4.3 Lekker eten + 4,4 Frisdranken

4.3 Proeven, ruiken

4.4 Frisdranken
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.3 Proeven, ruiken

4.4 Frisdranken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen hoe je geur waarneemt
  • Je kan uitleggen hoe je smaak waarneemt
  • Je kan uitleggen waarom geur- en smaakstoffen belangrijk zijn bij proeven.


  • Je weet hoe je 'zuurgraad' moet meten
  • Je weet wat zuur en basisch is.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat een prikkel

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Prikkel:                                               Zintuig:
Smaakstof                                         smaakzintuig (in tong)
het smaakzintuig maakt waarnemen van zout, zoet, zuur, bitter en umami mogelijk

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkel:                                               Zintuig:
geurstof                                             reukzintuig(in neus)
het reukzintuig kan geuren waarnemen, en werkt samen met het smaaktzintuig.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geurstof
Smaakstof
Proeven!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proeven
Ruiken helpt bij het waarnemen van een smaak.
Bij proeven voegen je hersenen de informatie van
de smaakzintuigen en van het reukzintuig samen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het best bewaarde geheim!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten we wel?

In Nederland en Europa is het verplicht om (deels) te melden welke ingredienten er in een product zitten. Dat staat op het etiket.
ingrediënten Coca Cola
  • water met koolzuur (prik, smaak)
  • Suikers (zoete smaak)
  • Fosforzuur (smaak, conserveren)
  • E150D (kleurstof)
  • Cafeïne
  • arabische gom (emulgator)
  • Kolanoot, bron van cafeïne)(   kleur en smaakstof)
  • Cocabladeren?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koolzuur
Koolzuur, laat water bruisen

Dit zorgt voor prik in frisdrank

Ook is het zuur. Dat is kan je proeven en testen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuur of basisch?
Sommige stoffen zijn zuur, anderen niet. En niet alle zuren stoffen zijn even zuur. 

Hoe zuur een stof is, kan je meten. Dat doe je met pH

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pH schaal: Hoe zuur een oplossing is, wordt aangegeven met de zuurgraad: de pH.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pH
- pH geeft de zuurtegraad van een oplsossing aan
- pH schaal van 0 tot 14.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoe zuur denk je dat Cola is? geef je antwoord in een getal van 1 tot en met 15
(de pH- waarden)

Slide 16 - Woordweb

pH cola is ongeveer 3. Dat is 10x zo zuur als een tomaat. 
Een citroen is 10x zo zuur als cola.
Cola is zuur, maar smaakt zoet.

Hoe kan dat?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN?

Slide 18 - Tekstslide

Wisselmoment: vragen?
Weektaak
4.3: 1 t/m 12
4.4: 11 t/m 20

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies