AFP 3.2.20 Psychiatrie

Anatomie, Fysiologie en Pathologie


AFP 3.2 
Les 1


1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Anatomie, Fysiologie en Pathologie


AFP 3.2 
Les 1


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 1:
Stemmingsstoornissen:
- Overspannen
- Depressie
- Tentamen suicidii
- Bipolaire stoornis
- Psychose
- Schizofrenie
                                               + Bijbehorende medicatie 
 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

overspannen
Overwerkt, afgeknapt, ingestort, burn-out
Op de voorgrond staat een stemminsstoornis, de patiënt is somberder
Snel geprikkeld, gespannen, angstig, onzeker, piekeren, slapeloosheid, moeheid
Duizeligheid, buikpijn en hoofdpijn

Slide 3 - Tekstslide

Er ontstaat decompensatie door een sterk verstoorde relatie tussen draagkracht en draaglast en komt het pas na een langere tijd aan het licht.

Draaglast

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Draagkracht

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Draag
Depressie
Depressie of depressieve klachten? Zijn alle kenmerken aanwezig (DSM-V)

Huisarts gebruikt een gestructureerde vragenlijst met kernsymptomen en overige symptomen om de diagnose te kunnen stellen moet de patiënt ‘voldoende’ symptomen hebben.

Slide 8 - Tekstslide

Huisarts gebruikt een gestructureerde vragenlijst met kernsymptomen en overige symptomen om de diagnose te kunnen stellen moet de patiënt ‘voldoende’ symptomen hebben.

Slide 9 - Link

Depressie

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Tentamen Suicidii = TS = poging tot suïcide

Ongeveer 15.000 tot 30.000 mensen per jaar die een poging doen

In Nederland vaak de term: zelfdoding (of zelfmoord maar minder neutraal)


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotende risico’s kunnen zijn: overmatig alcoholgebruik, agressie, sociale isolatie, ontbreken van hoop

Beschermende factoren: probleemoplossingsvaardigheden, sociale steun, dierbare mensen in de omgeving, geloof

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bipolaire stoornis (manisch depressief)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bipolaire stoornis 
Er zijn manische en depressieve periodes.
In een manische periode is de pat. opgewekter, actiever en zelfverzekerder dan normaal. Of voelt zich opgejaagd, doet dingen zonder er goed over na te denken en wordt sneller boos dan normaal.
In een depressieve periode is de pat. somber en passief. Hij/zij voelt zich waardeloos en heeft geen energie om dingen te doen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bipolaire stoornis 
Hypomanie: soms zijn de verschijnselen heel subtiel, gedurende een periode voelt een patiënt zich energiek/gelukkig
Gemengde episode: patiënten hebben in een bepaalde periode zowel manische als depressieve klachten.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Bipolair
Schizofrenie

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Schizofrenie
Positieve en negatieve verschijnselen

Positief: er is een symptoom dat er normaal niet is (bijv. patiënt is er van overtuigd dat overal camera’s hangen)
Negatief: het geheugen van de patiënt is na een psychose bijv. afgenomen.

Slide 19 - Tekstslide

positief: wanen en hallucinaties
negatief: dingen die iemand mist zoals energie, initiatief en inspiratie

Slide 20 - Link

Schizofrenie
psychose
Iemand met wanen is overtuigd van bepaalde ideeën, terwijl die niet op waarheid berusten.
Een hallucinatie betekent dat iemand iets hoort, ziet of voelt wat er in werkelijkheid niet is

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 2:
Persoonlijkheids- en cognitieve stoornissen
Angststoornissen                Verslaving
Slapeloosheid                        Obs. compulsieve stoornis
Autisme
Cognitieve stoornissen:
Delier                                         Dementie
Sociale kaart 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Angststoornissen
Komen op alle leeftijden voor er is veel overlap met depressie
Bijvoorbeeld
- sociale fobie
- specifieke fobie
- gegeneraliseerde angststoornis

Behandeling is mogelijk met CGT (cognitieve gedragstherapie) en antidepressiva

Slide 23 - Tekstslide

Sociale fobie: angst om beoordeeld te worden of in gezelschap beoordeeld te worden
Specifieke fobie: angst voor één situatie of voorwerp

Slide 24 - Link

Angst
Slapeloosheid
Slapeloosheid is een subjectieve klacht. Het gaat erom hoe de patiënt zijn slaap ervaart, niet hoeveel hij werkelijk slaapt.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verslaving ken je?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is iemand
verslaafd?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verslaving
Bij een verslaving is iemand niet meer in staat om het middel uit vrije wil te laten staan vanwege lichamelijke of geestelijke afhankelijkheid.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Obsessief-compulsieve stoornis (OCS of OCD)

Dwangstoornis

De patiënt is minimaal 1 uur per dag met zijn dwang bezig.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Obsessief-compulsieve stoornis (OCS of OCD)

Behandeling is meestal CGT
Exposure (blootstelling) en responspreventie (voorkomen dat de patiënt reageert)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eetstoornissen
Anorexia nervosa
- extreem lijnen, braken, laxeermiddelen
- het eigen lichaamsbeeld is verstoord
- behandeling: angst om te eten moet worden overwonnen, daar is de therapie op gericht

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eetstoornissen
Boulimia nervosa
- vreetbuien met controle verlies
- behandeling met CGT

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Autismespectrum stoornissen
Alle vormen van autisme samen worden autisme-spectrumstoornissen genoemd. 
Diagnose wordt vaak al als kind gesteld, contact maken is lastiger (sociale vaardigheden).
Autistische patiënten hebben vaak behoefte aan regelmaat en voorspelbaarheid. 
Kunnen extreem opgaan in specifieke hobby's of interesses

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Link

Autisme
Cognitieve stoornissen
Delier
Het bewustzijn van de patiënt is in wisselende mate gedaald.
De hersenfunctie wordt verstoord door een lichamelijke ziekte of probleem (bijv. pneumonie of urineweginfectie)
Komt veel voor onder ziekenhuispatiënten

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Cognitieve stoornissen
Dementie
Vermindering van de hersenfunctie terwijl het bewustzijn helder blijft.
Eerste symptoom is vaak achteruitgang van het geheugen
Ziekte van Alzheimer

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Link

Delier
Sociale kaart
Waar kan de patiënt of betrokkenen terecht voor hulp?

Sinds de invoering van deWet WMO regelt iedere gemeente de maatschappelijke zorg voor haar inwoners.

Het is waardevol om  als doktersassistente te weten waar een patiënt of naaste informatie kan vinden.  

Slide 40 - Tekstslide

Voor de gemeente Zwolle vind je op deze website informatie, hoe zit dit voor de gemeente van jouw werk/leerplek? https://www.swtzwolle.nl/hulpenondersteuning

Antidepressiva:, stemmingsverbeterend en soms angstdempende en/of activerende werking
Antipsychotica: kalmerend effect maar niet slaapverwekkend
Benzodiazepinen: angst, spanning en slaapstoornissen (verslavingsgevoelig)

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geneesmiddelen 

Slide 42 - Tekstslide

Benzodiazepinen werken kalmerend en vlakken emoties af. Ze werken vooral bij meer chronische angst of spanning. Bij paniekaanvallen werken ze minder goed. Ook hier geldt dat na verloop van tijd gewenning op treedt en afhankelijkheid kan ontstaan.
Vervolg geneesmiddelen

Slide 43 - Tekstslide

Verschillende lithiumzouten worden gebruikt als stemmingsstabilisator, vooral bij de medische behandeling van de bipolaire stoornis

Psychostimulantia werken bij ADHD (Ritalin is bekende merknaam)