4BB Voeding en vertering BS2

Thema Voeding en Vertering
Alles over het verteringsstelsel
Voeding en vertering BS2
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema Voeding en Vertering
Alles over het verteringsstelsel
Voeding en vertering BS2

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag
Herhaling basisstof 1: voedsel
Uitleg basisstof 2: voedingsmiddelen en voedingsstoffen 
Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Bewerk je voedsel als je een ei kookt voordat je het eet?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Is gehakt een voorbeeld van een bewerkt product?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Worden conserveermiddelen gebruikt om voedsel langer houdbaar te maken?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Kunnen schimmels worden gebruikt om voedsel te bewerken?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Kun je door goede hygiëne voedselbederf voorkomen?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Ontstaat voedselvergiftiging vooral door het eten van rauwe producten?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Aan kookworst wordt soms azijnzuur toegevoegd. Dit is een zure stof die van nature ook voorkomt in vruchten. Het azijnzuur remt de groei van schimmels.
Is azijnzuur een conserveermiddel?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Kunnen bacteriën en schimmels zonder vocht leven?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Als je brood niet goed verpakt, kan het snel uitdrogen.
Is dit een voorbeeld van voedselbederf?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Sahid heeft een kilo vlees gekocht. Een deel van het vlees gebruikt hij meteen voor het avondeten. De rest verpakt hij en legt hij in de diepvries.
Gaan door invriezen alle bacteriën en schimmels dood?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Koffie wordt vaak vacuüm verpakt. Daardoor kunnen bacteriën en schimmels in de verpakte koffie niet groeien.
Komt dit doordat de bacteriën en schimmels dan geen zuurstof hebben?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Leerdoelen
- Na vandaag weet je wat voedingsmiddelen zijn.
- Na vandaag weet je wat voedingsstoffen zijn en kun je de zes groepen noemen.
- Na vandaag weet je waar voedingsstoffen voor gebruikt worden.
- Na vandaag weet je wat voedingsvezel is.
- Na vandaag weet je dat joodoplossing een indicator is voor zetmeel.
- Na vandaag weet je dat je glucose aan kunt tonen met een teststrookje.

Slide 14 - Tekstslide

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Voedingsvezels
Dit zijn GEEN voedingsstoffen!

Voedingsvezels = zit in sommige plantaardige voedingsmiddelen.

Goed voor de darmperistaltiek.

Slide 19 - Tekstslide

Indicator = stof waarmee je een andere stof kunt aantonen


  • Met een joodoplossing toon je zetmeel aan
  • Met een teststrookje toon je glucose aan

Slide 20 - Tekstslide

Met joodoplossing/jodium
toon je zetmeel aan

Slide 21 - Tekstslide

Met fehling (zit in een teststrookje) toon je glucose aan

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak: Opdracht 6, 8, 9, 10, 11, 12, 15
Waar te vinden? Vanaf bladzijde 15
Hoe? Eerste 10 minuten in stilte, hierna fluisterend in 2-tal.

Klaar? Nakijken + verbeteren basisstof 1 en 2  via magister.

Makkelijk? Lezen basisstof 3 + eventueel beginnen aan opdrachten.
Moeilijk? Test jezelf maken van basisstof 2 op het digitaal lesmateriaal.

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen
- Na vandaag weet je wat voedingsmiddelen zijn.
- Na vandaag weet je wat voedingsstoffen zijn en kun je de zes groepen noemen.
- Na vandaag weet je waar voedingsstoffen voor gebruikt worden.
- Na vandaag weet je wat voedingsvezel is.
- Na vandaag weet je dat joodoplossing een indicator is voor zetmeel.
- Na vandaag weet je dat je glucose aan kunt tonen met een teststrookje.

Slide 24 - Tekstslide