AFP 3.1 BBL psychiatrie (les 1)

Anatomie, Fysiologie en Pathologie


BBL 3.1 psychiatrie
Les 1


1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Anatomie, Fysiologie en Pathologie


BBL 3.1 psychiatrie
Les 1


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Stemmingsstoornissen:
- Overspannen
- Depressie
- Tentamen suicidii
- Bipolaire stoornis
- Psychose
- Schizofrenie
                                               + Bijbehorende medicatie 
 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

overspannen
Overwerkt, afgeknapt, ingestort, burn-out
Op de voorgrond staat een stemminsstoornis, de patiënt is somberder
Snel geprikkeld, gespannen, angstig, onzeker, piekeren, slapeloosheid, moeheid
Duizeligheid, buikpijn en hoofdpijn

Slide 3 - Tekstslide

Er ontstaat decompensatie door een sterk verstoorde relatie tussen draagkracht en draaglast en komt het pas na een langere tijd aan het licht.

Draaglast

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Draagkracht

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Depressie
Depressie of depressieve klachten? Zijn alle kenmerken aanwezig (DSM-V)

Huisarts gebruikt een gestructureerde vragenlijst met kernsymptomen en overige symptomen om de diagnose te kunnen stellen moet de patiënt ‘voldoende’ symptomen hebben.

Slide 7 - Tekstslide

Huisarts gebruikt een gestructureerde vragenlijst met kernsymptomen en overige symptomen om de diagnose te kunnen stellen moet de patiënt ‘voldoende’ symptomen hebben.

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Tentamen Suicidii = TS = poging tot suïcide

Ongeveer 15.000 tot 30.000 mensen per jaar die een poging doen

In Nederland vaak de term: zelfdoding (of zelfmoord maar minder neutraal)


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elke dag sterven er 5 mensen aan zelfdoding. Veel van deze mensen zijn eenzaam en radeloos. Als je in de zorg werkt, kan je te maken krijgen met iemand waarbij suïcidaliteit speelt. Wat kan je op dat moment doen om de best mogelijke zorg te verlenen? En wat kan je in de organisatie regelen om suïcidaliteit zo snel mogelijk te herkennen en adequaat te reageren? 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotende risico’s kunnen zijn: overmatig alcoholgebruik, agressie, sociale isolatie, ontbreken van hoop

Beschermende factoren: probleemoplossingsvaardigheden, sociale steun, dierbare mensen in de omgeving, geloof

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bipolaire stoornis (manisch depressief)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bipolaire stoornis 
Hypomanie: soms zijn de verschijnselen heel subtiel, gedurende een periode voelt een patiënt zich energiek/gelukkig
Gemengde episode: patiënten hebben in een bepaalde periode zowel manische als depressieve klachten.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schizofrenie

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Schizofrenie
Positieve en negatieve verschijnselen

Positief: er is een symptoom dat er normaal niet is (bijv. patiënt is er van overtuigd dat overal camera’s hangen)
Negatief: het geheugen van de patiënt is na een psychose bijv. afgenomen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

psychose
Iemand met wanen is overtuigd van bepaalde ideeën, terwijl die niet op waarheid berusten.
Een hallucinatie betekent dat iemand iets hoort, ziet of voelt wat er in werkelijkheid niet is. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geneesmiddelen 
a.d.h.v. gemaakte opdracht

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies