V2 Taalverzorging H28 herhalen

Nederlands
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Spelling samenstellingen, meervoudsvormen en koppelteken herhalen
  3. Taalverzorging  H 28 hoofdletters en leestekens
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Spelling herhalen ter voorbereiding van de toets

Slide 4 - Tekstslide

Aan de slag
Oefenformulier H12 maken in je schrift 

Slide 5 - Tekstslide

Nakijken

Slide 6 - Tekstslide

Ik weet goed hoe ik de meervoudsvormen en bijvoeglijke naamwoorden moet spellen
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Poll

Wat is de hoofdregel voor het schrijven van een samenstelling?

Slide 8 - Open vraag

Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?
A
stef Van leeuwen
B
Stef van Leeuwen
C
stef van Leeuwen
D
Stef Van leeuwen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Deze ____ kozijnen zijn onderhoudsvriendelijk en voordelig geprijsd.
A
aluminium
B
aluminiumen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
reuzeleuk
B
reuzenleuk

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van de samenstelling
aap + trots? (1 pt)
A
apetrots
B
apentrots

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van de samenstelling
aap + rots? (1 pt)
A
aperots
B
apenrots

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van de volgende samenstellingen?
A
Douane-ambtenaar
B
Douaneambtenaar
C
Douane ambtenaar

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van de volgende samenstellingen?
A
Koekenpan
B
Koekepan

Slide 15 - Quizvraag

Trema of koppelteken?
Kies de juiste spelling
radio+uitzending
A
radiouitzending
B
radio-uitzending
C
radioüitzending

Slide 16 - Quizvraag

Trema of koppelteken?
Kies de juiste spelling
kano+en
A
kanoën
B
kanoen
C
kano-en

Slide 17 - Quizvraag

Opdracht 4, spelling H4
Hoe schrijf je onderstaand woord? Plaats zo nodig een trema, apostrof of koppelteken!

A4tje
A
A4tje
B
A4-tje
C
A4'tje
D
A'4tje

Slide 18 - Quizvraag

aaneen
koppelteken
lange afstands raket
veel zijdig
vliegens vlug
bos champignon
auto ongeluk
EHBO post
zwart wit
huidskleur

Slide 19 - Sleepvraag

met koppelteken
zonder koppelteken
(aan elkaar)
oud voetballer
vwo diploma
amateur speler
non stop
& teken
Zuid Afrikaans
kippen hok
mee eten
stage plaats
niet officieel

Slide 20 - Sleepvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Kerstmis
B
kerstmis

Slide 21 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
december
B
December

Slide 22 - Quizvraag


Wat is de juiste spelling van getallen in de zin. 
Gisteren heb ik ______ nieuwe pennen gekocht.
A
4
B
vier

Slide 23 - Quizvraag


Wat is de juiste spelling van getallen in de zin. 
We geven allemaal een cadeau van ______ euro
A
50
B
vijftig

Slide 24 - Quizvraag

Klik de goede spelling van de getallen aan.
A
Gelukkig lagen er nog wel meer dan 50 zakken!
B
Gelukkig lagen er nog wel meer dan vijftig zakken!

Slide 25 - Quizvraag

Klik de goede spelling van de getallen aan.
A
Een pak suiker weegt 2 kilogram.
B
Een pak suiker weegt twee kilogram.
C
Een pak suiker weeg 2 kg.
D
Een pak suiker weegt twee kg.

Slide 26 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Drillsters oefenen

Slide 27 - Tekstslide