21-12 Start theorie, 2 u + opgave opdracht voor een cijfer: vervallen
24-12 1 u theorie: vervallen. Theorie wel alvast ter zelfstudie aangeboden
Afweer, ontsteking en afweer en afweer reacties
Week 7: alle lessen theorie, 5 u
Lichaamstemperatuur en infectieziekten, luchtwegen en ademhalen
Week 8: alle lessen theorie 5 u
oefentoets aanbieden
Hoesten en ademhalingsproblemen
Week 9
25-1 Theorie + oefentoets nabespreken + inleveren opdracht voor een cijfer
28-1 toets & nabespreking blok
Focus toets: Afweer, ontsteking en afweer en afweer reacties, lichaamstemperatuur en infectieziekten
Focus opdracht: luchtwegen, ademhalen, hoesten en ademhalingsproblemen
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 38 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Planning 2e deel van dit blok
Week 6
21-12 Start theorie, 2 u + opgave opdracht voor een cijfer: vervallen
24-12 1 u theorie: vervallen. Theorie wel alvast ter zelfstudie aangeboden
Afweer, ontsteking en afweer en afweer reacties
Week 7: alle lessen theorie, 5 u
Lichaamstemperatuur en infectieziekten, luchtwegen en ademhalen
Week 8: alle lessen theorie 5 u
oefentoets aanbieden
Hoesten en ademhalingsproblemen
Week 9
25-1 Theorie + oefentoets nabespreken + inleveren opdracht voor een cijfer
28-1 toets & nabespreking blok
Focus toets: Afweer, ontsteking en afweer en afweer reacties, lichaamstemperatuur en infectieziekten
Focus opdracht: luchtwegen, ademhalen, hoesten en ademhalingsproblemen
Slide 1 - Tekstslide
Ontsteking/infectie?
orgaan + itis = ontsteking aan dat orgaan
hepatitis
gastritis
cystitis
Slide 2 - Tekstslide
Oorzaken ontsteking
mechanisch
chemisch
thermisch
immunologisch
ziektekiemen
Slide 3 - Tekstslide
Kenmerken van een ontsteking
roodheid: rubor
warmte: calor
zwelling:tumor
pijn: dolor
(pus)
gestoorde functie: functio leasa
Slide 4 - Tekstslide
Verloop van een ontsteking
weefselschade
alarmstoffen/ ontstekingsmediatoren komen vrij
deze veroorzaken vasodilatatie
weefsel zwelling door toename van weefselvocht met daarin afweercellen
zwelling geeft druk op de zenuw --> pijn: waarom nodig? & jeuk
na een uur massale trek van fagocyterende witte bloedcellen: pus= resten van dode witte bloedcellen, dode ziekteverwekkers etc
door zwelling en pijn treedt een gestoorde functie op: waarom nodig?
reactie op een ontsteking = koorts: remt groei ziekteverwekkers en versnelt fagocytose en weefselherstel
Slide 5 - Tekstslide
Afweer
aspecifieke afweer
verdediging tegen alle ziekteverwekkers
aangeboren
specifieke afweer
immuunsysteem: antigenen en lymfocyten
minder of niet vatbaar voor een ziekteverwekker
Slide 6 - Tekstslide
Afweer bij een ontsteking
directe afweer: plaatselijke afweer door leukocyten activiteit, met name granulocyten, snel, niet specifiek
indirecte afweer: immunologisch systeem is betrokken, duurt iets langer, wel specifiek
Slide 7 - Tekstslide
aspecifieke afweer
1e afweerlinie:
dekweefsel van de huid en slijmvliezen
bacterieflora: huid, darmen
2e afweerlinie
granulocyten
macrofagen
killercellen
interferonen
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Fagocyotse
leukocyten verlaten de bloedbaan en treden het beschadigde weefsel binnen om ziekteverwekkers te doden en dood/beschadigd weefsel op te ruimen
Slide 10 - Tekstslide
Eiwitten treden uit de bloedbaan
stollingseiwitten
antistoffen
reparatie van beschadigd weefsel
Slide 11 - Tekstslide
Vormen van ontsteking
Slide 12 - Tekstslide
Specifieke afweer = immuniteit
Het opbouwen van immuniteit = immunisatie
Slide 13 - Tekstslide
Immunologisch systeem
antigeen: lichaamsvreemde stof of ziekteverwekker die ons lichaam binnenkomt
1e contact leidt tot sensibilisatie: activeert het specifieke afweersysteem = immunologisch systeem
je vindt afweerweefsel in: lymfeklieren, milt, beenmerg, thymus, amandelen,plaques van Pleyer
Voorts functioneren de cellen die hierbij horen in het bloed & lymfe
Slide 14 - Tekstslide
Soorten immunisatie
actieve immunisatie
besmetting met een ziekteverwekker
verzwakte ziekteverwekker: vaccinatie
passieve immunisatie
antistoffen worden in het lichaam gebracht: bij de geboorte en later bij verzwakte gezondheid
Slide 15 - Tekstslide
T-lymfocyt
wordt gemaakt in het beenmerg
ontwikkeld zich onder invloed van de thymus (T-lymfocyt)
zijn na het 1e contact gesensibiliseerde lymfocyten
dragen de informatie over aan hun opvolgers: memory cells
deze maken bij opnieuw hetzelfde antigeen nieuwe T-lymfocyten aan
dit proces duurt even: 24-48 u, delayed type: vertraagd afweer type
Slide 16 - Tekstslide
B-lymfocyt
worden na contact met het antigeen plasmacellen
plasmacellen maken eiwitten die zich hechten aan het oppervlak van het antigeen
deze afweereiwitten heten antilichamen of immunoglobulinen die nadat ze zich aan de buitenkant van het antigeen hebben vastgemaakt hiermee het antigeen inactief maken
humorale afweer
maken IgA, IgG, IgM, IgD & IgE
Slide 17 - Tekstslide
Antilichamen
IgA: op de slijmvliezen, in zweet, speeksel, traanvocht, etc
IgG: in bloed en extra cellulair (is klein), belangrijkst in het lichaam, neutraliseert micro-organismen en toxines en stimuleert fagocytose
IgM: groot, belangrijk in het bloed, hechten aan oppervlak bacteriën en maken deze onschadelijk
IgD: komt voor op het oppervlak van B-lymfocyten, zeer weinig
IgE: verbonden aan mestcellen. Wanneer IgE in contact komt met antigeen dan barst de mestcel open , er komen stoffen vrij die de ontstekingsreactie op gang brengen
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Reactie van afweersysteem in bloed
stijging BSE (bezinking)
stijging leukocyten
stijging neutrofiele granulocyten: bacterie
stijging lymfocyten: virus
titer bepaling: hoeveelheid antistoffen in het bloed
stijging CRP: een eiwit dat bij infecties door de lever wordt aangemaakt
Slide 20 - Tekstslide
Falende afweer
leukopenie: tekort aan witte bloedcellen
agranulocytose: nauwelijks witte bloedcellen
immunodeficiëntie: stoornis in de werking van de B- en/of T-lymfocyten
Problemen kunnen ontstaan door oa ziekten in het lymfatisch weefsel of in het beenmerg
Slide 21 - Tekstslide
Behandeling van een ontsteking
gezonde voeding, rust, goede conditie
warmte toevoegen: waarom?
medicatie: wanneer wel, wanneer niet?
indien nodig abces incideren of draineren
Slide 22 - Tekstslide
Herstel van een ontsteking
regeneratie: wat heeft een groot regeneratie vermogen?
littekenvorming: wat heeft nauwelijks regeneratie vermogen? Geeft soms functieverlies, bijvoorbeeld bioj hypertrofisch litteken weefsel: keloïd
Slide 23 - Tekstslide
Verloop van een virale besmetting
virus komt het lichaam binnen
incubatie tijd: de tijd die het duurt tussen je besmetting en je ziekte verschijnselen
je wordt ziek
B-lymfocyten reageren
2e besmetting
je bemerkt niets van de besmetting
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Auto immuun ziekte
Auto-immuun betekent dat het immuunsysteem zich tegen het lichaam zelf keert. Een auto-immuunziekte ontstaat als er bij het opruimen van lichaamseigen celresten iets verkeerd gaat. Dit gebeurt bijvoorbeeld als goed werkende cellen worden opgeruimd door het lichaam. Hierdoor beschadigt het orgaan waarin deze cellen voorkomen. Bij een andere vorm van auto-immuunziektes ontstaan er ontstekingsreacties bij het opruimen van overbodige cellen.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.