Kansbegrip voorkennis

Voorkennis: combinatoriek
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voorkennis: combinatoriek

Slide 1 - Tekstslide

Een bedrijf maakt bij het coderen van zijn artikelen gebruik van de letters A, B, C, D en E. Hoeveel codes zijn er van 3 letters als herhalingen zijn toegestaan?

Slide 2 - Open vraag

Een bedrijf maakt bij het coderen van zijn artikelen gebruik van de letters A, B, C, D en E. Hoeveel codes zijn er van 4 letters als herhalingen niet zijn toegestaan?

Slide 3 - Open vraag

Een bedrijf maakt bij het coderen van zijn artikelen gebruik van de letters A, B, C, D en E. Hoeveel codes zijn er van 2, 3 of 4 letters als herhalingen zijn toegestaan?

Slide 4 - Open vraag

Een bedrijf maakt bij het coderen van zijn artikelen gebruik van de letters A, B, C, D en E. Hoeveel codes zijn er van hoogstens 3 letters als herhalingen niet zijn toegestaan?

Slide 5 - Open vraag

Een bedrijf maakt bij het coderen van zijn artikelen gebruik van de letters A, B, C, D en E. Hoeveel codes zijn er van 5 letters die met AA beginnen als herhalingen zijn toegestaan?

Slide 6 - Open vraag

Een bedrijf maakt bij het coderen van zijn artikelen gebruik van de letters A, B, C, D en E. Hoeveel codes zijn er van 5 letters die op DE eindigen als herhalingen niet zijn toegestaan?

Slide 7 - Open vraag

Uitwerking vraag 1

Slide 8 - Tekstslide

Amber gooit met zeven dobbelstenen. Hoeveel mogelijkheden zijn er om twee zessen en vijf enen te gooien?

Slide 9 - Open vraag

Amber gooit met zeven dobbelstenen. Hoeveel mogelijkheden zijn er om geen enkele zes te gooien?

Slide 10 - Open vraag

Amber gooit met zeven dobbelstenen. Hoeveel mogelijkheden zijn er om in totaal 41 ogen te gooien?

Slide 11 - Open vraag

Amber gooit met zeven dobbelstenen. Hoeveel mogelijkheden zijn er om in totaal 40 ogen te gooien?

Slide 12 - Open vraag

Amber gooit met zeven dobbelstenen. Hoeveel mogelijkheden zijn er om in totaal hoogstens 9 ogen te gooien?

Slide 13 - Open vraag

Uitwerking vraag 3

Slide 14 - Tekstslide

Daan gooit met twee dobbelstenen. Hoeveel mogelijkheden zijn er om in totaal minstens 9 ogen te gooien?

Slide 15 - Open vraag

Daan gooit met twee dobbelstenen. Hoeveel mogelijkheden zijn er om met elke dobbelsteen evenveel ogen te gooien?

Slide 16 - Open vraag

Daan gooit met twee dobbelstenen. Hoeveel mogelijkheden zijn er waarbij het product van de ogen hoogstens 6 is?

Slide 17 - Open vraag

Daan gooit met twee dobbelstenen. Hoeveel mogelijkheden zijn er waarbij de som van de ogen even is?

Slide 18 - Open vraag

Uitwerkingen vraag 4

Slide 19 - Tekstslide

Lees vraag 2 (blz 147)
Hoeveel codes zijn er totaal?
220
A
220
B
202
C
-
D
-

Slide 20 - Quizvraag

vervolg vraag 2
Hoeveel codes zijn er met aan de rand allemaal zwarte vakjes?
A
20ncr14
B
15215
C
11426
D
-

Slide 21 - Quizvraag

vervolg vraag 2
Hoeveel codes zijn er met in elke rij precies één zwart vakje?
A
45
B
15215
C
(4ncr1)5
D
-

Slide 22 - Quizvraag

vervolg vraag 2
Hoeveel codes zijn er met in elke kolom precies twee zwarte vakjes?
A
24
B
(4ncr2)5
C
(5ncr2)4
D
-

Slide 23 - Quizvraag

vervolg vraag 2
Hoeveel codes zijn er met in kolom 1 precies één zwart vakje, in de tweede precies 2, in de derde precies 3 en in de vierde precies vier zwarte vakjes?
A
(5ncr4)(5ncr3)(5ncr3)(5ncr4)
B
(5ncr1)(5ncr2)(5ncr3)(5ncr4)
C
2500
D
-

Slide 24 - Quizvraag

vervolg vraag 2
Hoeveel codes zijn er met in geen enkele rij vier zwarte vakjes?
A
(241)5
B
759375
C
2204
D
1048572

Slide 25 - Quizvraag

Uitwerking vraag 2

Slide 26 - Tekstslide