Verhoudingen - 7.1 Wat zijn verhoudingen? & 7.2 Verhoudingen en breuken

Vak: Rekenen
Hoofdstuk: Verhoudingen
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Rekenen
Hoofdstuk: Verhoudingen
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Je krijgt een werkboek. Open deze op blz. 154.


Huiswerk controle.




Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
Aan het einde van de les:
- weet je wat verhoudingen zijn? 
- weet je hoe je verhoudingen moet verkleinen? 
- weet je hoe je een verhoudingstabel gebruikt om een verhouding te verkleinen/vergroten
- kun je een verhouding als breuk opschrijven
- kun je een deel en het totaal van een verhouding berekenen


Leergebied overstijgende doelen:
Plannen en organiseren
- Nemen in hun agenda op wat ze de komende week moeten leren. 
- Past zijn planning (indien nodig) aan voor de andere helft van de week (minimaal 2 vakken).

Slide 3 - Tekstslide

De verhouding 40 op 100 kun je verkleinen. Welke verkleining is dan juist?
A
20 op 50
B
10 op 25
C
2 op 5
D
1 op 2,5

Slide 4 - Quizvraag

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept (8 of hoger): Nick
Jij mag zelfstandig aan de slag met opdracht 1 t/m 11 op blz. 165 t/m 168
--> Lees de theorie goed door


De rest doet mee met de mini-check 

Slide 5 - Tekstslide

Maak de verhouding kleiner.

2 op de 18
A
1 op de 3
B
1 op de 9
C
2 op de 9
D
1 op de 8

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de kleinste verhouding van tussen blauwe en witte vakjes?
A
4 : 5
B
2 : 2,5
C
1 : 1,25
D
8 : 10

Slide 7 - Quizvraag

Maak een verhoudingstabel op een los blaadje.

Hoeveel kost 100 gram?
Je mag een rekenmachine gebruiken

Slide 8 - Open vraag

Maak van de verhouding een breuk:

3 op de 4
A
3/4
B
0,75
C
4/3
D
75%

Slide 9 - Quizvraag

In een vaas staan 60 tulpen.
1 op de 3 tulpen in de vaas is blauw.

Hoeveel blauwe tulpen staan er in de vaas?

Slide 10 - Open vraag

1 op de 5 lampionnen in een boom is geel.
Er hangen 4 gele lampionnen in de boom.

Hoeveel lampionnen hangen er in totaal in de boom?

Slide 11 - Open vraag

Wie maakt wat
Had je 4 of meer vragen goed dan mag je zelfstandig aan de slag met de opdrachten. 
Je gaat zelfstandig aan de slag met opdracht 1 t/m 11 op blz. 156 t/m 168
--> Lees de theorie goed door

De rest doet mee met de instructie

Slide 12 - Tekstslide

Een verhouding
Een verhouding kan een verband aangeven tussen een deel en een totaal. Verhoudingen zijn altijd gehele getallen.


Slide 13 - Tekstslide

Verkleinen en vergroten
Je kan een verhouding verkleinen en vergroten. Je deelt beide getallen door hetzelfde getal 
-> maak gebruik van een verhoudingstabel.

Bijvoorbeeld: 2 bioscoopkaartjes kosten 18 euro 
Hoeveel kosten 5 bioscoopkaartjes? 
Euro
€18
...
...
Bioscoopkaartjes
1
5
: 2
: 2
x 5
x 5

Slide 14 - Tekstslide

2 kg sinaasappels kost €2,80.

Hoeveel kost 3 kg sinaasappels?

Slide 15 - Open vraag

Verhoudingen, breuken en procenten

Slide 16 - Tekstslide

Van verhouding naar breuk: samen oefenen
Samen oefenen. Maak van de verhoudingen een breuk. Vereenvoudig zo ver mogelijk. 

2 op de 4 leerlingen = 

10 op de 15 ouders = 

8 op de 40 docenten = 

Slide 17 - Tekstslide

Breuken: deel van een geheel
Er zijn 48 hockeyers. 2/3 zijn meisje, hoeveel meisjes zijn dat?

Stap 1: bereken 1/3 deel:
48 : 3 = 16 --> 1/3 deel = 16 hockeyers.

Stap 2: bereken nu 2/3 deel: 
 2/3 past 2x in 1/3
dus: 16 x 2 = 32 --> dit is 2/3

Slide 18 - Tekstslide

Totaal berekenen
Je kunt met een verhouding ook het totaal berekenen.

2 op de 3 gasten op een feest willen koffie. 
Dit zijn 40 gasten. Hoeveel gasten zijn er totaal op het feest?



Aantal koffiedrinkers
           2
          40
Totaal aantal gasten 
           3
           ...
2 past 20x in 40. Dus doe je x20
3 x 20 = 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check --> 
Dan maken we samen wat opdrachten.



 

Slide 21 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je gaat zelfstandig aan de slag met opdracht 1 t/m 11 op blz. 156 t/m 168
--> Lees de theorie goed door




Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na. 
Daarna ga je in studiemeter werken.
Je gaat verder met de oefeningen bij verhoudingen. 
timer
12:00

Slide 22 - Tekstslide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

Lesdoel: 
- weet je wat verhoudingen zijn? 
- weet je hoe je verhoudingen moet verkleinen? 
- weet je hoe je een verhoudingstabel gebruikt om een verhouding te verkleinen/vergroten?
- kun je een verhouding als breuk opschrijven?
- kun je een deel en het totaal van een verhouding berekenen?

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Dinsdag 11 april
Verhoudingen opdr 1 t/m 11 

Huiswerk LJ2: 
Dinsdag 11 april
Verhoudingen opdr 1 t/m 11
Toetsen LJ1: 



Toetsen LJ2: 

Slide 24 - Tekstslide