvraag

zww: wij vieren geen pasen dit weekend
A
weekend
B
geen
C
vieren
D
pasen

Slide 11 - Quizvraag

Aan het werk!
Maak de volgende modules:
2 H1 Grammatica: zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord (theorie)
2 H1 Grammatica: zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Slide 12 - Tekstslide