3.3 Gelijkwaardige staten

3.3 Gelijkwaardige staten.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.3 Gelijkwaardige staten.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel 8: je kunt uitleggen welke vijandschap er na 1949 was tussen Nederland en Indonesië en welke gevolgen dat had.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel 9: je kunt uitleggen hoe de relatie tussen Nederland en Indonesië na Soekarno verbeterde.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog trokken veel witte en Indische Nederlanders (Indo's) naar Nederland.

Vanaf 1951 ook: Molukkers. 


Na de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog trokken veel witte en Indische Nederlanders (Indo's) naar Nederland.

Slide 4 - Tekstslide

https://oorlogsverhalen.com/themas/repatrianten-uit-indie/ 
Vanaf 1951: ook Molukkers.
Molukkers willen onafhankelijkheid van Indonesië. In 1950 hadden ze de RMS uitgeroepen. Het Indonesische leger maakte hier een einde aan.

Slide 5 - Tekstslide

https://nos.nl/artikel/2373477-70-jaar-molukkers-in-nederland-we-moeten-ons-hele-verhaal-blijven-vertellen 

RMS = Republiek der Zuid-Molukken (Republik Maluku Selatan).


Nederland en Indonesie waren nog met elkaar in conflict over Nieuw-Guinea. 

Soekarno wilde Nederland 
dwingen door Nederlandse 
bedrijven in Indonesië te 
bezetten en te 
nationaliseren
De Nederlandse taal 
werd verboden.




Slide 6 - Tekstslide

Begrippenlijst.

Nationaliseren = staatseigendom maken.
1960: Nederland stuurt 
militairen en er vallen 
weer slachtoffers. 

1962: Nederland geeft 
toe en staat ook 
Nieuw-Guinea af aan 
Indonesië. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 1, 3 en 4 op bladzijde 103.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1967: president Soeharto komt aan de macht in Indonesië. 
Het gaat in Indonesië beter met:
- welvaart
- landbouw
- handel
- onderwijs

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onder Soeharto verbeterd de relatie met Nederland:
- Nederlandse bedrijven zijn weer welkom.
- De handel met Nederland groeit.
1971: koningin Juliana op staatsbezoek in Indonesië.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1998: Soeharto moet aftreden. Een proces van democratisering begint. 

Het gaat economisch nog beter. Indonesië verdient onder andere geld met:
- Export van landbouwproducten, industriële producten en elektrische apparatuur.
- Toerisme (stranden en erfgoed). 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 5 en 6 op bladzijde 104.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even checken... 
Pak je schrift en noteer de antwoorden van de volgende vragen.
Leerdoel: Je kunt uitleggen hoe de relatie tussen Nederland en Indonesie na Soekarno verbeterde.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie werd de eerste president van Indonesië?
A
Soekarno
B
Soeharto
C
Hatta
D
Subianto

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke mensen kwamen er na de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog naar Nederland?
A
Witte Nederlanders, Japanse Indonesiërs en Molukkers.
B
Indische Nederlanders, Indo's en Molukkers.
C
Witte Nederlanders, Indische Nederlanders en Molukkers.
D
Inheemse Indonesiërs, Maleisiërs en Bandanezen.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om welk eiland had Nederland een conflict met Indonesië ten tijde van Soekarno?
A
Sumatra
B
Java
C
Molukken
D
Nieuw-Guinea

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee punten die de slechte relatie tussen Nederland en Indonesië onder Soekarno laten zien.

Slide 17 - Open vraag

Soekarno nationaliseerde Nederlandse bedrijven.
Soekarno verbood de Nederlandse taal.
Conflict om Nieuw-Guinea.

Wat ging er beter in Indonesië toen Soeharto aan de macht was?
A
Onderwijs
B
Handel met Nederland
C
Welvaart
D
Landbouw

Slide 18 - Quizvraag

Allemaal!
Wanneer begon de democratisering van Indonesië?
A
1949
B
1998
C
1967
D
1989

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee bronnen van inkomsten voor Indonesië.

Slide 20 - Open vraag

- Export van olie, landbouwproducten, industriële producten, elektrische apparatuur.
- Toerisme (stranden, erfgoed).
Leerdoel 10: je kunt uitleggen op welke manier het koloniale verleden een rol speelt in de relatie tussen Nederland en Indonesië.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Langzaamaan wordt steeds meer duidelijk over het geweld dat Nederlandse militairen hebben gebruikt in Indonesië.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rutte 2016: niet langer wegkijken van het verleden, bouwen aan een toekomstbestendige relatie.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 9 en 10 op bladzijde 104.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even checken... 
Pak je schrift en noteer de antwoorden van de volgende vragen.
Leerdoel: Je kunt uitleggen hoe het koloniale verleden een rol speelt in de relatie tussen Nederland en Indonesië.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip hoort bij deze omschrijving: Nederlanders van gemengd Nederlands-Indonesische afkomst.
A
Indische Nederlanders
B
Molukkers
C
Inlanders
D
Indo's

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juist of onjuist? Veel witte en Indische Nederlanders migreerden na de afzetting van Soekarno naar Nederland.

Slide 27 - Open vraag

Onjuist. Het moet zijn na de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog.
Juist of onjuist? In Nederland werd altijd al veel gesproken over het buitensporige geweld van Nederlandse militairen in Indonesië.

Slide 28 - Open vraag

Onjuist.
Vind jij het goed dat koning Willem Alexander zijn excuses heeft aangeboden aan Indonesië? Leg uit.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Extra:
  • Werkplaats vaardigheden.
  • Begrippen en personen.
  • Begrippen: opdrachten.
  • Herhaling.
  • Verdieping.
  • Examentraining.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 Gelijkwaardige staten

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies