3VP4 - laatste twee lessen

3VP4 - Op naar de toets! 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 65 min

Onderdelen in deze les

3VP4 - Op naar de toets! 

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Toetsstof bespreken
  • Toetsstofquizzz
  • Laatste oefeningen 4.10 bespreken
  • Aan de slag: oefening leesvaardigheid

Volgende en laatste les:
Oefening leesvaardigheid bespreken + zomerquiz! 

Slide 2 - Tekstslide

Toetsstof
  • Toets: Leesvaardigheid en woordenschat (telt 3x mee)
  • Talent 3.3 en 4.3 (Lezen)
  • Talent 3.5 en 4.5 (Woorden)

Slide 3 - Tekstslide

Toetsstof - QUIZZZZZZ

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel van reclame?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 5 - Quizvraag

Wat is ideële reclame?
A
Heeft tot doel mensen over te halen tot iets en geld te verdienen.
B
Met deze reclame wordt een goed idee verkocht.
C
Wil gedrag beïnvloeden en een boodschap overdragen
D
Een indringende reclameboodschap

Slide 6 - Quizvraag

Korte tekst die op een vaste plek verschijnt waarin de mening van de schrijver vaak een belangrijke rol heeft.
A
Recensie
B
Weerbericht
C
Artikel
D
Column

Slide 7 - Quizvraag

Een duidelijk voorbeeld van
A
Stereotype
B
Gemeenplaats
C
Een sterk staaltje van
D
Evident

Slide 8 - Quizvraag

Welk tekstdoel heeft een betoog?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 9 - Quizvraag

Hoe herken je een betoog?
A
Het is een tekst over het leven van de schrijver.
B
Mening schrijver + bijhorende argumenten
C
Aan de kolommen.
D
Titel, inleiding, middenstuk, slot

Slide 10 - Quizvraag

Ingaan op het tegenargument en uitleggen waarom het argument niet geldig is, noem je..
A
Een tegenargument geven
B
Weerleggen

Slide 11 - Quizvraag

Cruciaal
A
Beslissend, noodzakelijk
B
Overduidelijk, vanzelfsprekend
C
In principe, als regel
D
In ruime mate beschikken over

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn subjectieve argumenten?
A
Meningen, persoonlijke ervaringen
B
Synoniem voor objectieve argumenten.
C
Feiten en gegevens uit een onderzoek
D
Hoofdargumenten

Slide 13 - Quizvraag

Een argument van iemand met een andere mening noem je een...
A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 14 - Quizvraag

4.10 Media en onderzoek
Pak je huiswerk erbij. 

Opdracht 4: 
Welke frames?
Boodschap?
Geslaagd?
Opdracht 5

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de extra leestaak.
Noteer de antwoorden netjes in je schrift. Let hierbij op de formulering van het antwoord. -> hele zin, hoofdletter, punt, spelling....

De volgende les gaan we de oefening bespreken! 

Slide 16 - Tekstslide