Je kunt omschrijven wat piramiden van aantallen en van biomassa weergeven.
Je kunt beschrijven op welke manieren energie uit de voedselketen verdwijnt.
Slide 3 - Tekstslide
Begrippen 6.2
Biomassa
Piramide van aantallen
Piramide van biomassa
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen 6.3
Je kunt de koolstofkringloop beschrijven.
Je kunt de stikstofkringloop beschrijven.
Slide 5 - Tekstslide
Koolstof in planten
Planten nemen koolstofdioxide op uit de lucht.
In koolstofdioxide zit koolstof.
Bij fotosynthese wordt met deze koolstof glucose gemaakt.
Een deel van de glucose verbruiken planten bij de verbranding. De koolstof uit de glucose wordt dan omgezet in koolstofdioxide, dat vervolgens wordt afgegeven aan de lucht.
Een ander deel van de glucose gebruikt de plant om energierijke stoffen (koolhydraten, eiwitten en vetten) te maken.
Zo komt de koolstof terecht in alle plantaardige energierijke stoffen.
Slide 6 - Tekstslide
Koolstof in dieren
Dieren die planten eten, nemen de plantaardige energierijke stoffen op in hun lichaam.
Een deel van deze stoffen wordt als brandstof gebruikt. Hierbij ontstaat koolstofdioxide dat aan de lucht wordt afgegeven.
Een ander deel van de plantaardige energierijke stoffen wordt gebruikt om dierlijke energierijke stoffen te maken.
Vleeseters nemen deze energierijke stoffen op als ze planteneters opeten.
zo gaat koolstof van het ene organisme naar het andere.
Slide 7 - Tekstslide
Koolstof in reducenten
Planten en dieren kunnen ook doodgaan zonder dat ze worden opgegeten.
En dieren poepen een deel van de energierijke stoffen uit hun voedsel weer uit.
De energierijke stoffen in dode planten en dieren en in poep worden door reducenten (bacteriën en schimmels) opgenomen.
De reducenten gebruiken de energierijke stoffen vooral als brandstof.
Hierbij komt de koolstof weer terecht in koolstofdioxide dat weer wordt afgegeven aan de lucht.
Slide 8 - Tekstslide
Koolstofkringloop
De verschillende stoffen waarin koolstof kan voorkomen en van het ene organisme naar het andere gaat, noem je de koolstofkringloop.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Stikstofkringloop
Alle organismen hebben stikstof nodig.
Stikstof is een belangrijk onderdeel van eiwitten en DNA.
De verschillende stoffen waarin stikstof kan voorkomen en van het ene organisme naar het andere gaat, noem je de stikstofkringloop.
Slide 11 - Tekstslide
Stikstof in de bodem
Stikstof komt in de bodem voor in de stof nitraat (mineraal).
Planten nemen dit op. Ze gebruiken het nitraat samen met glucose voor de vorming van eiwitten.
Consumenten nemen deze eiwitten weer op via deze planten en zetten het om in dierlijke eiwitten.
Ook dierlijke eiwitten bevatten stikstof.
Slide 12 - Tekstslide
Eiwitten uit de stikstofkringloop
Niet alle eiwitten worden opgegeten en verteerd.
Deze zitten nog in uitwerpselen of resten.
Reducenten gebruiken die eiwitten als brandstof, hierbij ontstaat ammoniak. Dit lost op in het grondwater of wordt ammoniakgas.
De opgeloste stikstof zit dan in ammonium. Deze stof wordt weer omgezet in nitraat, wat weer kan worden opgenomen.
Slide 13 - Tekstslide
Stikstof in de lucht
Stikstof zit ook in de lucht, planten en dieren kunnen dit niet opnemen uit de lucht.
Stikstofbindende bacteriën kunnen dit wel, deze komen voor in bepaalde planten.
Een deel van de stikstof die deze bacteriën uit de lucht opnemen, komt als nitraat in de bodem terecht.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Begrippen 6.3
koolstofkringloop
Stikstofkringloop
Slide 16 - Tekstslide
Ik kan nu
Je kunt de koolstofkringloop beschrijven.
Je kunt de stikstofkringloop beschrijven.
Slide 17 - Tekstslide
Aan het werk!
Maken opdrachten 6.3 : 1, 2, 3, 5, 6 en 7
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.