V4 - T3 : BS 5 Ontstaan van soorten

Thema 4 Evolutie

B7
Ontstaan van soorten
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 4 Evolutie

B7
Ontstaan van soorten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel B7
  • Je kunt manieren van reproductieve isolatie beschrijven
    - door geografische verschillen
    - door verschil in gedrag

  • Je kunt aan de hand van het eilandbiogeografiemodel de eilandtheorie uitleggen


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Reproductieve isolatie
  • Geografische isolatie (allopathisch)
  • Verschillen in gedrag (sympatische soortvorming)
  • Tijd (sympatische soortvorming)

Slide 5 - Tekstslide

Ontstaan van soorten
  • Voor het ontstaan van nieuwe soorten, moet langere tijd geen uitwisseling van genen zijn: reproductieve isolatie

  • Vindt in één populatie een mutatie plaats, dan komt die niet in de andere populatie. Na een tijdje zijn ze zó verschillend, dat het twee soorten zijn geworden.

  • Reproductieve isolatie kan plaatsvinden door geografische isolatie (bv. een bergketen) --> allopatrische soortvorming

Slide 6 - Tekstslide

Sympatrische soortvorming
In hetzelfde gebied zonder dat er een geografische barrière zit.
gedrag, tijd
  • Of door polyploïdie: een meervoud van het diploïde aantal chromosomen in een (deel van een) organisme
  • Polyploïdie ontstaat door fout tijdens de mitose


Slide 7 - Tekstslide

Eilandtheorie
allopathisch:
ander vaderland

Slide 8 - Tekstslide

Eilandtheorie
Grootte van het eiland beïnvloedt de snelheid van uitsterven:
- Klein eiland: veel concurrentie -> soorten sterven sneller uit.
- Groot eiland: minder concurrentie -> soorten sterven minder snel uit.

Groene lijnen in de grafiek.

Slide 9 - Tekstslide

Eilandtheorie
Afstand van het eiland tot het vaste land (bron van migratie)
- Dichtbij: veel migratie 
- Ver weg: weinig migratie 
Meer bij groot eiland dan bij klein eiland door meer beschikbare niches!

Rode lijnen in de grafiek.

Slide 10 - Tekstslide

Eilandtheorie
Dynamisch evenwicht: het punt waarop de immigratie gelijk is aan de snelheid van uitsterven.
De biodiversiteit blijft gelijk.
Er verdwijnen wel soorten en die worden vervangen door nieuwe.

Slide 11 - Tekstslide

Eilandtheorie
De eilandtheorie voorspelt dus de grootte van de biodiversiteit van geïsoleerde gebieden, zoals eilanden, bergtoppen, meren en bossen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Eilandtheorie op de Wadden
Welke Waddeneiland heeft de grootste biodiversiteit? 
Waar meer soorten vanuit Den Helder? 
Verklaar met de eilandtheorie van BINAS 93C.

A     Texel
B     Ameland
C     Terschelling

Slide 15 - Tekstslide

93C

Slide 16 - Tekstslide

Samenvatting Eilandtheorie
In het voorkomen van het aantal soorten op eilanden zag Darwin een wetmatigheid: 
- hoe groter het eiland, hoe meer soorten. 
- hoe verder van het vaste land, hoe minder soorten.

De eilandtheorie beschrijft dus de biodiversiteit in relatie tot de grootte van een eiland (of een ander geïsoleerd ecosysteem) en de afstand tot het vaste land (of tot andere ecosystemen).

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Zijn er vragen?
Zijn er vragen?

Slide 20 - Tekstslide

Zet de eiland vormen op volgorde van hoeveelheid soorten die er kunnen voorkomen van minste naar meeste soorten.
1 (minste soorten)
2
3
4 (meeste soorten)
klein eiland ver weg
groot eiland ver weg
groot eiland dichtbij
klein eiland dichtbij

Slide 21 - Sleepvraag

Bij welke eiland komen de meeste soorten voor?
A
klein eiland, dichtbij
B
klein eiland ver weg
C
groot eiland, dichtbij
D
groot eiland, ver weg

Slide 22 - Quizvraag

Selectiedruk komt vanuit... (kies het beste antwoord)
A
het organisme
B
het ecosysteem
C
de levensgemeenschap
D
de populatie

Slide 23 - Quizvraag

Ben jij al begonnen met leren?
Ja
Beetje
Nee
Niet nodig, ik weet alles al

Slide 24 - Poll

Maak opdracht 67 t/m 80
- klaar: maak test jezelf, 
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Op de volgende slides staan drie oefentoetsen van het hele hoofdstuk. Deze moet je volgende week ook maken en je percentages invullen die je gescoord hebt.

Ook staat er nog een korte herhalingsvideo...

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Link

Slide 29 - Link

Herhalingsvideo

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video