24-12-18 Medicatiebewaking

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Inmiddels weten jullie al een groot aantal van die handelingen. We gaan nu steeds verder de diepte in. Veel mensen weten niet welke werkzaamheden een AA doet. 
Regels voor succes:

-  Je bent op tijd in de les.
- Je zorgt dat je de benodigde lesmaterialen bij je hebt           laptop mee
- Je telefoon staat op stil en zit in je tas
- Je tas staat op de grond. 
- Je hebt respect voor jouw medestudenten en docent
- Er wordt niet gegeten of gedronken in het lokaal
anders pas ik even op je telefoon 

Slide 2 - Tekstslide

De gouden regels.

Programma & Lesdoelen
- Vragen van jullie 
-Medicatiebewaking
- FTP's
- Lesevaluatie


Lesdoelen:
- Ik weet welke problemen in kan tegenkomen bij medicatiebewaking
- Ik kan uitleggen wat er onder FTP's  wordt verstaan. 
- Ik weet kan uitleggen wat een IA is en hoe deze kan ontstaan. 

     



Slide 3 - Tekstslide

Studenten kunnen vragen stellen over het de analgetica of zij mogen in 2 -3 tallen een mooie informatieposter maken over NSAID's. 
In de poster moeten de lesdoelen aanbod komen.
Aan welke kerntaak werken wij vandaag?

Lesdoelen:
-  Ik weet welke problemen in kan tegenkomen bij medicatiebewaking
-  Ik weet kan uitleggen wat een IA is en hoe deze kan ontstaan. 
A
Kerntaak 1 Voert geïndividualiseerde farmaceutische patiëntenzorg uit
B
Kerntaak 2 Verleent niet-receptgestuurde zorg aan de patiënt
C
Kerntaak 3 Biedt productzorg
D
Kerntaak 4 Werken aan kwaliteit en deskundigheid

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kerntaak 1 Voert geïndividualiseerde farmaceutische patiëntenzorg uit
W1 - Neemt de zorgvraag aan
W2 - Voert medicatiebewaking uit
W3 - Verzorgt uitgifte van medicijnen
W4 - Geeft instructie over medicatiegebruik
W5 - Verwerkt patiëntgerelateerde informatie en administratie
Kerntaak 2 Verleent niet-receptgestuurde zorg aan de patiënt
W1 - Adviseert over gezondheid en preventie
W2 - Geeft zelfzorgadvies
Kerntaak 3 Biedt productzorg
W1 - Stelt voorgeschreven geneesmiddelen beschikbaar
W2 - Stelt op maat gemaakte geneesmiddelen beschikbaar
W3 - Zorgt voor logistiek en beheer
Kerntaak 4 Werken aan kwaliteit en deskundigheid
W1 - Werkt aan de eigen deskundigheid
W2 - Werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
W3 - Werkt multidisciplinair samen en stemt werkzaamheden af
KD = Kwalificatiedossier

Slide 5 - Tekstslide

Welke kerntaak 
Wat is het verschil tussen 
medicatiebewaking en medicatiebegeleiding? 

Slide 6 - Tekstslide

Welke kennis hebben jullie hierover al geleerd?
Medicatiebewaking



Medicatiebegeleiding
Evt. problemen met het medicijngebruik bij een recept of zelfzorg opsporen OF
Toetsen nieuw gnm aan de reeds gebruikte gnm.
Optimaliseren van het gnm gebruik dmv informatie en ondersteuning.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De NAN is inmiddels geheel vervangen door de Profesionele Standaard van de KNMP

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Link

Onder tabblad vind je de verschillende richtlijnen. 

Wat is een richtlijn?
Welk doel heeft een richtlijn?

Slide 10 - Open vraag

De Professionele Standaard Farmaceutische Zorg geeft aan welke zorg patiënten van hun apotheker mogen verwachten. De richtlijnen, normen en zorgstandaarden die horen bij het zorgproces vormen samen de Professionele Standaard.

Een richtlijn is een document met aanbevelingen gericht op het verbeteren van de kwaliteit van zorg. De inhoud van een richtlijn wordt gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, aangevuld met deskundigheid en ervaringen van zorgverleners en patiënten. Artsen moeten de richtlijn bij zijn of haar zorgverlening toepassen.
Het heeft als doel de kwaliteit van de zorg de waarborgen. 
Welke problemen kunnen er onstaan bij het gebruik van een nieuw geneesmiddel ?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mogelijke problemen bij een nieuw recept 
  • Keuze van het geneesmiddel
  • Bij de dosering
  • Bij therapietrouw
  • Bij onderbehandeling

                  Farmacotherapiegerelateerde problemen (FTP’s)

Slide 12 - Tekstslide

Bij het verwerken van een recept kun je allerlei mogelijke problemen tegen komen, waarbij je dus steeds de afweging moet moeten of dit geneesmiddel wel de juiste keuze is voor deze patiënt. bijv. wisselwerkingen met andere medicijnen , een contra indicatie waardoor de patiënt dit middel beter niet kan nemen. Problemen die kunnen ontstaan bij de dosering zijn bijvoorbeeld een te hoge startdosering of een dosering die aangepast moet worden omdat de patiënt een minder goede nierfunctie heeft. Therapietrouw zegt iets over hoe goed de patiënt het middel inneemt volgens de instructies die daarbij zijn gegeven.  

Slide 13 - Tekstslide

Farmacotherapiegerelateerde problemen. 
Niet uitleggen, dat is de opdracht voor de studenten. 
Wat is een dubbelmedicatie?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Beschreven in hfst 8 Medicatiebewaking
Interacties zijn......
A
een reden om een gnm niet te gebruiken
B
een reden om een gnm wel te gebruiken
C
een ongewenste werking
D
een ongewenste wisselwerking tussen 2 gnm

Slide 16 - Quizvraag

Er is een heel hoofdstuk over interacties (hfst 5).
Welke vraag hoort er bij antwoord C ?
Wat is een bijwerking?
Wat is een contra indicatie? antwoord A
Indicatie = antwoord B
Welke gevolgen hebben interacties?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

- Meer of ernstigere bijwerkingen
- Mindere werking
- Versterkte of verlengde werking 

Slide 18 - Tekstslide

Interacties kunnen op verschillende manier ontstaan. Iedere stof heeft chemische eigenschappen die kunnen worden beïnvloed. 
Opname, verwerking van het gnm spelen hierbij een rol. Stukje kinetiek (hfst 3) speelt hierbij een belangrijke rol. 


Slide 19 - Tekstslide

We leren nu wat de definitie is, maar hoe het toegepast wordt pakken we na de kerstvakantie verder op. Dan gaan we er dieper op in. 
Contra-indicaties 
Een patiëntgebonden reden om een geneesmiddel niet te gebruiken, omdat de kans op een nadelige bijwerking te groot is.

Voorbeelden:
  • een gestoorde lever- en nierfuntie
  • zwangerschap of kinderwens
  • borstvoeding
  • topsport 
  • overgevoeligheid of intolerantie

Slide 20 - Tekstslide

Idem.
Eigenschappen, ziektebeelden of andere kenmerken van een patiënt die niet of onder bepaalde voorwaarden verenigbaar zijn met het gebruik van een gnm. 
Kinderwens kan ook bij man een CI zijn.

Slide 21 - Tekstslide

Naslagwerk met achtergrondinformatie bij IA, CI, overgevoeligheden, geeft concrete adviezen. Is ter ondersteuning van de zorgverlener voor een effectieve en veilig behandeling van gnm.
Je hoeft niet alles te weten, maar wel weten waar je de juiste  informatie kan vinden, om de veilig te waarborgen van de patiënt. 

Slide 22 - Tekstslide

AIS = Pharmacom
Nakijken van de opdracht 
Afkortingen en recepteisen

Pak je antwoorden erbij. 
Maak de opdracht "Medicatiebewaking"  zelfstandig.

timer
20:00
Durf je vragen te stellen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat vind je van deze les?

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

   Ik wens je een gezellige kerstvakantie toe !

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies