Le conditionnel

Herhaling: conditionnel
Ik zou luisteren!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhaling: conditionnel
Ik zou luisteren!

Slide 1 - Tekstslide

Waar wordt de conditionnel voor gebruikt?
A
Als beleefdheidsvorm
B
Om een wens uit te drukken
C
Als verleden tijd
D
Als toekomende tijd

Slide 2 - Quizvraag

De uitgangen van de conditionnel zijn hetzelfde als die van...
A
Le verbe avoir au présent
B
Le futur
C
L'imparfait

Slide 3 - Quizvraag

Hoe maak je conditionnel?
A
ww - er/ir/re + uitgangen (ais, ais, ait, ions, iez, aient)
B
heel ww + uitgangen (ais, ais, ait, ions, iez, aient)
C
heel ww + uitgangen (ai, as, a, ons, ez, ont)
D
ww- er/ir/re + é, i of u

Slide 4 - Quizvraag

Futur
Conditionnel
serai 
voudrai
voudrais
serais
irions
irez
porteras
porteraient

Slide 5 - Sleepvraag

Conditionnel
Sleep het vervoegde werkwoord naar het hele werkwoord toe.
avoir
venir
voir (zien)
faire
être
aller
vous auriez
il viendrait
tu verrais
nous ferions
je serais
ils iraient

Slide 6 - Sleepvraag

Futur
Conditionnel
serai 
voudrai
voudrais
serais
irions
irez
parleras
pourraient

Slide 7 - Sleepvraag

Conditionnel: il... marcher
A
marcherait
B
marchait
C
marchais

Slide 8 - Quizvraag

Vous ......... (perdre - conditionnel)
A
perdez
B
perdent
C
perdriez
D
perdiez

Slide 9 - Quizvraag

Conditionnel: tu... avoir
A
avoirais
B
aurais
C
aurait

Slide 10 - Quizvraag

réunir: je ____________ (conditionnel)
A
réunirai
B
réunirais
C
réunirait
D
réunis

Slide 11 - Quizvraag

écouter (conditionnel)
elle
A
elle écouterait
B
tu écoutais
C
tu écouteras

Slide 12 - Quizvraag

(réussir / conditionnel) - wij zouden slagen

A
elle réussait
B
nous réussirons
C
elle réusisserait
D
nous réussirions

Slide 13 - Quizvraag

J' (atteindre, conditionnel)
A
atteindrai
B
atteignais
C
atteindrais
D
ateindrais

Slide 14 - Quizvraag

conditionnel- pouvoir - elles
A
pourraient
B
voudrait
C
voudra
D
pouraient

Slide 15 - Quizvraag

Conditionnel
A
Nous aurons un chien
B
Nous avons un chien
C
Nous avons eu un chien
D
Nous aurions un chien

Slide 16 - Quizvraag

Conditionnel
A
Je fais du sport
B
J'ai fait du sport
C
Je ferais
D
Je ferai du sport

Slide 17 - Quizvraag

être, conditionnel:
je ...

Slide 18 - Open vraag

vouloir, conditionnel:
je ...

Slide 19 - Open vraag

conditionnel - regarder - nous

Slide 20 - Open vraag

conditionnel
aller: il

Slide 21 - Open vraag

Tu "avoir" (conditionnel)
Jij zou hebben

Slide 22 - Open vraag

'Ils choisir + conditionnel'

Slide 23 - Open vraag

Vous (finir, conditionnel)

Slide 24 - Open vraag

venir, conditionnel:
il

Slide 25 - Open vraag

vous _______ (vendre, conditionnel)

Slide 26 - Open vraag