Presentatie 1.4
1 / 30
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
de nieuwe grondwet was aangenomen in een Duitse stad. Daarom noemen we het de Republiek van ....?
A
De Republiek van Hamburg
B
De Republiek van Münster
C
De Republiek van Weimar
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Economische problemen
Politieke problemen
duitsland moest hoge schade vegoeding betalen
er was een enorme inflatie
parlements leden maakte veel ruzie
geallieerden moesten hoge schadevergoeding betalen
de regering had op het verdrag van versailles wapenstilstand en vrede ondertekent
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
welke kenmerken horen bij facisme
A
nationalisme
B
afkeer van de grondwet
C
millitarisme
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Het ottomaanse rijk viel uit elkaar?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Waarom voerde Nederland begin 20e eeuw een neutraliteitspolitiek
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
wanneer was de Duitse keizer afgetreden?
A
1918
B
1920
C
1915
Slide 19 - Quizvraag
wat is inflatie?
A
de prijzen daalde, geld werd minder waard
B
de prijzen bleven hetzelfde
C
de prijzen stege, geld werd minder waard
Slide 20 - Quizvraag
aan welke kant stond italië?
A
Italië kant neutraal
B
Italië stond aan de Duitse kant
C
Italië was al verslagen
Slide 21 - Quizvraag
wie was Benito Mussolini?
A
hij was een koning
B
hij was het hoofd van de regering
C
hij was een dictator
Slide 22 - Quizvraag
wie stichtte de republiek in Turkije?
A
Mustafa Kemal Atatürk
B
Abdul Marak
C
Mehmet Deniz Kaan
Slide 23 - Quizvraag
wanner werd Benito Mussolini dictator?
A
1922
B
1925
C
1919
Slide 24 - Quizvraag
geloofde de mensen dat de parlementaire democratie de problemen in Duitsland konden oplossen?
A
nee
B
ja
Slide 25 - Quizvraag
met wie had Nederland een bondgenootschap?
A
met Turkije
B
met Italië
C
Nederland was niet aangesloten bij een bondgenootschap
Slide 26 - Quizvraag
tijdens de eerste wereld oorlog deed Nederland aan neutraliteitspolitiek, wat is neutraliteitspolitiek?
A
het betekent dat Nederland Duitsland en de landen tegen Duitsland allebei hielpen
B
het betekent dat Nederland de landen in oorlog niet hielp of tegen vocht
C
het betekent dat Nederland tegen Duitsland vocht.
Slide 27 - Quizvraag
wat zijn de belangrijkste kenmerken van facisme?
A
nationalisme en militarisme en voorstander van democratie
B
nationalisme, militarisme, de afkeer van democratie en van persoonlijke vrijheid
C
militarisme, tegenstander van persoonlijke vrijheid
Slide 28 - Quizvraag
wat is mandaatgebied?
A
land of gebied dat met veel andere landen samenwerkten
B
veel kleine staatjes en landjes die samen een groot gebied vormen
C
land of gebied dat op verzoek van de wereldgemeenschap door een ander land wordt bestuurd
Slide 29 - Quizvraag
in 1923 kon Duitsland niet meer de hoge schadevergoeding van het verdrag van Versailles betalen, wat deden ze toen?
A
het verdrag van Versailles op stop zetten
B
stoppen met betalen
C
geld bij drukken
