2.2 Omtrek en oppervlakte

2.2 Omtrek en oppervlakte
Leerdoelen
  1. Je leert de omtrek berekenen
  2. Je leert de oppervlakte berekenen en
    oppervlaktematen omrekenen

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 51 min

Onderdelen in deze les

2.2 Omtrek en oppervlakte
Leerdoelen
  1. Je leert de omtrek berekenen
  2. Je leert de oppervlakte berekenen en
    oppervlaktematen omrekenen

Slide 1 - Tekstslide

Formule OMTREK:
lengte+breedte+lengte+breedte= omtrek

Slide 2 - Tekstslide

Omtrek
Omtrek --> erom heen. 

Slide 3 - Tekstslide

Bereken de omtrek

Slide 4 - Tekstslide

Omtrek
lengte + lengte + breedte + breedte

Formule:
l + l + b + b = omtrek
2 x l + 2 x b = omtrek

Slide 5 - Tekstslide

Omtrek en oppervlakte
Omtrek
  • als je ergens omheen gaat.

Oppervlakte
  • als je ergens op gaat.

Slide 6 - Tekstslide

Oppervlakte
Formule: lengte x breedte




4 cm x 4 cm = 16 cm2

Slide 7 - Tekstslide

Oppervlakte

Slide 8 - Tekstslide

Bereken de ontbrekende maat

25 cm2 
5 cm
Oppervlakte = lengte x breedte

25 = 5 x breedte      dus,

breedte = 25 : 5 = 5 cm

Slide 9 - Tekstslide

Bereken de ontbrekende maat

25 cm2 
5 cm
Wat is de breedte?

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de totale oppervlakte van dit zaaltje?

Wat is de oppervlakte van het podium?

Slide 11 - Tekstslide

6 x 4 = 24 cm2

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Oppervlakte groene driehoek= 
rechthoek : 2=
24 : 12 = 12 cm2
of te wel: Oppervlakte driehoek is lxb: 2

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Oppervlakte= zijde x hoogte : 2

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de omtrek?
A
14 cm
B
28 cm
C
24 cm
D
40 cm

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de
omtrek?
A
200
B
58
C
62
D
60

Slide 18 - Quizvraag

De eenheid van omtrek is ............
A
vierkante meter (m²)
B
kubieke meter (m³)
C
meter (m)
D
geen van allen

Slide 19 - Quizvraag

Wat
is de
oppervlakte?
A
35
B
300
C
60
D
70

Slide 20 - Quizvraag

oppervlakte is .....
A
4 m²
B
8 m²
C
1 6 m²
D
16 vierkante meter

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte
van deze driehoek?
A
56cm²
B
28cm
C
56cm
D
28cm²

Slide 22 - Quizvraag

1 km2 = 100 ha

1000 dm2 = 10 m2
1 dm2 = 100 cm2


Slide 23 - Tekstslide

Omtrek cirkel = 3,14 x diameter
Omtrek cirkel = 3,14 x 3 = 9,42 cm

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag
  • Les 2.2 Omtrek en oppervlakte
Als het goed is heb je aan het einde van de les 2.2 af en kun je:
-de omtrek berekenen
-de oppervlakte berekenen en oppervlaktematen omrekenen

Volgende les  2.3 Oppervlakte van ruimtelijke figuren

Slide 25 - Tekstslide