Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Blok 4 Spelling 4.10 G, gg of ch
Blok 4 Spelling
4.10 G(t), gg of ch(t)?
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Blok 4 Spelling
4.10 G(t), gg of ch(t)?
Slide 1 - Tekstslide
G(t), gg of ch(t)
Bij woorden met een
g(t)-klank
hoor je niet altijd hoe je ze moet spellen. Deze klank wordt verschillend geschreven.
Kijk maar naar de volgende woorden: liggen, kuchen.
De spelling van de g-klank woorden moet je uit je hoofd leren
Toch zijn er een paar regeltjes die je kunnen helpen.
Slide 2 - Tekstslide
Kijk eens naar deze zin.
De sl
a
g
er sl
a
cht
een een kn
aa
g
dier
Hoor na een
lange klank,
de g(t)-klank dan schrijf je bijna altijd
g(t).
Hoor na een
korte klank,
de g(t)-klank dan schrijf je bijna altijd
ch(t).
Let op het woordje '
bijna'
Slide 3 - Tekstslide
Hoor na een lange klank, de g(t)-klank
dan schrijf je bijna altijd g(t).
Voorbeelden
kn
aa
gt (knagen)
dr
ei
gt (dreigen)
sl
aa
gt (slagen)
pl
oe
gt (ploegen)
sl
a
ger
bedr
ie
gt (bedriegen)
v
oe
gt (voegen)
vr
aa
gt (vragen)
l
ie
gt (liegen)
dr
oo
gt(drogen)
z
aa
gt (zagen)
vl
ie
gt (vliegen)
sp
uu
gt (spugen)
d
eu
gt (deugen))
kr
ij
gt (krijgen
Slide 4 - Tekstslide
Hoor na een korte klank,
de g(t)-klank
dan schrijf je bijna altijd ch(t).
Voorbeelden
a
chter
d
i
cht
l
a
cht
l
i
cht
gesl
a
cht
b
o
cht
w
a
cht
z
o
cht
kn
e
cht
k
u
cht
vl
e
chten
vr
u
cht
z
u
cht
Uitzonderingen
d
a
g
l
e
gt
z
e
gt
l
i
gt
b
i
g
br
u
g
Slide 5 - Tekstslide
Er blijven genoeg woorden over die je uit je hoofd moet leren.
Voorbeelden
psycholoog
alg
gedachten
chaos
geheim
giechelen
chloor
googelen
goochelen
chroom
grap
schrift
nieuwsgierig
Slide 6 - Tekstslide
Samen oefenen.
Je ziet steeds een zin.
Bij één woord moet g(t), gg of ch(t) invullen.
Schrijf steeds het hele woord op.
Slide 7 - Tekstslide
g(t), gg of ch(t)?
Schrijf het hele woord op.
De a__terdeur stond wijd open.
Slide 8 - Open vraag
g(t), gg of ch(t)?
Schrijf het hele woord op.
Je kunt toch wel ze__en op wie je hebt gestemd?
Slide 9 - Open vraag
g(t), gg of ch(t)?
Schrijf het hele woord op.
Nee, dat doe ik niet, dat is een __eheim.
Slide 10 - Open vraag
g(t), gg of ch(t)?
Schrijf het hele woord op.
De psy__oloo__ kwam de kamer binnen.
Slide 11 - Open vraag
g(t), gg of ch(t)?
Schrijf het hele woord op.
Mijn haar was gisteren een __aos!
Slide 12 - Open vraag
g(t), gg of ch(t)?
Schrijf het hele woord op.
Mijn zus had er vle__ten in gedaan.
Slide 13 - Open vraag
g(t), gg of ch(t)?
Schrijf het hele woord op.
Het maanli__t valt op het natte dak.
Slide 14 - Open vraag
g(t), gg of ch(t)?
Schrijf het hele woord op.
Hij schrijft het verhaal in het oude s__rift.
Slide 15 - Open vraag
g(t), gg of ch(t)?
Schrijf het hele woord op.
De sla__er heeft de koe eindelijk te pakken.
Slide 16 - Open vraag
g(t), gg of ch(t)?
Schrijf het hele woord op.
Die was ontsnapt uit het sla__thuis.
Slide 17 - Open vraag
g(t), gg of ch(t)?
Schrijf het hele woord op.
De jonge ouders waren benieuwd naar het gesla__t van de baby's.
Slide 18 - Open vraag
g(t), gg of ch(t)?
Schrijf het hele woord op.
Ze waren nog nooit zo nieuws__ieri__ geweest.
Slide 19 - Open vraag
g(t), gg of ch(t)?
Schrijf het hele woord op.
Onze vijver was helemaal groen geworden door de al__en.
Slide 20 - Open vraag
g(t), gg of ch(t)?
Schrijf het hele woord op.
De volgende keer gooi ik er __loor in.
Slide 21 - Open vraag
g(t), gg of ch(t)?
Schrijf het hele woord op.
Maar of de __oudbaarsjes daar tegen kunnnen?
Slide 22 - Open vraag
g(t), gg of ch(t)?
Schrijf het hele woord op.
De __ie__elende meisjes zochten op de pc.
Slide 23 - Open vraag
g(t), gg of ch(t)?
Schrijf het hele woord op.
Toen vonden ze eindelijk de magische __oo__elaar.
Slide 24 - Open vraag
g(t), gg of ch(t)?
Schrijf het hele woord op.
Dat was eigenlijk best wel __rappi__.
Slide 25 - Open vraag
G(t), gg of ch(t)
Bij woorden met een
g(t)-klank
hoor je niet altijd hoe je ze moet spellen.
Deze klank wordt verschillend geschreven.
Kijk maar naar de volgende woorden: liggen, kuchen.
De spelling van de g(t)-klank woorden moet je uit je hoofd leren
Toch zijn er een twee regeltjes die je kunnen helpen.
Slide 26 - Tekstslide
Huiswerk/zelfstandig maken
- Maandag ICE Kijk en Luistertoets
Kijk de instructie nog eens door (in berichten van Magister)
- NB Af hebben woordenschatles in Lessonup
Slide 27 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Spelling: g of ch
Maart 2021
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
H5 - spelling bijvoeglijk naamwoord
Maart 2022
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H5 - spelling bijvoeglijk naamwoord
Mei 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
ch / g
Maart 2022
- Les met
42 slides
Remedial Teaching
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
spelling ij/ei + woorden met g-klank (opdr 32 tm 35)
Juli 2023
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1
ch / g
Februari 2023
- Les met
39 slides
Remedial Teaching
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
ONO Blok 4 Spelling 2
Mei 2022
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Spelling
Juni 2020
- Les met
51 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1