AUB argumentatie groep 8 (Nuts)

Argumenten kun je leren!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Argumenten kun je leren!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Doel van de les:
  • Je leert het formuleren van een argument volgens de AUB-structuur

Daarmee bereid jij jezelf voor op het debat van volgende week!

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten we al over
argumenteren?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

AUB-structuur
1. Eerst zeg je wat het argument (A) is.
2. Dan leg je het argument uit (U).
3. Tot slot geef je een voorbeeld: ‘Bijvoorbeeld, (B) ...’

Bijvoorbeeld: 

Slide 6 - Tekstslide

Smartphones moeten verboden worden op school.

‘Telefoons moeten verboden worden op school (A), want ze zorgen voor afleiding in de les (U). Dat is erg, omdat
leerlingen dan lagere cijfers halen (B).

‘Mobiele telefoons moeten niet verboden worden op school (A), want ouders kunnen dan slechter hun kinderen bereiken (B) , wat ook gevaarlijker is voor als er problemen zijn met de reis naar school. (C)

Slide 7 - Tekstslide

Nu jullie! Verzin nog een argument die VOOR de
stelling is, volgens de AUB-structuur:
'Social media mag pas als je ouder bent dan 16 jaar'

Slide 8 - Open vraag

Verzin nog een argument die TEGEN de
stelling is, volgens de AUB-structuur:
'Social media mag pas als je ouder bent dan 16 jaar'

Slide 9 - Open vraag

Debat in de klas
  • Volgende week donderdag'
  • Voorbereiding: Boekje doornemen en 3 argumenten voor en tegen de stelling bedenken volgens de AUB-structuur

Stelling: De gemeente Wassenaar moet 13 miljoen euro uitgeven aan de renovatie van Raadhuis de Paauw.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Waar stond de A voor in de
AUB-structuur?
A
Amusement
B
Aspect
C
Argument
D
Afvaller

Slide 12 - Quizvraag

Waar stond de U voor in de
AUB-structuur?
A
Uitkomst
B
Uitstel
C
Uiterlijk
D
Uitleg

Slide 13 - Quizvraag

Waar stond de B voor in de
AUB-structuur?
A
Bijzonder
B
Bijvoorbeeld
C
Beschrijving
D
Bewondering

Slide 14 - Quizvraag

Hoe presenteer jij je
zelf goed?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide