Ruimtelijk tekenen en berekenen

Ruimtelijk tekenen en berekenen

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kan je ruimtelijk tekenen en berekenen van kubussen en balken.

Introduceer de leerdoelen van de les en leg kort uit wat de leerlingen aan het einde moeten kunnen.

Wat weet je al over het tekenen en berekenen van kubussen en balken?

Roosterpapier

Teken een kubus en balk op het roosterpapier met 2 hokjes naar rechts en 1 hokje omhoog. Zet de letters en maten op de juiste plaatsen.

Laat de leerlingen hun eigen kubus en balk tekenen op roosterpapier. Help ze bij het plaatsen van de letters en maten op de juiste plek.

Ribben en vlakken

Benoem de ribben en vlakken op de kubus en balk.

Laat de leerlingen de ribben en vlakken op hun eigen kubus en balk benoemen. Leg kort uit wat ribben en vlakken zijn.

Bouwplaats

Teken een boven-, zij- en vooraanzicht van een bouwplaats van blokjes. Bij het bovenaanzicht zet je ook het aantal kubussen erbij.

Laat de leerlingen hun eigen bouwplaats van blokjes tekenen. Leg uit hoe ze de verschillende aanzichten moeten tekenen.

Inhoud berekenen

Bereken de inhoud van een kubus en balk zelfs als de zijden verschillende eenheden hebben (eerst omrekenen).

Laat de leerlingen zelf de inhoud van een kubus en balk berekenen en help ze bij het omrekenen van verschillende eenheden.

Doorsneden tekenen

Teken de doorsneden van kubus en balk op ware grootte (door middel van een hulptekening maken en meten).

Leg uit hoe de leerlingen een hulptekening kunnen maken en hoe ze de doorsneden op ware grootte kunnen tekenen.

Eenheid omrekenen

Leer hoe je gewichten met verschillende eenheden kan omrekenen.

Leg uit hoe je verschillende eenheden kan omrekenen en help de leerlingen bij het maken van oefeningen.

De kubus

Een kubus heeft 6 vlakken en 12 ribben. De inhoud van een kubus bereken je door lengte x breedte x hoogte te doen. De doorsnede van een kubus is altijd vierkant.

Geef informatie over de kubus en laat de leerlingen zelf berekeningen maken en tekeningen maken.

De balk

Een balk heeft 6 vlakken en 12 ribben. De inhoud van een balk bereken je door lengte x breedte x hoogte te doen. De doorsnede van een balk kan rechthoekig zijn.

Geef informatie over de balk en laat de leerlingen zelf berekeningen maken en tekeningen maken.

Maten en letters

De lengte is de afstand tussen twee punten. De breedte is de afstand tussen twee andere punten. De hoogte is de afstand tussen de twee punten die loodrecht op de lengte en breedte staan. We gebruiken letters om de maten aan te geven.

Leg uit hoe de leerlingen de maten en letters moeten gebruiken bij het tekenen van de kubus en balk.

Boeken

Er zijn verschillende boeken die je kan gebruiken om meer te leren over ruimtelijk tekenen en berekenen.

Geef een aantal voorbeelden van boeken die de leerlingen kunnen gebruiken om meer te leren over het onderwerp.

Oefenen

Oefen met het tekenen en berekenen van kubussen en balken.

Laat de leerlingen zelf oefeningen maken en help ze waar nodig.

Quiz

Doe een quiz om te testen wat je hebt geleerd.

Maak een quiz met vragen over de leerstof en bespreek de antwoorden met de leerlingen.

Toepassingen

Ruimtelijk tekenen en berekenen is belangrijk voor verschillende beroepen, zoals architect, ingenieur en ontwerper.

Geef voorbeelden van beroepen waarbij ruimtelijk tekenen en berekenen belangrijk is en bespreek waarom.

Samenvatting

Aan het einde van deze les heb je geleerd hoe je ruimtelijk kan tekenen en berekenen van kubussen en balken.

Maak een samenvatting van de leerdoelen en bespreek kort wat de leerlingen hebben geleerd.

Vragen

Heb je nog vragen over het tekenen en berekenen van kubussen en balken?

Geef de leerlingen de kans om vragen te stellen en bespreek deze kort met de klas.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.