In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Thema 4 Evolutie
B7
Ontstaan van soorten
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel B7
Je kunt manieren van reproductieve isolatie beschrijven
- door geografische verschillen - door verschil in gedrag
Je kunt aan de hand van het eilandbiogeografiemodel de eilandtheorie uitleggen
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Reproductieve isolatie
Geografische isolatie (allopathisch)
Verschillen in gedrag
Tijd
Slide 4 - Tekstslide
Ontstaan van soorten
Voor het ontstaan van nieuwe soorten, moet langere tijd geen uitwisseling van genen zijn: reproductieve isolatie
Vindt in één populatie een mutatie plaats, dan komt die niet in de andere populatie. Na een tijdje zijn ze zó verschillend, dat het twee soorten zijn geworden.
Reproductieve isolatie kan plaatsvinden door geografische isolatie (bv. een bergketen) --> allopatrische soortvorming
Slide 5 - Tekstslide
Sympatrische soortvorming
Een andere oorzaak kan zijn verschillen in gedrag: de organismen begrijpen elkaar niet (meer).
Of door polyploïdie: een meervoud van het diploïde aantal chromosomen in een (deel van een) organisme
Polyploïdie ontstaat door fout tijdens de mitose
Slide 6 - Tekstslide
Eilandtheorie
In het voorkomen van het aantal soorten op eilanden zag Darwin een wetmatigheid:
- hoe groter het eiland, hoe meer soorten.
- hoe verder van het vaste land, hoe minder soorten.
Na verloop van tijd ontstaat een evenwicht tussen immigratie en uitsterven.
De eilandtheorie beschrijft dus de biodiversiteit in relatie tot de grootte van een eiland (of een ander geïsoleerd ecosysteem) en de afstand tot het vaste land (of tot andere ecosystemen).
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
93C
Slide 10 - Tekstslide
Eilandtheorie
Dynamisch evenwicht: het punt waarop de immigratie gelijk is aan de snelheid van uitsterven.
De biodiversiteit blijft gelijk.
Er verdwijnen wel soorten en die worden vervangen door nieuwe.
Slide 11 - Tekstslide
Eilandtheorie
De eilandtheorie voorspelt dus de grootte van de biodiversiteit van geïsoleerde gebieden, zoals eilanden, bergtoppen, meren en bossen.
Slide 12 - Tekstslide
Eilandtheorie op de Wadden
Welke Waddeneiland heeft de grootste biodiversiteit?
Waar meer soorten vanuit Den Helder?
Verklaar met de eilandtheorie van BINAS 93C.
A Texel
B Ameland
C Terschelling
Slide 13 - Tekstslide
Maak opdracht 93 t/m 101
Lees daarna de context 'Evolutie in een meer' en
maak opdracht 102
Check je leerdoelen met de Flitskaarten en Test Jezelf
Nu volgt er nog een korte herhalingsvideo... van 15 minuten